Met Vogels kun je niet melken krijgt de kijker vier documentaires ineen.
- Een bloedmooie natuurfilm over een beperkte habitat in Zuidwest-Friesland. Van worm tot koe, made tot huiskat, spin tot hoofdrolspeler grutto, de ‘nationale vogel’. Fraaie beelden als het gaat om het landschap zoals we dat allemaal kunnen waarnemen bij aandachtig rondkijken. Plus verbluffend specialistisch camerawerk waarmee dieren dichtbij worden gehaald en ook de nietigste wezens, op grashalm, wateroppervlak, zelfs onder de grond, schermvullend worden gemaakt.
- Een regiofilm over diersoort ‘mens’, spelend op en rond een boerderij, en bijna geheel ondertiteld, want Friestalig. Laten we daarom de grutto meteen maar skries noemen.
- Een bar actuele film omdat hij gaat over de spanning tussen intensieve veeteelt en natuurbehoud.
- Een familiedrama, zeker zo indringend als in speelfilm, omdat vader Bote het beschermen van weidevogels, de skries in het bijzonder, als heilige taak ziet en de twee oudste zonen (van vijf kinderen) vaststellen dat dat ten koste van de rendabiliteit en daarmee van hun toekomst als boer gaat.
Terwijl moeder Astrid van haar man en de vogels houdt, maar ook ziet dat haar eigen ‘kuikens’ lijden onder de zorg om die van skries en kievit. Ze betaalt bovendien een hoge prijs omdat oudste Marc radicaal zijn veehouderstoekomst in Portugal zoekt en nummer twee, Jan Jochum, steeds wanhopiger wordt over dat onrendabele vogeltjesgedoe, terwijl er allang een nieuwe, grotere stal had moeten staan. Bote blijft proberen hem voor de vogels te winnen, maar het tegenargument staat als een huis: ‘het kan niet uit’. De bank, die zegt ook van vogels te houden, is dat uiteraard met hem eens en houdt de hand op de knip.
Ook sterk aan de film is dat je als bezorgde burger eigenlijk alleen maar aan de kant van vader kan staan, die van dichtbij ziet wat wij stedelingen overwegend via media tot ons nemen: de weidevogel sterft in hoog tempo uit. Maar dat je tegelijk gaat inzien hoe complex het is zijn doelen te bereiken en welke prijs voor dat streven letterlijk en figuurlijk op menselijk vlak, in de meest nabije omgeving, wordt betaald. Is dat niet de kern van wat we tragedie noemen? Misschien is het grootste mirakel dat de familie De Boer ondanks alle visieverschillen en vaak onuitgesproken verwijten (het zijn bepaald geen praters, op heit na; de stiltes zijn frequent en langdurig en het zijn de fraai gevangen blikken en lichaamshoudingen die het verhaal het duidelijkst vertellen) toch, min of meer liefhebbend, bij elkaar houdt.
© Human
Intermezzo: je moet ziende blind zijn als je niet zelf gigantische veranderingen vaststelt, in snelheid toenemend. Er zijn plotse inzichtmomenten: in Limburg zag ik ooit een kluitje wandelaars, ze kenden elkaar niet, dat met verrekijkers omhoog stond te kijken: jubelende leeuwerik. Wat ooit niets bijzonders was (als wonderen der natuur dat ooit zijn) was tot bezienswaardigheid geworden: een ontroerende en tegelijk pijnlijke ervaring. Trouwens, de mus is al meer dan een decennium uit het Vondelpark verdwenen en jagende zwaluwen boven park en tuinen zien we elk jaar minder. Recent was ik in Singer en zag ik naast Breitner ook de Piet Oudolf-tuin. Prachtig, en gelukkig nog vol bijen. Maar nul vlinders! Ook niet op ‘vlinderplanten’. Afgelopen maandag kwam bevestiging in de uitslag van de jaarlijkse vlindertelling: dramatische achteruitgang. Hetzelfde lot als dat van Breitners paardentrams op de Dam, maar dat kwam door ‘vooruitgang’. Hier alleen rampzalig verlies.
Kortom: leve Bote, die positieve held. Quite a character. Met kaalgeschoren kop, door weer en wind getekend gezicht en in opvallend rode overall struint hij over zijn land. Een deel ervan is ‘oude grond’, sinds 1700 nooit meer iets aan gedaan, zegt hij, en het is de antipode van levenloos raaigras. In afwachting van de eerste skier rukt hij al grote pollen los waardoor ze makkelijk bij de wormen kunnen. Hij kan niet wachten op de eerste. Dus staat deze bariton met hoge kopstem ‘grutto, grutto, grutto’ in de leegte te roepen, benadering van de vogelroep waar het dier zijn naam bij ons aan ontleent. Hij denkt dat hij ze daarmee lokt. Ik denk het mijne. En de familieleden het hunne, variërend van gêne tot vertedering – soms in een mix daarvan. In een mooie bijna-slotscène is gans het gezin in Portugal op bezoek. Ze bezoeken de melkerij van zoon/broer, maar ook, jawel, een vogelreservaat. Na veel ander vogelvolk verschijnt daar zowaar een grutto. Er komen er zelfs steeds meer. Vreugde. En weer roept Bote zijn curieuze lokroep, tot schaamte van sommigen. Dochter: ‘ze denken: wat doet die hier nou?’ Lachen. Bote: ‘Toch gelukt, niet voor niets geweest.’ Doelend op zijn Friese inzet om de soort te behouden. ‘Daar ben jij dus mee getrouwd’, zegt een zoon tegen mem, liefdevol plagend.
