De Nederlands-Afghaanse academicus en ondernemer Sangar Paykhar is een man met twee gezichten. Samen met zijn Britse compagnon Ahmed-Waleed Kakar is hij de drijvende kracht achter het ’onafhankelijk opererend mediaplatform’ Afghan Eye, dat een ‘tegengeluid’ wil laten horen over Afghanistan. Op het kanaal zijn geopolitieke analyses te lezen en te beluisteren. Hier en daar is er milde kritiek op het beleid van de Taliban, maar écht kritisch wordt het nooit.
De opleidingscoördinator en coach aan de Universiteit Leiden wordt regelmatig geïnterviewd door Nederlandse en buitenlandse media. Hij uit dan zorgvuldig geformuleerde kritiek op berichtgeving van de ‘mainstream media’ over Afghanistan, want die bekijken zijn geboorteland volgens hem door een seculiere, progressieve, westerse bril.
Op X en YouTube slaat de ‘moslim met orthodox-conservatieve overtuigingen’, zoals Paykhar zichzelf omschrijft, echter een andere toon aan. Als de aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) in januari 2025 vraagt om arrestatiebevelen tegen Talibanleider Haibatullah Akhundzada en opperrechter Abdul Hakim Haqqani voor vervolging en grootschalige discriminatie van vrouwen en meisjes, reageert Paykhar op X met bijtend sarcasme. ‘Het feminisme heeft gewonnen. Als de leiders van de Taliban in de gevangenis zitten, zal de wereld worden geleid door meisjesbazen.’
Kritiek op de Taliban, zeker afkomstig van vrouwen, wordt door hem keihard afgestraft. Zo deelt hij een nepfoto van de Afghaanse journalist Nazira Karimi, waarop ze met twee duimen omhoog naast Netanyahu zit. Eronder schrijft hij: ‘Ik ken geen enkele Afghaan die enige sympathie heeft voor de zionistische oude heks Nazira Karimi.’
In vele posts toont Paykhar zich een pleitbezorger van de Taliban. Met de hashtag #AfghanistanRising deelt hij berichten over het voortvarende, veilige Afghanistan onder bestuur van de Taliban. Activisten en Afghanen die vluchtten voor het regime maakt hij verdacht. In juni 2024 twittert hij: ‘Ik ben helemaal niet verbaasd om Afghaanse vluchtelingen te zien opduiken in recente misdaadcijfers in Europese landen. Deze criminelen waren vroeger de handhavers van het bezettingsregime, en nu hebben ze zich de afgelopen jaren in Europa gevestigd.’
Paykhars berichten worden vaak gedeeld en geliked door andere Taliban-influencers en door prominente Taliban-ideologen. Ook is hij regelmatig te gast in [The New Middle East Podcast](https://www.youtube.com/@TNMEPodcast) van de Duits-Turkse salafist Abdussamed Dagül.
De medewerker van de Universiteit Leiden en zijn zakenpartner Kakar laten in deze uitzendingen een onvervalst pro-Talibangeluid horen. De problemen in Afghanistan zijn vooral de schuld van de vorige regering, of een gevolg van westerse sancties. Kakar durft zelfs te beweren dat het ontzeggen van onderwijs aan meisjes indirect de schuld is van het Westen. In zijn sofistische redeneertrant hebben westerse tegenstanders van de Taliban het thema te veel gepolitiseerd, waardoor het voor ‘progressieve’ stemmen binnen de Taliban lastig is geworden om te pleiten voor het openen van scholen voor meisjes.
Paykhar is lang niet de enige Europese ‘Taliban-influencer’. Op TikTok, X, YouTube en andere sociale media zijn tientallen accounts te vinden van, vrijwel uitsluitend, mannen die hun bewondering voor de Taliban niet onder stoelen of banken steken, blijkt uit ons onderzoek. Ze voeren naast hun accountnaam vaak een emoji van een wit vlaggetje, als alternatief voor de vlag van de Taliban die niet kan worden gekozen. In Dari of Pasjtoe of in Europese talen brengen ze positief nieuws over Afghanistan. Ze delen en liken regelmatig elkaars content en zijn te gast in elkaars livestreams. Als ze naar Talibanleiders verwijzen, gebruiken ze de islamitische eretitels die het regime heeft uitgedeeld.
