Naar adem happen – De Groene Amsterdammer


Tutu en zijn moeder Zijuan Chen

© NTR

Tutu Chang (ik schat hem tien jaar) is een van de hoofdpersonen in Total Trust, de verpletterende documentaire van Chinees-Amerikaanse regisseur Jialing Zhang. Internationale coproductie, met Nederlands aandeel (Witfilm, NTR, fondsen). Cynische titel omdat Total Mistrust and Control adequater zou zijn. Dat ‘trust’ is ontleend aan de Chinese staatstelevisie die op het hoogte/dieptepunt van de corona-epidemie trots meldde dat sinds de draconische maatregelen het vertrouwen van de burgers in de overheid tot 98 procent gestegen was. In de documentaire alleen al geloochenstraft door sociale-mediabeelden uit 2022 van massaprotest in Henan, toen vier banken daar alle spaartegoeden blokkeerden; en van woontorens vol schreeuwende mensen, die geen eten meer hadden maar niet naar buiten mochten. En dan zien we nog niet eens het grote studentenprotest met blanco A4’tjes (want elke tekst verboden) waarvan iedereen wist dat het om meer dan verzet tegen corona-onvrijheid ging.

Dat de ontelbare demonstranten in Henan prompt coronacode rood op hun telefoon zagen verschijnen, waarmee ze buitenshuis automatisch strafbaar waren, want niet in quarantaine, raakt de kern van de productie, hoewel het maar een flardje uit de speelfilmlange documentaire is: technologische controle-almacht in staatshanden. De met Big Data steeds Bigger wordende Brother van de 21ste eeuw. Die code was vermoedelijk alleen maar zo snel mogelijk dankzij gezichtsherkenning door de politie. Herkenning middels camera’s die we in gelikte promofilmpjes ook enthousiast aangeprezen zien op een Chinese data-technologiebeurs voor instanties, particulieren en ondernemingen. Leuze: daarmee kunnen verdachte personen in een menigte snel geïdentificeerd. Maar ook: ‘Met de LLVision AR-bril pikt een bedrijf bij de fabrieksingang een gestreste werknemer er uit voordat het problemen oplevert.’ Is dat niet wonderbaar? (Voor de volledigheid, want niet in de film: de bestuurders in Henan die tot coronarood voor de massa besloten, zijn uiteindelijk van hogerhand gestraft – tamelijk uitzonderlijk en vermoedelijk omdat de landelijke verontwaardiging te groot was geworden.)

Ik noem Tutu als eerste hoofdpersoon omdat het lijden van een kind nog harder raakt dan dat van volwassenen. Hoewel dat van drie vrouwen en één man, die we in strijd zien met de autoriteiten, immens is. Hoe onwaarschijnlijk sterk en moedig ze ook zijn. De camera blijft Tutu, door de film heen, aandachtig volgen, ook wanneer moeder Zijuan Chen, tragische heldin, centraal staat – ze zijn, deels uit noodzaak, aan elkaar geklonken. We leren moeder en kind, vrolijk dollend, kennen op het strand. Waar Tutu dan wel in het zand schrijft: ‘Papa, kom gauw terug’. ‘Vorig jaar voetbalde hij hier met me.’ Papa, advocaat Weiping Chan, werd in januari 2020 gearresteerd vanwege ‘ondermijning van de staatsmacht’. Omdat hij, in eigen woorden, ‘deed wat iedere burger zou moeten doen’: opkomen voor slachtoffers van wet- en rechtschending door overheidsinstanties en machthebbers. Mensenrechtenadvocaat dus, en dat levert je in China (en dictaturen elders) algauw het stempel van ‘buitenlands agent = vijand van het volk’ op, inclusief beschuldiging van buitenlandse financiering. Zijuan heeft haar man na diens arrestatie en na twee jaar zonder proces niet meer mogen zien, behalve incidenteel op camera. Thuisgekomen kust Tutu papa, die op een meer dan levensgrote gezinsfoto, geplakt op karton, achter de zitbank staat: hij mag immers niet vergeten worden. Een ongelofelijk slim, wijs kind, dat niet meer alleen kan slapen.

Eigenlijk is zijn vader de vijfde volwassene, maar hem konden de filmmakers niet ontmoeten. We zien hem louter op vroege homevideobeelden en op beeldberichten die hij vanuit zijn aanvankelijke verbanningsoord (zijn stad van herkomst) nog naar huis mocht sturen. De anderen, onder wie mama en Tutu dus, worden thuis en elders door ‘anonymous locals’ (bron: amusementstijdschrift Variety) gefilmd. Want regisseur Zhang doet haar werk noodgedwongen op afstand in de VS – in China is ze persona non grata sinds haar bekroonde film One Child Nation (2019). Die anonieme Chinese crew bestaat trouwens uit voortreffelijke vaklui.

