Nee, comfortabel voelde het niet toen de gewapende troepen van de Syrische Democratische Krachten (SDF) de twee Koerdische wijken in Aleppo verlieten, zegt Arîn Abdo. Ze zit in het hoofdkwartier van de veiligheidspolitie in Ashrafiyeh, één van die twee wijken. Ze is verantwoordelijk voor de vrouwelijke bemensing van de checkpoints van de veiligheidspolitie. ‘De oorlog is voorbij’, zegt ze, ‘dus we hebben geen zwaarbewapende troepen meer nodig. Als politie staan we dichter bij de bewoners van de wijk en juist dat is nu belangrijk. We moeten het gewone leven weer opbouwen.’
In Ashrafiyeh en de andere Koerdische wijk, Sheikh Maqsood, beiden gelegen in het noorden van Aleppo, wordt het gewone leven voorzichtig afgetast. Het is een drukte van belang op straat. Eén van de straten ziet roze, geel en blauw van de jassen en rugtassen van alle kinderen die net uit school komen; op de hoek van de straat een ijs- en ballonnenverkoper. Er is handel op de stoep en in ontelbare kleine winkels, generatoren ronken en dampen, de elektriciteitsdraden hangen in onontwarbare en gevaarlijke kluwens en vertakkingen tussen de gebouwen.
Aan de randen van de wijken de checkpoints. Je kunt er gewoon in, ook als je niet in de wijk woont of er niks specifieks te zoeken hebt. Goederen kunnen er ook weer onbelemmerd naar binnen. Dat was niet zo toen dictator Assad nog de scepter zwaaide: die sloot Ashrafiyeh en Sheikh Maqsood vaak maandenlang af van brandstof en levensmiddelen. Als de nood te hoog werd, sloot de SDF elders bevoorradingslijnen van het Syrische leger af, net zolang tot de blokkade werd doorbroken.
Tot vreugde van de inwoners kunnen ze hun wijken nu ook uit zonder angst. Wie de straten naar boven volgt, komt vanzelf uit bij een hoog plateau, begrensd door een laag muurtje met daarachter braakliggend terrein. Het uitzicht over de rest van Aleppo is adembenemend. Er is verwoesting zichtbaar, maar ook leven: uitgestrekte stadswijken met moskeekoepels, het verkeer dat zich een weg zoekt, wat moderne hoogbouw, plukken groen van bomen en parken. In de verte de historische citadel, waar de vreugde over het einde van het Assad-tijdperk nog dagelijks tot uitbarsting komt. Syrische vlaggen, groen-wit-zwart met drie rode sterren in het wit, wapperen in de wind.
Avîn Sido is meegelopen naar het uitzichtpunt van Sheikh Maqsood. Ze is actief in het buurtwerk. Jaren geleden wilde ze naar Tunesië voor een conferentie over lokaal bestuur. Toen ze de wijk uitging om een paspoort te bemachtigen, ontdekte ze tot haar grote schrik dat ze werd gezocht voor ‘terrorisme’. Ze haastte zich terug naar Sheikh Maqsood. ‘Binnenkort is de jaarlijkse conferentie in Jordanië’, zegt ze, ‘en nu ga ik wel. Sinds Assad weg is en de SDF een deal sloot met Al-Sharaa, is Aleppo veilig voor me. Ik word niet meer gezocht. Volgende week kan ik mijn paspoort ophalen.’
De deal tussen de SDF en de nieuwe Syrische president Ahmed Al-Sharaa werd begin april beklonken. Afgesproken werd dat de wijken onder civiel en militair gezag van Damascus zouden komen te staan. Hoe dat er precies uit gaat zien, daar moet nog over onderhandeld worden. De SDF besloot zich uit beide wijken terug te trekken. De veiligheid van Sheikh Maqsood en Ashrafiyeh is in handen gelegd van de lokale veiligheidspolitie, die niet onder gezag van Damascus staat, én van gezamenlijke checkpoints die net buiten de wijken zijn opgezet.
De overeenkomst is onderdeel van een aantal deals die SDF-commandant Mazlum Abdi tekende met Al-Sharaa. Die behelzen allemaal in principe hetzelfde: de SDF (en daarmee de Koerdische milities YPG en vrouwengroep YPJ die de ruggengraat vormen) gaat op in het Syrische leger. Het lokale bestuur dat overal in SDF-gebied is opgezet sinds 2012, in de beginjaren van de Syrische oorlog, komt ook onder centraal gezag. Er wordt een reeks aan commissies opgezet om dat proces in goede banen te leiden. Eind dit jaar moet het zijn volbracht.
Vooralsnog lijkt het erop dat de overeenkomst de Koerdische wijken veiligheid heeft gebracht. Het door Turkije gesteunde Syrische Nationale Leger (SNA), dat zich niet aan Al-Sharaa’s gezag onderworpen heeft maar de Turkse president Erdoğan trouw blijft, stond te popelen de wijken binnen te trekken. Met de gezamenlijke SDF-Damascus checkpoints rondom de wijken, is die dreiging voorbij. Maar in hoeverre valt Al-Sharaa zelf te vertrouwen?
Wie je het ook vraagt in Sheikh Maqsood en Ashrafiyeh: vertrouwen doet niemand hem. Eens een jihadist, altijd een jihadist, zeggen ze hier. Van de interim-president is bovendien onduidelijk of hij alle milities in het land onder controle heeft. De moordpartijen onder Alawieten aan de kust, begin maart, liet Al-Sharaa die gebeuren of lukte het hem niet om het te laten stoppen? En de recente aanvallen tegen de druzische minderheid in het zuiden van het land, verraden die de hand van Al-Sharaa, of van groepen buiten zijn macht?
© EPA / Ahmad Fallaha
In Ashrafiyeh en Sheikh Maqsood hielden ze de adem in toen in maart het geweld tegen de Alawieten tot uitbarsting kwam. De opmars van de troepen van Al-Sharaa, toen nog HTS geheten, was eind vorig jaar razendsnel gegaan: eind november nog was de status quo intact, met de HTS dat zijn machtsbasis had in het noordwestelijke Idlib, en ineens, binnen twee weken, veegden ze Assads leger uit Aleppo, Homs en Damascus. Aan de kust, waar Assad, zelf een Alawiet, nog aanhang had en waar getrouwen probeerden verzet te plegen, hielden milities huis onder de doodsbange bevolking. Honderden mensen kwamen om.
Arîn Abdo, de leidinggevende over de checkpoints, vertelt dat Ashrafiyeh en Sheikh Maqsood meteen in de hoogste staat van paraatheid waren: ‘De spanningen liepen hoog op. Er werd willekeurig gemoord aan de kust. De mensen hier waren bang dat deze wijken ook doelwit zouden worden.’
Die spanning betrof niet alleen de Koerdische wijken in Aleppo, maar ook ander Syrisch grondgebied waar de door Koerdische milities geleide SDF het voor het zeggen heeft. Dat is een flinke lap grond in het noorden en noordoosten van het land met steden als Raqqa, Kobani, Qamişlo, Derik, Hasake – en met aanzienlijke olievoorraden en vruchtbare grond. SDF-gebied wordt ook beschermd door de aanwezigheid van Amerikaanse troepen, maar de geïsoleerde ligging van Ashrafiyeh en Sheikh Maqsood maakt ze kwetsbaarder.
Het is precies daarom dat het ‘oncomfortabel’ voelde dat de SDF de wijken verliet. Was dit nou goed nieuws omdat de wijken door de overeenkomst met Al-Sharaa veiliger waren geworden en de SDF niet meer nodig was? Of was het slecht nieuws omdat de SDF de wijken opofferde om zich te concentreren op de verdediging van het grotere territorium in het noorden en noordoosten? Werden de paar honderdduizend bewoners van Ashrafiyeh en Sheikh Maqsood nou aan hun lot overgelaten, of juist niet?
Extra zenuwachtig werden de bewoners door veranderingen op het internationale toneel. Tijdens zijn eerste presidentschap besloot Trump de Amerikaanse troepen uit Syrië terug te trekken. Dat werd op het nippertje voorkomen. Wat als het tijdens zijn tweede termijn wél zou gebeuren, mede onder druk van de Turkse president Erdoğan, die Al-Sharaa ten volle steunt en graag samen met de interim-president een einde maakt aan Koerdisch zelfbestuur en zelfverdediging?
Inmiddels heeft Trump besloten ongeveer de helft van de tweeduizend troepen terug te trekken. Dus die buffer tegen Turkse expansiedrift in Syrië blijft, weliswaar enigszins verzwakt, overeind. Daar komt bij dat Al-Sharaa niet Erdoğans trekpop blijkt te zijn. Hij wil van de internationale sancties af. Een nieuw gewapend conflict met de zeer ervaren en strak georganiseerde SDF helpt daar niet bij. Zelfs Erdoğan lijkt dat te beseffen: mochten de sancties (deels) van tafel gaan, dan kan Turkije Syrië met investeringen binnentrekken in plaats van met troepen. Dat levert geld op voor de in het slop verkerende Turkse economie, in plaats van dat het geld kost.
Ashrafiyeh en Sheikh Maqsood kropen door het oog van de naald. Maar, zegt lokaal bestuurder Avîn Sido terwijl ze door de straten loopt, dat hebben de bewoners aan zichzelf te danken. Ze duikt de geschiedenis in terwijl ze een armgebaar maakt naar de levendige straat en de gebouwen die zonder veel plan gebouwd lijken: ‘Dit was een zandweg voor 2011. Deze wijken zijn altijd achtergesteld geweest.’
Met ‘altijd’ bedoelt ze pakweg de afgelopen honderd jaar. Sheikh Masqood had oorspronkelijk een christelijke bevolking en Ashrafiyeh een joodse. Dat waren gemeenschappen die van de centrale regering in Damascus niet veel te verwachten hadden. Ze bestierden zichzelf, tot de christenen grotendeels naar Europa vertrokken en de joden naar Israël. Koerden, die zonder veel geld op zak hun geluk kwamen beproeven in handelsstad Aleppo of die met studerende zonen en dochters meeverhuisden, namen hun plaats in.
Ze laat het gebouw in Ashrafiyeh zien waar ze in 2000 geboren werd. Er is een rood kruis op geschilderd, dat betekent dat er niet in gewoond mag worden omdat de kans op instorten te groot is. De panden ernaast zijn deels opgeknapt. ‘Ons huis was op de tweede verdieping. Het lag precies op de frontlijn tussen regering en oppositie. Ik was dertien toen we bij zonsopkomst moesten vluchten.’
De familie week uit naar Afrin, een Koerdische enclave in het uiterste noordwesten van Syrië die onder controle stond van Koerdische troepen, en waar de oorlog ver weg was. Tot Turkije en de door Turkije gesteunde SNA het gebied in 2018 binnenvielen en bezetten. De familie haastte zich terug naar Aleppo en streek neer in Sheikh Maqsood. ‘Wat deze wijken sterk maakt’, zegt Sido, ‘is dat het zelfbestuur projecten heeft opgezet. De mensen die hier zijn komen wonen, hebben zelf hun huizen gebouwd, net als de vroegere christenen en joden, en er is geïnvesteerd in infrastructuur, in onderwijs, in projecten voor vrouwen. De verwaarloosde wijken zijn gemeenschappen geworden, juist omdat niemand van buiten zich om ons bekommerde.’
Sido vertrouwt erop dat de overeenkomst tussen de SDF en Al-Sharaa in het voordeel van de Koerden zal uitpakken. Niet alleen in het voordeel van de Koerden trouwens. Zowel het lokale bestuur als de veiligheidspolitie zegt in verbinding te staan met de Alawieten aan de kust.
‘Wij willen dat mensen overal in Syrië volgens hun eigen cultuur, tradities en religie kunnen leven’, vertelt Zainab Kanbar, actief in de lokale afdeling van de Syrische Democratische Raad, een paraplu-organisatie die zelfbestuur promoot en implementeert. ‘Vrouwen vervullen daar een centrale rol in en vrouwen in andere delen van Syrië zien dat. Alawitische vrouwen hebben contact met ons opgenomen nadat hun mannen werden vermoord. Ze wilden weten hoe ze ervoor kunnen zorgen dat ook zij in vrede kunnen leven.’
Terwijl de netwerken worden gebouwd werken de onderhandelaars van SDF, YPG en YPJ in de commissies die de integratie in de nationale Syrische structuren in goede banen moeten leiden. Andere organisaties proberen druk op de ketel te zetten door bijvoorbeeld handtekeningen te verzamelen. In Kobani, pal aan de Turkse grens, is zo’n handtekeningenactie gestart, waarin de SDF-leiding wordt opgeroepen alles op alles te zetten om te zorgen dat moordpartijen zoals tegen de Alawieten niet meer voorkomen. Doet de SDF daar niet genoeg voor dan? Eén van de handtekeningenverzamelaars zegt: ‘Juist wel. En met deze handtekeningen kan de leiding tegen Al-Sharaa zeggen: “Kijk, de bevolking wil ook veiligheid en respect voor alle groepen in het land”.
Al-Sharaa presenteerde een paar dagen nadat hij de deal met SDF-leider Mazlum Abdi sloot, een tijdelijke nieuwe grondwet. Daaruit blijkt niets van respect voor diversiteit of vrouwenrechten, terwijl dat juist de aspecten die de Koerden nastreven. Dat heeft het prille vertrouwen geschaad, maar de motivatie om voor het politieke project te strijden ook aangewakkerd. Al-Sharaa mag dan proberen de Koerden op de knieën te krijgen, de Koerden proberen met de overeenkomsten hem juist hún kant op te trekken. Wie staat steviger? Wie trekt harder?
Die strijd betreft nadrukkelijk ook de checkpoints rondom Sheikh Maqsood en Ashrafiyeh, zegt Arîn Abdo van de veiligheidspolitie. Die worden bemenst door mannen én vrouwen, maar bij de zeven gezamenlijke checkpoints van veiligheidspolitie en troepen uit Damascus zijn vrouwen de grote afwezigen. ‘We moesten daar voorlopig genoegen mee nemen’, zegt Abdo. ‘Maar het mooie is: nu zijn we met hen in contact, en kunnen we hen informeren over onze politiek en onze strijd. We streven ernaar dat er aan het eind van het jaar op álle checkpoints vrouwen werken.’
Lees ook:
https://www.groene.nl/artikel/sinds-assad-weg-is-is-aleppo-veilig-voor-me