Twee weken geleden zag ik voor het eerst een medische tekening van een zwarte foetus in een zwarte baarmoeder. De afbeelding raakte me. Ik realiseerde me dat iedere afbeelding in de biologieboeken van het menselijk lichaam altijd wit was. Een witte penis, een witte baarmoeder, een wit lichaam. Het begin van een diversere visuele representatie in de biologieboeken en medische literatuur is een prettige correctie, maar blijft etalagepolitiek als de inhoud zelf niet ‘diversvaardig’ wordt gemaakt.
Niet iedere persoon uit pijn of medische klachten op dezelfde manier. Zwarte personen, personen van kleur en/of met een migratie- of vluchtverleden hebben vaak een andere regulering en uiting van pijn dan witte Nederlanders. Dit leidt bij artsen nogal eens tot irritatie, vooral wanneer er al snel om antibiotica of medicijnen wordt gevraagd. Deze patiënten zouden om elk wissewasje in de praktijk zitten, drammerig zijn en zich overdreven gedragen. Andersom hebben veel patiënten met een migratieachtergrond of vluchtverleden minder of weinig vertrouwen in de Nederlandse artsen en ziekenhuizen. Ze voelen zich vaak onbegrepen, niet serieus genomen en wantrouwen de afwachtende opstelling van veel artsen (‘het is vast stress’, ‘neem maar een paracetamol en kijk het nog even aan’). Het gevolg: klachten worden al snel onderschat en er vindt veel miscommunicatie en misdiagnostisering plaats. Dit leidt niet alleen tot onnodig lijden, maar kan zelfs dodelijke gevolgen hebben.
Een voorbeeld. Uit het adviesrapport Een goed begin: Veilige zorg rond zwangerschap en geboorte van de Advies Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte (2009) blijkt dat Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen geen hogere kans hebben op moedersterfte, ook wel ‘ernstige morbiditeit onder de moeder’ genoemd. Vrouwen die (indirect) uit Sub-Sahara Afrika afkomstig zijn hebben daarentegen een maximaal drieënhalf keer verhoogd risico. De onderzoekers ontdekten dat ‘men in Nederland’ terughoudend lijkt te zijn met het geven van medicatie en/of het inleiden van de bevalling. Vervolgens concluderen zij dat het hogere sterftecijfer onder deze vrouwen in vier van de vijf gevallen te wijten was aan ‘sub-standaard care’. Oftewel ‘zorg die niet voldoet aan de richtlijnen of − als richtlijnen ontbreken − aan de gangbare zorg’. Dit roept grote vragen op. Worden deze (overwegend zwarte) vrouwen misschien niet goed begrepen of worden hun complicaties minder goed en vaardig herkend, waardoor zij (en hun ongeboren kind) aan onnodige risico’s en complicaties worden blootgesteld?
Rust, taalgevoeligheid, intercultureel bewustzijn, uitleg, zorgvuldig onderzoek, nagaan wat er nu echt aan de pijn en/of zorgen van de patiënt ten grondslag ligt en begrip voor de (ontstane) vertrouwenskloof zouden veel van deze problemen niet alleen oplossen, maar ook voorkomen.
Niet alleen in de wacht- en behandelkamer is een wereld te winnen (of simpelweg te erkennen). Hetzelfde geldt ook voor de medische studieboeken, zorgopleidingen en de studies medicijnen, tandheelkunde of farmacie. Of het nu om klachten en herkenning van symptomen gaat, of de juiste behandelwijze, de meeste boeken nemen witte (mannelijke) personen als uitgangspunt. Dit blijkt al uit zoiets simpels als de herkenning van koorts. Een bekend symptoom is ‘rode wangen’. Maar de meeste personen van kleur en zeker zwarte personen kleuren niet rood. De correcte beschrijving zou dus zijn: ‘Rode wangen indien het een persoon betreft met een witte of lichte huid.’ Vervolgens zou er moeten worden uitgelegd op welke specifieke (en unieke) symptomen bij personen van kleur en zwarte personen kan worden gelet. Natuurlijk werkt een thermometer ook, maar wie geen zichtbare symptomen van koorts opmerkt zal ook minder snel geneigd zijn om iemands temperatuur op te meten.
Tussen zwarte personen, personen van kleur en/of personen met een migratie- of vluchtverleden bestaan grote genetische en dus ook medische verschillen. Dit bleek maar weer eens tijdens de Covid-19-pandemie en welke bevolkingsgroepen het snelst in het ziekenhuis belandden. Mannen bleken gevoeliger dan vrouwen voor ernstige complicaties, personen van Zuidwest-Aziatische en/of Noord-Afrikaanse afkomst belandden sneller op de intensive care dan personen met andere etniciteiten.
In de boeken, opleidingen en studies wordt hier soms nauwelijks tot geen aandacht aan die verschillen besteed. En dat terwijl zwarte personen, personen van kleur en/of personen met een migratie- en vluchtverleden naast andere uitingsvormen en symptomen, ook andere medische gevoeligheden kennen. Zo maken personen van Noord-Afrikaanse komaf grotere kans op diabetes, hart- en vaatziekten, thalassemie en chronisch vitamine B- en D-tekort en hebben ze bijvoorbeeld een verhoogde aanleg op psychose. Hier bestaat lang niet altijd evenveel kennis over, laat staan dat iedere arts of hulpverlener in staat is om voorbij de vaste kaders te denken.
Om het hele verhaal compleet te maken worden de meeste behandelingen en medicijnen voornamelijk op witte mannen van gemiddelde lengte, leeftijd, gezondheid en postuur getest. Het gevolg: ze slaan niet of niet even goed aan bij vrouwen en/of zwarte personen, personen van kleur en/of met een migratie- en vluchtverleden. De nieuwe tijd vraagt ook om een nieuwe zorg, in een taal die iedereen een even kwalitatieve en goede behandeling geeft.