De andere hoofdpersonages zijn journalist Sofia Xeuqin Huang, bevriend met Weiping sinds MeToo ook China bereikte en zij over wangedrag, vooral in academische kring, ging publiceren. En Quenzhang Wan, advocaat, verdediger van slachtoffers van overheidswillekeur, en zijn vrouw Wensu Li. Allen even onverzettelijk en principieel, maar soms wankelend onder gigantische druk. Quenzhang heeft bijna vijf jaar vastgezeten in streng regime, is volhardend en verbitterd ineen en probeert, mede uit schuldgevoel, zoontje Quanquan de vaderlijke aandacht te geven die het kind zo lang moest missen. Maar doet dat zo bezorgd en dwingend dat de jongen zelfs vroeg of pa niet terug kon naar de gevangenis. Dat Wan zelf nauwelijks nog als advocaat aan de bak komt, besmet als hij is, wil ook niet helpen. Moeder zit hier tussen twee vuren, maar wankelt geen moment als het op hun beider principes aankomt.

Intermezzo. Leve het gedrukte woord, maar goede documentaires doen, meer nog dan goede artikelen, niet alleen weten maar ook beseffen en vooral voelen – in dit geval wat een hypermoderne controlestaat voor burgers betekent. Natuurlijk weten we, want we lezen, maar dit gaat dieper naar binnen en doet je naar adem happen. De dystopie van pakweg Black Mirror is daar barre realiteit. En nog veel erger dan je dacht. ‘Dankzij’ technologische (en politieke) ontwikkelingen die ook hier steeds meer invloed krijgen, zij het nog gedempt door democratische controlesystemen. Of die op den duur bestand blijken tegen vergaande ondermijning is de vraag. Oftewel: ja, Total Trust is ver van ons bed, maar minder ver dan we zouden hopen en willen.

Er zitten meerdere lagen in de productie. De ruggengraat wordt gevormd door de persoonlijke lotgevallen van de twee dissidente gezinnen en de dito journaliste. Maar er is ook een verhelderend reportage-deel over een sociale-observatiesysteem dat als pilot al in 2012 begon in Rongcheng en nu landelijk uitgerold wordt. ‘We behandelen woonzaken en klachten’, zegt een geüniformeerde vrouw. Per ambtenaar hebben we 400 huishoudens, rond 1000 personen onder onze hoede. ‘Waar ben je geweest?’ vraagt ze op straat aan een oudere dame. ‘Ik moest mijn afval wegbrengen’. Dan zien we de ambtelijke administratie na afloop: ‘verdachte (!) bracht 5pm afval weg’. De dame behoort tot de groep die speciaal in de gaten wordt gehouden vanwege ‘onaangepast gedrag in het verleden’. Dat kan van alles aan kleine overtredingen zijn, maar nadrukkelijk wordt genoemd: ‘klachten en verzoekschriften indienen bij hogere instanties’. Dat kost je enorm veel sociale punten die je in een belonings- en bewakingssysteem kunt verdienen door vrijwilligerswerk te doen, of door het rapporteren over verdachte buurtgenoten; en die je kunt verliezen door schuin oversteken, verkeerd parkeren, alcoholmisbruik en, zie boven, door te klagen bij nog hogere instanties.

Het is de combinatie van sophisticated technologie, gematerialiseerd in miljoenen camera’s, overal, met grove individuele intimidatie door een gigantisch veiligheidsapparaat die de kijker de adem beneemt. Wat niets is vergeleken bij de afgesneden adem van wie als dissident wordt gezien. Quenzhang Wan wil zijn zoontje naar school brengen. Zelf heeft hij ook een camera aangebracht waarmee hij in de hal voor zijn deur kan kijken. Daar staan twee onbekende vrouwen. Hij opent de deur. ‘U mag niet vertrekken’. ‘Wie bent u?’ ‘Dat mogen we niet zeggen’. ‘Ik moet mijn kind naar school brengen’. ‘Geen zorgen, dat kan ik voor u doen’. Wans vrouw wordt razend: ‘Ben je helemaal gek? Mijn kind aan jou meegeven? Ik ken je niet eens.’ ‘Overdrijf nou niet zo’. Een leidinggevende man neemt het, agressiever, over. Vergeefs vraagt ze om zijn ID. Ook na lange strijd komen vader en kind de deur niet uit. Sterker: door de camera van de Wans zien we dat een aantal in het wit geklede mannen zich met vouwstoelen in de hal installeert. Dan komt de aap uit de mouw. Wan werd verwacht op een bijeenkomst ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Mensenrechten, georganiseerd door ambassades. Waar hij nu dus alleen digitaal bij kan zijn. Moeder legt zoontje uit dat precies dit een mensenrechtenschending is. Hij lijkt er te klein voor, maar natuurlijk niet te klein om stilletjes bang en gestrest te zijn. Een dag opgesloten in de flat met zijn vastberaden maar toch ook ontregelde ouders.