De Europese Taliban-influencers hebben meestal hooguit enkele duizenden volgers, maar dat wil niet zeggen dat het fenomeen onschuldig is. Navo-topfunctionaris James Appathurai waarschuwde onlangs in het Europees Parlement nog voor buitenlandse inmenging via ‘micro-influencers’ die desinformatie en propaganda verspreiden. Hij doelde vooral op Russische beïnvloeding, maar ook andere landen gebruiken influencers als onderdeel van een lange arm-strategie om diasporagemeenschappen en westerse samenlevingen te beïnvloeden en mogelijk te ontwrichten.
Vanuit Kaboel lopen veel lijntjes van de Taliban naar Europese aanhangers, die livestreams van Talibanleiders hosten en positieve berichten over de Taliban delen. Influencers zoals Paykhar reizen regelmatig naar Afghanistan en doen mee aan online campagnes die worden geïnitieerd door de Taliban.
In juli 2022 doet bijvoorbeeld de hashtag #AfghansSupportTaliban plotseling opgeld op Twitter. Het is een reactie op een kort daarvoor gelanceerde online campagne tégen de Taliban. Met de hashtag #BanTaliban proberen activisten druk uit te oefenen op Twitter om de Taliban te weren van het platform, in navolging van Meta, dat op Facebook die stap wel heeft gezet.
Plots beginnen duizenden Twitteraccounts van de een op de andere dag de hashtag #AfghansSupportTaliban te gebruiken. Een netwerkanalyse van onderzoeksbureau ExTrac toont aan dat achter de campagne een netwerk van bots schuilgaat, maar er zijn ook gebruikers van vlees en bloed, waaronder meerdere Taliban-influencers in Europa.
‘De Taliban hebben er veel belang bij om hun invloed in diasporagemeenschappen te vergroten’, zegt Afghanistan-deskundige Weeda Mehran van de University of Exeter. In de eerste plaats om meer sympathisanten te werven en mensen mogelijk over te halen om terug te keren naar Afghanistan. Maar ook om tegenstanders de mond te snoeren. Binnen Afghanistan hebben ze met censuur en repressie alle kritische stemmen tot zwijgen gebracht, datzelfde willen ze ook bereiken in het buitenland bij vluchtelingen, zegt Mehran. ‘De Taliban proberen een ‘counter-narratief’ te organiseren en druk uit te oefenen op activisten. Dat kan leiden tot intimidatie en zelfs geweld.’
Dat de propaganda aanslaat bij Afghanen in het Westen, heeft volgens Mehran te maken met het conservatisme dat kenmerkend is voor diasporagemeenschappen. ‘Zij hechten aan culturele waarden in het land van herkomst. Jongeren die moeite hebben om te integreren of die zich afgewezen voelen zijn kwetsbaar voor dit type propaganda.’
Gevluchte Afghanen die kritisch zijn over de Taliban worden regelmatig bedreigd. Vaak anoniem, maar soms heel openlijk. ‘General Mobin’, een Afghaanse sociale-mediatrol in dienst van de Taliban, voert haatcampagnes tegen influencers die zich in zijn ogen onislamitisch gedragen. Zo vaart hij in september 2024 uit tegen influencer Khalil Qalander, die in de Verenigde Arabische Emiraten woont en in video’s danst met westers geklede vrouwen: ‘Je bent een schande voor Afghanen en moslims. Ik waarschuw je. Ik heb vrienden in Dubai en vertel aan alle Afghanen, vooral de predikers van de islam, dat jij vanaf nu mijn doelwit bent.’
Een andere Afghaanse TikTokker die in Amerika woont krijgt van Mobin te horen dat hij de namen van diens Afghaanse familieleden zal doorgeven aan het Taliban-ministerie dat toeziet op handhaving van de sharia. ‘Ik zweer bij Allah, ik zal ze laten verdwijnen”.’
Ook gevluchte journalisten en influencers in West-Europa ontvangen bedreigingen. Een Afghaanse journalist in Nederland, die liever anoniem blijft, vertelt dat hij vooral tijdens livestreams in de comments veel haatberichten en doodsbedreigingen krijgt: ‘Iemand zei: je woont nu in de EU, maar op een dag vinden we je en zetten we je het betaald.’ Een Afghaanse transman in Duitsland, met vooral op Facebook en Instagram veel volgers, krijgt vrijwel continu haatberichten. Zijn accounts al een keer gehackt en hij heeft tientallen keren aangifte gedaan bij de politie.
