© Eva Plevier
Hoe heb je het schrijven van je eerste boek ervaren?
Tijdens mijn studie aan de Gerrit Rietveld Academie heb ik verschillende teksten geschreven. Op een dag zei mijn schrijfdocent Maria Barnas ineens: heb je door dat je een boek aan het schrijven bent? Toen ik ernaar ging kijken, besefte ik dat de thema’s waarover ik schreef zich herhaalden en een samenhangend geheel vormden. Misschien kan dit wel echt een boek zijn, dacht ik toen.
Wat was het leukste moment tijdens het schrijven van het boek?
Wanneer ik iets op papier had gezet wat ik grappig vond. En als ik het terug las, moest ik net zo hard lachen als de eerste keer. Nu het boek uit is gekomen, krijg ik gelukkig ook terug van mensen dat mijn grapjes grappig zijn. Dan denk ik: o, oké, gelukkig. Het is niet alleen grappig in mijn eigen hoofd.
Wat was dan het meest uitdagende tijdens het schrijven?
Het boek gaat deels over seksueel misbruik. Voorafgaand aan het misbruik komen er gezellige en fijne scènes voor tussen het hoofdpersonage Ronja en de dader. Ik vond het moeilijk om over deze fijne situaties te schrijven omdat ik steeds dacht: hij is walgelijk. Ik ben Ronja gaan zien als een zusje en naarmate het verhaal vordert zie ik haar langzaam de verkeerde kant op gaan. Toch heb ik bewust gekozen voor zo’n verloop in de verhaallijn omdat ik hoop dat het misbruik hard binnenkomt bij de lezer. De werkelijkheid is dat bij ruim tachtig procent van de gevallen de dader een bekende is van het slachtoffer. Daarom vond ik het belangrijk om ook de warmte van zo’n relatie duidelijk te maken.
We zitten hier in een bar met allemaal planten. En het viel me op dat er in je boek ook veel referenties aan planten voorkomen. Wat maken planten zo leuk?
Ik denk dat Ronja moeite heeft met het contact tussen haar hoofd en lichaam en het contact met andere mensen. Planten daarentegen zijn er gewoon. Ik voel mezelf ook altijd meteen thuis als er ergens planten zijn. Als ik op een feestje ben en er is ook een plant en een hond, dan begroet ik altijd eerst de plant en de hond. Verder wilde ik graag een tegenhanger voor alle beklemmende contacten die Ronja heeft. De planten dienen als adempauze.
Een duidelijk thema in Iets warms graag* is intimiteit. Hoe zou je Ronja’s verhouding tot intimiteit omschrijven?
Ronja worstelt met allerlei opgelegde sociale conventies. Bijvoorbeeld: wat betekent het om een vrouw te zijn en hoe moet ik me als vrouw gedragen? Ook heeft Ronja een hoog libido, maar dat mag eigenlijk niet want dan ben je te makkelijk. Verder heeft ze te maken met een seksueel trauma waardoor ze haar relatie met haar lichaam niet meer kan onderzoeken. Al met al zou ik haar verhouding tot intimiteit omschrijven als soms heel fijn en bevrijdend, maar soms ook als een enorme last.
En er komen heftige thema’s voor in je boek, naast seksueel misbruik ook depressie. Welke keuzes heb je genomen bij het schrijven over deze thema’s?
Ik heb er bewust voor gekozen om niet expliciet over seksueel misbruik te schrijven. Dit heb ik gedaan omdat ik hoop dat op deze manier meer mensen zich kunnen herkennen in het onderwerp. Ik denk dat de gevolgen van seksueel misbruik vrij universeel zijn. Namelijk vanwege het misbruik een grote afstand voelen tot jezelf. De situatie is natuurlijk voor iedereen anders, maar in het boek wilde ik me focussen op de gevolgen. De depressie van Ronja wilde ik kenbaar maken door middel van acties. Zo gaat Ronja bijvoorbeeld veel drinken en blowen en vergroot ze zo de afstand tot zichzelf alleen maar meer.
Ronja reist in haar boek af naar Suriname, waar het lijkt alsof ze weer een stukje van zichzelf terugvindt.
In Nederland werd Ronja geleefd door haar omgeving. Toen ze naar Suriname ging, maakte ze bewust een keuze voor zichzelf en was er niemand die iets van haar verwachtte.
Je bent zelf ook in Suriname geweest. Was dit voor jou ook zo’n bijzondere plek?
Zeker, dit wilde ik ook graag duidelijk maken in het boek. Suriname is een land waar je naar moet luisteren en waar de planten bijvoorbeeld ook echt iets te vertellen hebben.
Wat zijn eigenlijk de verschillen tussen jou en Ronja?
De beginpunten van het boek zijn bijna allemaal autobiografisch. Een roodharige, dunne, ongemakkelijke vrouw die in de Bijlmer woont en in de zorg werkt, dat ben ik. Maar toch zijn er verschillen. Ik zou Ronja omschrijven als een iets naïevere en jongere versie van mijzelf. Zoals ik net al zei: een zusje. Ik geloof dat als je ergens over wil schrijven, je er boven moet kunnen staan. Het echte leven is eigenlijk veel te chaotisch en complex om over te schrijven.
Welk boek zou iedereen voor zijn achttiende gelezen moeten hebben?