De drie vrouwen hebben incidenteel onderling contact – verademing in een wereld waarin ze op alle denkbare manieren geïsoleerd worden. Zijuan vraagt Sofia, die een tijd opgesloten was, of ze ook mishandeld is (Zijuans man is namelijk uitgebreid gemarteld in voorarrest). ‘Fysiek niet, geestelijk wel’. Onder enorme druk gezet. Maar ook: ‘Ze lieten me alcohol drinken. Ze wisten dat ik van rode wijn houd (!) en hoopten dat ik dan een schuldbekentenis zou tekenen’. No way. ‘Vroeger waren we vrijer om te schrijven. Nu is kritiek leveren misdaad geworden’. En: ‘Er werd gezegd: je bent binnenkort ongesteld. Ik heb bouillon voor je gemaakt tegen de krampen.’ Ja, had een functionaris gezegd, ‘vroeger waren we te rechtlijnig, nu hanteren we een individuele aanpak’. Zijuan en Sofia moeten er, bitter, om lachen. Desondanks: ‘Ik kende hun bedoeling, maar was door die bouillon toch geraakt.’ Bouillon die voortvloeide uit het systeem van totale controle waarin niets meer privé is.

Het ergste vindt Sofia dat controle en censuur zo immens en indringend zijn dat censuur overbodig wordt door zelfcensuur. En: ‘Er is maar één Sofia; er zijn 80 miljoen partijleden.’ Ze wil naar Engeland om te studeren, maar wel om daarna terug te komen en een jongere, hopelijk kritischere generatie te ondersteunen.

Hartverscheurend zijn de scènes waarin Zijuan en Tutu duizenden kilometers reizen – eerst om papa te bezoeken op de plek waar hij waarschijnlijk gevangen zit; later om zijn proces bij te wonen. Duidelijk is dat de autoriteiten via volgsystemen precies weten dat, en voor wie, ze komen en dat ze in beide gevallen elk contact onmogelijk maken. (Het lukte haar al niet een boeket voor hem te kopen: kerngezond maar opeens coronacode geel en ze kwam de winkel niet in.) Tutu wil de kerel die hen tegenhoudt vermoorden (zegt hij) en uiteindelijk kunnen moeder en kind alleen maar wanhopig de naam van man en vader krijsen in de hoop dat hij hen in elk geval gehoord heeft.

Ook pijnlijk: Weipings vader is decennia trouw partijlid, maar nu is de zoon staatsvijand. Schoondochter en kleinzoon bezoeken hem en oma. Hun huis bespied door camera’s sinds ze op aandringen van schoondochter een kleine actie ondernamen waarin ze om vrijlating vroegen. De buurman die meedeed kreeg ook een camera. Gezellig is het niet in huis. Langdurig zwijgen en Tutu smeert hem naar zijn kamertje. Grote ruzie volgt: opa is verscheurd, oud en bang. Schoondochter is radicaal. In mijn woorden: je houdt meer van de partij dan van je zoon. Maar hij zegt: ik weet niet of actie helpt of het alleen maar erger maakt. Een buurvrouw wipt even langs: spionage, weet Zijuan zeker. Oma, intens triest, zwijgt alleen maar.

Dit zijn de extremen in een systeem dat De Slimme Stad implementeert. Waarbij elk individu een persoonlijke sociale kredietgeschiedenis opbouwt. Met pluspunten en aftrek voor overtredingen. Het net steeds strakker. Weiping zit nog steeds vast, zonder contact met familie. Vrouw en kind zijn naar de VS geëmigreerd (hopelijk hebben ze kartonnen papa mee kunnen nemen). Sofia is voor vertrek naar Londen op het vliegveld gearresteerd. Na een jaar pas kwam de aanklacht: ondermijning van de staatsmacht, een containerbegrip. Quenzangh en Wensu gaan door, maar hun Quanquan moet elk semester een andere school zoeken (ook een treitermethode). Ai Weiwei bleek gelukkig te groot, maar zijn geestverwanten vluchten en/of lijden, al dan niet gevangen.

Je vraagt je af hoe deze film in hemelsnaam gemaakt kon worden. Met buren die precies weten wie je bent en wie je ontvangt (met camera). Door kiertjes heen. Tutu, kleine denker, schreeuwt tegen een camera: ‘Ooit betalen jullie nakomelingen de prijs voor wat jullie doen.’ De geschiedenis ondersteunt die prognose maar mondjesmaat. Los van de vraag of kinderen straffen voor wat ouders deden wenselijk is. Maar je begrijpt het arme mannetje zo goed.

Jialing Zhan, Total Trust, NTR 2Doc, donderdag 25 april, NPO 2, 22.20 uur



https://www.groene.nl/artikel/naar-adem-happen