© Sanaullah Seiam / AFP
Op het eerste gezicht lijkt de wereld van likes, emoji’s en memes mijlenver verwijderd van de gedroomde werkelijkheid van de Taliban, waarin geen ruimte is voor muziek, dans en andere vormen van ‘frivoliteit’. Toen de Taliban in 1996 voor het eerst aan de macht kwamen, verboden ze fotografie, televisie en alle andere vormen van entertainment. Videotapes, cassettes en andere geluidsdragers werden in beslag genomen en vernietigd. In 2001 werd zelfs het volledige internet verboden.
Tijdens de guerrilla-oorlog tegen de Amerikaanse troepen trad een nieuwe generatie Talibanleiders naar voren — jonger, vaak opgeleid aan universiteiten in Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten en met een beter begrip van propaganda en de kracht van (sociale) media dan hun voorgangers. ‘Ze verspreiden video’s van hun aanvallen op coalitietroepen via geheugenkaarten. Ook produceren ze propagandavideo’s in een eigen studio’, vertelt Hazrat Bahar, een gevluchte Afghaanse wetenschapper die aan de universiteit van Leipzig onderzoek doet naar de mediastrategie van de Taliban.
De Taliban investeren nu veel geld in sociale media, weet Bahar. ‘Niet alleen in het produceren, maar ook in het controleren en monitoren van content.’ Journalisten en influencers in Afghanistan die zich niet houden aan de richtlijnen van het Afghaanse ministerie voor Informatie, krijgen een dwingende uitnodiging voor een gesprek. Ook mediamakers buiten Afghanistan worden in de gaten gehouden. ‘De boodschap is glashelder: als je je tegen de Taliban keert, kunnen we je pijn doen’, zegt Bahar. ‘Als we jou niet te pakken kunnen krijgen, dan gaan we achter je familie in Afghanistan aan. Dit dreigement heeft grote invloed gehad op activisten en influencers buiten Afghanistan, veel mensen zijn voorzichtiger geworden en durven niet eens kritische berichten over de Taliban op social media te liken.’
De taal en de toon van de Taliban zijn veranderd sinds zij weer aan de macht zijn, stelt Bahar. Stonden voor 2021 concepten als martelaarschap en jihad centraal, nu ligt de nadruk op het legitimeren van het eigen bewind. Populair zijn beelden van ontmoetingen met bevriende regeringsleiders en is er veel aandacht voor de toegenomen veiligheid in het land.
De laatste tijd wordt in de propaganda van de Taliban de jihadistische ideologie gecombineerd met een vorm van etnisch Pasjtoe-chauvinisme. ‘Toen ze nog vochten tegen de Afghaanse regering en de Navo-troepen, hadden ze iedereen nodig’, zegt deskundige Mehran. ‘Nu willen ze die macht niet delen met andere groepen. Opeens is de boodschap dat de Pasjtoe de grootste etnische groep zijn en dus de rechtmatige heersers van het land.’ Een gevaarlijk narratief dat ook voor spanningen zorgt in de diasporagemeenschap, vindt Mehran. ‘Dat doen de Taliban heel slim. ‘Ze weten dat hun ideologische boodschap bij lang niet alle Afghanen aanslaat. Maar Pasjtoe in het buitenland voelen zich misschien wél aangesproken door het idee van Pasjtoe-dominantie.’
De luidste stem in het online koor van Talibanaanhangers is die van de Jamil Qadery. Op YouTube heeft hij meer dan 86 duizend abonnees, op TikTok bijna 60 duizend volgers. Binnen de Afghaanse gemeenschap in West-Europa is hij een zeer bekende naam. Voor iemand die zichzelf omschrijft als ‘Ambassadeur van de vrede’, houdt de sinds 2010 in België woonachtige influencer er weinig vredelievende ideeën op na. In juni 2023 plaatste hij een video op zijn accounts met een onheilspellende boodschap. Getooid met een donkerblauwe tulband kijkt de jonge Afghaan indringend in de camera. Op luide toon en met een priemende vinger, dreigt hij dat hij zichzelf ‘op zal blazen’. Hij gebruikt daarvoor het Arabische woord istishhadi, ‘zij die het martelaarschap zoeken’, een term die wordt gebruikt voor plegers van zelfmoordaanslagen.