Ik ben nu het boek Vochtige streken aan het lezen van Charlotte Roche. Ik heb nog nooit zo’n vies boek gelezen, het is echt heel, heel, heel erg vies. Ik weet niet of ik het als puber uit had kunnen lezen, maar ik zou het wel aanraden. Het gaat over een meisje van achttien en de grenzen van hygiëne. Of nou ja, er zijn eigenlijk geen grenzen. Het is een en al walgelijkheid, haha. Toch vind ik het een goed boek omdat we nu in een tijd leven waarin alles heel steriel is, zeker na corona. Jongeren hebben steeds later seks en er is over het algemeen steeds minder fysiek contact. Ik denk dat vanwege deze ontwikkeling steeds meer sociale angst ontstaat. Niet alles hoeft zo steriel en pornografisch te zijn, dat is helemaal niet de werkelijkheid.
Wat denk je dat de relevantie is van het lezen van literatuur voor jongeren?
In de literatuur heb je soms heel vreemde situaties en personages die bizarre dingen meemaken. Ik denk dat het goed kan zijn om volledig op te kunnen gaan in een verhaal dat niet van jou is. In het bijzonder voor jongeren. Zo kun je gaan fantaseren over hoe je leven er ook uit kan zien, of hoe je anders tegen bepaalde dingen aan kunt gaan kijken. Ook is het goed om op jonge leeftijd blootgesteld te worden aan een rijk vocabulaire. Zo kun je uiteindelijk steeds beter je eigen gevoelens verwoorden, dat is denk ik heel zinvol.
Denk je dat veel jongeren boeken lezen?
Nee, totaal niet. Onder andere vanwege TikTok is de aandachtsspanne vrij kort tegenwoordig. Maar goed, verandering hoort ook bij het leven. Toch denk ik dat het een meerwaarde heeft om te kunnen zitten met jezelf en verder niks nodig te hebben. Alleen een boek van papier en de zon of de regen.
Welk boek heeft op jou de meeste impact gehad?
Vallen is als vliegen van Manon Uphoff. Dat boek is onwaarschijnlijk mooi. Het is een poëtisch boek dat prachtig geschreven is. Tegelijkertijd is het boek soms ineens heel expliciet en overdonderend. Ik heb het boek zelfs wel eens in de koelkast gelegd, omdat ik vond dat het moest afkoelen. Mijn huisgenoot vroeg toen aan mij: Tamar, waarom ligt er een boek onder de paksoi? De verhaallijn gaat over kindermisbruik, dat is eigenlijk een onderwerp waar ik niks over wil lezen. Maar doordat Manon het zo mooi en meeslepend heeft opgeschreven, ben ik toch blij dat ik het heb gelezen. Ik vind het knap als je dat kunt bereiken als schrijver.
Het viel mij op dat je een herkenbare schrijfstijl hebt. Hoe zou je die zelf omschrijven?
Ik denk dat ik erg direct schrijf. Mijn tekst verbloemt niks, dat heb ik altijd al een beetje gehad. Tegelijkertijd schrijf ik soms met veel metaforen en wordt het bijna zweverig. Ik vind het prettig om daar een afwisseling in te hebben. In die zin verschil ik niet veel van de TikTok-generatie en heb ik ook geen lange aandachtsspanne. Soms lees ik boeken die ik prachtig vind, maar kan ik niet meer dan twee bladzijden per dag lezen vanwege het complexe taalgebruik. Zelf vind ik het altijd prettig lezen als er een bepaalde hardheid en snelheid in teksten zit.
Als je een schrijver zou kunnen zijn waar of wanneer dan ook, waar en wanneer zou dat zijn?
Ik denk dat ik zou kiezen voor een periode waarin vrouwen niks mochten en ik de opstandige schrijfster zou zijn. Maar goed, dan zou ik hoogstwaarschijnlijk belanden op de brandstapel. Bij nader inzien denk ik dat de tijd van nu een goede tijd is voor mij. Twintig jaar geleden was er überhaupt minder aandacht vanuit uitgevers voor vrouwelijke schrijvers. Uiteindelijk ligt het eraan hoeveel erkenning en invloed je verkrijgt met je werk. Maar buiten dat zou ik denk ik in iedere tijd wel schrijver willen zijn. Een boek schrijven met hiëroglyfen in de grotten lijkt mij ook wel cool.
En als je geen schrijver was geweest, wat dan wel?
Een vis. En qua beroep minister-president. Ik denk dat ik het wel beter kan. Niet dat ik nou zo vaardig ben, maar blijkbaar heb je er niet zo veel voor nodig om dit land te runnen.
Welke schrijver uit de wereldliteratuur zou je uitnodigen voor een diner?
In ieder geval niet Charlotte Roche van Vochtige streken. Dat wordt een heel vies diner en dan raak ik vast vergiftigd.
Welke opkomende schrijver moeten we allemaal gaan lezen?
Dan zou ik zeggen: Falun Ellie Koos. Hun debuut komt volgend jaar uit bij Atlas Contact, Rouwdouwers. Falun heeft een bijzondere schrijfstijl en interessante gedachten over gender, masculiniteit en vrouwelijkheid.
Waar wil je in de toekomst over gaan schrijven?
Ik ben al bezig aan mijn tweede boek! Alleen kan ik nog niet zeggen waar het over gaat. Maar het is wel grimmig.
Hemingway of Fitzgerald?
Hemingway. Ik heb eerlijk gezegd van beiden bijna niks gelezen, maar van Hemingway iets meer. Dus ik zeg hem maar.
Annie M.G. Schmidt of Carry Slee?
Annie M.G Schmidt for president.