Ach, zie hoe hij zijn jongste zoontje tot de grutto probeert te bekeren. Hij neemt hem mee naar het ver van de woning liggende vogeltjesland. ‘Waarom is dat zulk raar gras?’ vraagt de jongen bij de bloem- en kruidenrijke langgrassige stroken. ‘Oud land. Goed voor de vogels. Ze herkennen me’, zegt hij trots. En lokroept. Zoontje: ‘Dan denken ze: wie is die rare man nou weer?’ Pa vertelt over de ontberingen van de grutto om hier te komen: Sahara, zandstormen. Het kind wil het best geloven. ‘Dit is toch mooier dan het mobieltje?’ vraagt pa, haast smekend. ‘Ja, hoor’, zegt het joch. Arme ouwe, denk ik.
Maar ook gesprekken met volwassenen hebben hun pijnlijke kanten. Plots horen en zien we gigantisch lawaai: buurman Jouke slaat aan het maaien. Bote begint een praatje. Zijn hart moet bloeden want er zijn nog veel kuikens op dat stuk. Heel voorzichtig brengt hij het gesprek van het weer op de vogels. Ja, het is een probleem, vindt ook buurman. ‘Maar hoe lossen we het op?’ vraagt Bote, die kennelijk niet in de aanval wil, want je bent hier altijd op elkaar aangewezen. Buurman weet het ook niet. En maait. Bote maakt zich zorgen: hij voelt vijandigheid van collega’s. Hij is luis in de pels. En dat hij publiciteit krijgt, en een onderscheiding in de vorm van een metalen grutto-silhouet op zijn land, zal hem ook niet populairder maken.
Inzicht gevend is ook hoezeer het sappelen is voor dit type boer. Zeker met studerende kinderen. (Dochter in Groningen koopt daar de melk in plastic tweelitercontainer – halfvol, en niet te zuipen vergeleken bij de verse volle thuis. ‘Ik dacht dat gestudeerde mensen meer bewust met voedsel om zouden gaan’, zegt heit. ‘Ik heb geen geld’, zegt Sigrid.) En dat terwijl de huishoudkosten voornamelijk van Astrids rekening betaald worden. Die moet, zegt ze lachend (maar ondertussen), tot haar tachtigste in het ziekenhuis blijven werken. Zouden ze BBB stemmen? Ik weet het niet. Ze vinden wel dat er te veel naar de belasting gaat, maar waar vinden ze dat niet? Op Farmers Defense Force vallen ze bepaald niet in te schatten.
Wil het vogeltjesland behouden blijven, dan moet er financieel echt iets gebeuren. Bote droomt tegenover de bankman van de aanschaf van een kar waarop twintig mensen à 25 euro p.p. rondgeleid kunnen worden. Drie uur lang. ‘Dat heeft fiscale gevolgen’, zegt die. Mij (en waarschijnlijk de bankman) lijkt het sowieso luchtfietsen. Als het dan niet zelf verdiend kan, dan moet het van fondsen en subsidies komen. In dat verband een fascinerende scène. Hoog bezoek. Uit de bolide stapt een Provinciale Gedeputeerde. Op naaldhak en in kanten kleedje. Alsof ze als model een fotoshoot heeft. ‘Hebt u laarzen mee?’ vraagt Bote beleefd, want het gaat immers om gras- en drasland. ‘Nee, wel slippers’. Tja. Ik kijk beter… Verrek, is dat niet Femke Wiersma, die inmiddels minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en – o ja – Natuur is geworden in het eerste kabinet-Schoof? Die vrouw met die agrarische achtergrond, nieuwe boerenheldin? Het maakt haar uitdossing alleen maar absurder.
Het is niet anders. Bote is een held, maar een tragische. Don Quichot in veler ogen. En dat in tijden van een kabinet dat zowel kwaadaardig als ziende blind lijkt, en dat voor een deel bewust wil zijn. Dol op Geert is Caroline. Maar komt vrienden, niet deze tonen: wat een prachtige, aandachtige, onthullende, subtiele film.
Lees ook:
Barbara Makkinga, regie; Katja Schoondergang, scenario. Vogels kun je niet melken, HUMAN 2Doc. Donderdag 8 augustus, NPO 2, 22.10 uur