De video past in een patroon van radicale en agressieve uitspraken. Qadery is een overtuigd en fanatiek aanhanger van de Taliban en de liefde is wederzijds: leden van het regime, waaronder ministers, laten zich door Qadery interviewen. Toen de hooggeplaatste Taliban-official Abdul Bari Omar in november 2023 Duitsland en Nederland bezocht, week Qadery niet van zijn zijde.
Tussen de Europese Taliban-influencers bestaan grote verschillen in professionaliteit, toon en werkwijze, maar ze bedienen zich van hetzelfde repertoire aan propaganda, desinformatie en misinformatie. In hun missiedrang spelen vaak ook financiële motieven een rol: voor sommigen is het promoten van de Taliban een verdienmodel, bij anderen is het zakelijk opportuun om een goede relatie op te bouwen met de Taliban.
Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor Shahzad Poya, een spil in een netwerk van Duitse Taliban-aanhangers. In Iran beheerde de Afghaanse journalist het YouTube-kanaal Tamasha 24 TV met nieuws over Afghanistan, vaak voorzien van zijn commentaar. Het kanaal, met 121 duizend abonnees, koos duidelijk partij tegen de Taliban en was zelfs verbonden aan het Nationaal Verzetsfront, een alliantie van verzetsgroepen.
In april 2024, hij was inmiddels vanuit Turkije via Spanje naar Duitsland gereisd, maakte Poya echter een opmerkelijke draai. In een gezamenlijke YouTube-video met Jamil Qadery biedt hij de hoogste leider van de Taliban publiekelijk zijn excuses aan. Hij roept andere Afghanen op om zijn voorbeeld te volgen en de ‘realiteit’ van Afghanistan onder heerschappij van de Taliban te accepteren.
In latere video’s benadrukt Poya dat het ‘zijn eigen beslissing’ is om de Taliban te steunen. Hij verspreidt desinformatie – bijvoorbeeld dat in de Talibanregering alle Afghaanse minderheden vertegenwoordigd zijn – en bespreekt in vele livestreams met Taliban-aanhangers de situatie in het land. ‘Het steunen van anti-Taliban krachten is verraad aan Afghanistan’, verklaart hij.
Poya hoopt in Iran een baan te krijgen bij een staatsomroep, vertelt hij. Ook is hij betrokken bij een in Duitsland geregistreerd bedrijf dat hij samen met twee andere Afghaanse mediaprofessionals heeft opgericht. Dit NG Network GmbH beheert volgens hem Perzischtalige YouTube-kanalen van contentmakers uit Iran, Afghanistan en Tadzjikistan. Zo’n driehonderd kanalen werken volgens eigen zeggen met hem samen, waaronder de Afghaanse staatsomroep RTA.
Ook de Nederlands-Afghaanse academicus Sangar Paykhar wil een ‘mediaorganisatie’ opzetten in Afghanistan, vertelt hij in een podcast. Hij is bezig met het trainen van een ‘team van Engelssprekende kerels’ dat deze taak op zich moet nemen. Het gaat om [Eyes of Afghanistan] (https://www.youtube.com/@eyesofafghan/videos), vooralsnog een platform dat voornamelijk National Geographic-achtige content produceert over Afghanistan.
Samen met zakenpartners reist Paykhar regelmatig naar Afghanistan. Hoeveel hij verdient met zijn media-activiteiten, valt niet te zeggen. Volgers van Afghan Eye en van Eyes of Afghanistan kunnen geld doneren en van Afghan Eye kun je voor 66,22 euro per maand abonnee worden. Dat hebben tot nu toe slechts zes mensen gedaan. Op zijn sociale media-accounts deelt hij opvallend vaak berichten van het in Afghanistan gevestigde reisbureau Sangin Travels, dat geheel verzorgde rondreizen aanbiedt in verschillende delen van Afghanistan.
Van een centrale organisatie en leiderschap is er bij de westerse Taliban-influencers geen sprake, denkt onderzoeker Hazrat Bazar. Volgens hem hebben de Taliban altijd de voorkeur gegeven aan gedecentraliseerde netwerken. Weeda Mehran sluit zich hierbij aan: ‘Het is een gefragmenteerde groep. Er zullen mensen zijn die in direct contact staan met de Taliban, mogelijk met leiders, maar er zijn er veel meer die zich kunnen vinden in de Taliban-ideologie zonder dat zij banden hebben met de organisatie. Dat maakt het ook zo lastig om dit soort online-activiteiten te bestrijden.’
Toch vormen ze geen ongevaarlijke groep, benadrukken de wetenschappers. Er is de Taliban veel aan gelegen om hun regime ‘wit te wassen’. Ze hopen op erkenning als officiële regering van Afghanistan.
Als de Taliban meer steun krijgen binnen de diasporagemeenschap, vergroot dit mogelijk de kans op deze erkenning. ‘Ze zijn geïnteresseerd in eenieder die hun imago kan opvijzelen,’ denkt Bahar. ‘Ze proberen bijvoorbeeld bekende Afghanen in het buitenland over te halen om terug te keren naar Afghanistan. “Dan moet het wel veilig zijn voor iedereen”, is de boodschap.’
Internationale erkenning van de Taliban is levensgevaarlijk, waarschuwt Mehran: ‘Dan kunnen ze ook buiten Afghanistan achter hun tegenstanders aangaan.’
Nadat de Belgische krant L’ Avenir in mei 2023 een artikel publiceerde over Jamil Qadery was voor een aantal Afghaanse activisten de maat vol. Ze startten een online petitie waarin ze vroegen om zijn uitzetting uit België. Veel van de bijna twaalfduizend ondertekenaars zijn Afghanen die zijn gevlucht voor de Taliban. In het Belgische parlement werden vragen gesteld over de kwestie.
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor liet een onderzoek instellen naar de banden van Qadery met de Taliban. Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen concludeerde in mei 2024 dat Qadery gezien zijn bijzonder hartelijke relaties met de Taliban de bescherming van de Belgische staat niet meer nodig had. Zijn vluchtelingenstatus werd opgeheven. Qadery ging in beroep tegen de beslissing. De door de Taliban gecontroleerde staatsomroep RTA startte een solidariteitscampagne, met als hashtag #WeAreAllJamilQadery.
Op 11 februari werd het beroep van Qadery tegen de opheffing van zijn asielstatus behandeld voor een rechtbank in Brussel. De definitieve uitspraak moet nog volgen, maar de vredesambassadeur heeft de beslissing niet afgewacht; begin februari dook hij plotseling op in Kaboel, waar hij door de Taliban als een held werd binnengehaald.
Sindsdien reist Qadery met een escorte van Talibanstrijders door Afghanistan om propagandavideo’s te maken voor zijn sociale media-kanalen. Verrassend genoeg zien we hem soms in gezelschap van een oud-landgenoot, de Belgische bekeerling Jean-Louis Denis, ook bekend als Abou Yahyah. Deze Denis is een haatprediker die in het verleden tientallen mensen ronselde voor de jihad in Syrië, waaronder twee terroristen die in 2015 en 2016 verantwoordelijk waren voor dodelijke aanslagen in Parijs en Brussel. Voor zijn aandeel in de ronselpraktijken werd Denis veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.
Qadery blijkt ondertussen zelfs voor sommige Taliban te radicaal. Nadat hij in een van zijn video’s een klein meisje dat op straat bedelt de les las omdat ze geen hijab droeg, beklaagden veel Taliban zich op sociale media over zijn scherpslijperij. ‘Kunnen we hem niet terugsturen naar België?’
Dit is een productie van RFG Media, een organisatie die werkt met gevluchte journalisten. Een team van vier journalisten voerde het onderzoek uit in het kader van een leer-werktraject onderzoeksjournalistiek, de RFG Newsroom. Uit veiligheidsoverwegingen moeten de Afghaanse journalisten helaas anoniem blijven. Dit project is mogelijk gemaakt door Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en Stichting Veronica.
Met medewerking van Sona Sahar en Besan Zarzar.
Lees ook: