De terugkeer van de tanline – De Groene Amsterdammer


‘UV 10, tanlines, beach hopping & sunsets please 🐚🌸🌊💫’

In eerste instantie besteed ik weinig aandacht aan de zin onder de foto van mijn veertien jaar jongere stiefzus op Instagram. Ik geef een hartje, scrol door en dan dringt het tot me door. Wacht eens even. UV 10 en tanlines? Is dit niet de generatie die van selfcare, skincare routines en mental health hun heilige drie-eenheid hebben gemaakt? Zij weten toch als geen ander hoe schadelijk UV-stralen zijn? Ik dacht dat witte mensen met een ‘lekker kleurtje’ sinds 2010 tegen het gênante aan schuurden – Oh oh Cherso, dat werk – en dat Gen Z zelfs op een druilerige herfstdag nog een emmer sunblock door hun dagcrème spatelt.

Dat ik niet de enige ben die dit denkt, blijkt als ik op datzelfde Instagram een reel zie van comediènne en mede-millennial Fleur Overgaag. In haar populaire ‘vroeger versus nu’-format laat ze een dik aangezette evolutie van het zonnebaden in Nederland zien; waar we vroeger ter voorbereiding op de zonvakantie een strippenkaart voor de zonnebankstudio kochten om een ‘laagie op te bouwen’, durven we nu alleen met petje, lange mouwen, vijf vingers SPF 50 op de wangen en hydrapads onder de ogen naar buiten voor onze matcha latte. Want: ‘the sun is literally killing us’. Vervolgens adviseert Fleur anno 2025 dat je met wat tan drops de sun niet nodig hebt om te shinen. Dat was ook mijn beeld van hoe we het nu met z’n allen deden. Verstandig, met minstens factor 30 op je snoet en zoals voor alles geldt als je volwassen bent: met mate. Niet te lang en niet te veel. Zeker niet met factor zes op oliebasis toekomstige groeven in je gezicht liggen bakken op het strand van Salou zoals ik deed in 2003 onder het mom van ‘vandaag een tomaatje, morgen een chocolaatje’. Ik was echt in de veronderstelling dat we deze dwaling massaal en met veel enthousiasme hadden uitgezwaaid. Een beetje zoals ik mijn moeder wegwuifde toen ik met mijn rolkoffer vertrok voor mijn eerste feestvakantie aan de Spaanse Costa.

Ik tik ‘tanlines’ in de zoekbalk van Instagram en moet even knipperen om te begrijpen wat ik zie: meiden die trots de afdruk van hun bikinibandjes in hun roodbruin geroosterde huid tonen met de caption ‘I’m loving this bikini top tan line trend’. Gevolgd door een fotoserie van vrouwen in Rio de Janeiro die volgens de Volkskrant hun lichaam vieren door zich met tape te beplakken voor mega strakke tanlines. Ik scrol verder en krijg tanning routines en tips van meiden die me adviseren om tussen twaalf en twee uur met een waterspray mijn huid te bevochtigen om lekker snel die lijntjes te zien. Niemand rept over een SPF. Tenzij ik een sun tattoo wil. Dan mag de zonnebrandcrème tevoorschijn gehaald worden. Met crème kan ik namelijk een leuk design op mijn huid aanbrengen, zoals een zonnetje met een lachend gezicht en lange stralen – Gen Z-ironie? Zodra de rest van mijn huid goed verbrand is, staat dat zonnetje als een tatoeage in mijn huid gegrift. Dit soort content is miljoenen keren bekeken.

De ellendeling in mij is een klein beetje opgelucht, omdat deze meiden ook voor hun veertigste lachrimpels en groefjes in de spiegel zullen ontdekken. Maar het is ook zo jammer. Net als huidkanker, de meest voorkomende kankersoort in Nederland, dat is ook zo jammer. Wat is hier aan de hand? Waarom slaan de koplopers van de selfcare nu massaal aan de zelfsabotage? Zijn ze niet aan het vapen, een andere trend onder Gen Z, dan liggen ze blijkbaar zonder bescherming op het heetst van de dag in de zon. Waarom toch?

Het zou nogal flauw zijn om dit af te doen als een geval van gebrek aan informatie. Dat Gen Z’ers niet googelen en al hun informatie vergaren via TikTok-filmpjes die amper tien seconden duren. In dat geval is de oplossing ook simpel: laat influencers content maken over veilig zonnen en hup, iedereen aan de stopverf met SPF 50. Of lanceer een nieuwe hitserie met Everybody’s Free (to Wear Sunscreen) van Baz Luhrmann als soundtrack. Er moet meer aan de hand zijn. Bijna veertig procent van de jongeren die maandelijks vapen, weet niet of en hoeveel nicotine er in hun vape zit, volgens de verdiepende rapportage Jongerenmonitor tabaks- en nicotineproducten, een aanvulling op cijfers uit 2023. Of ze het misschien niet wíllen weten, en waarom dan niet, dat wordt hun niet gevraagd. Dat jongeren niet exact weten wat er in een vape zit, betekent niet dat ze denken dat het onschadelijk is.

Ondertussen scrol ik verder op Insta, het algoritme heeft me nu goed in zijn klauwen, en zie een reel van een jonge vrouw in bikini op een zonnebedje met de caption ‘Tanning causes skin cancer’. Haar blik spreekt boekdelen en dan steekt ze haar middelvinger op ter bevestiging. Daaronder schrijft ze: ‘No cause let me be. I’m living my life to the tannest’. De video heeft zeven miljoen views.

Is dit schoonheidsideaal jongeren nu meer waard dan hun gezondheid op de lange termijn? Valt het zo makkelijk uit te leggen als het slaafs volgen van een trend? Een zongebruinde huid mooi vinden, is overigens pas sinds de jaren twintig bon ton in westerse kringen. Coco Chanel wordt verantwoordelijk gehouden voor het chic maken van de tan nadat ze per ongeluk zongebruind op de rode loper verscheen. Dit was het moment waarop, zo beweert onder andere de BBC, de bruine huid van een symptoom van de zwoegende arbeidersklasse door mevrouw Chanel naar het toonbeeld van vrije tijd werd gekatapulteerd. Witte mensen met een beter inkomen wilden vanaf dat moment een tan. Tot dan toe was er in de hele geschiedenis van de mensheid niks begerenswaardigs aan een sunkissed look geweest, het was juist iets wat men – en het overgrote deel van de wereldbevolking nog altijd – wijselijk vermeed. Al gingen welgestelde Europese vrouwen in de achttiende eeuw wel erg ver voor een bleke huid. In The Quack Doctor beschrijft Caroline Rance hoe deze vrouwen zich insmeerden met een mengsel van loodpoeder en azijn om hun huid extreem bleek te maken, wat toen in de mode was. Gevolgd door een zalfje van arseen, toen lood toch wat giftig bleek.

Toch wil ik er niet aan. Iets dat aan de oppervlakte zichtbaar is bestempelen als oppervlakkig, is even zinnig als een peuter die zich achter de benen van zijn moeder schuilhoudt luidkeels typecasten als verlegen kind. De tanline is geen symptoom van een kortzichtig schoonheidsideaal. Het is meer dan dat. In een wereld die zich op alle fronten bewapent voor zeer uiteenlopend onheil, trekt iedereen een harnas aan.

Millennials om me heen gaan behoorlijk goed op een pantser van sarcasme en onverschilligheid terwijl ze een vlucht naar Ibiza boeken om de laatste van het vriendengroepje die veertig wordt een week lang in te peperen dat het nu pas echt begint. De mammografieën, menopauze en het gehoorverlies. Haha #meidenweekend! Die uitrusting is een luxekeuze en voorbehouden aan een generatie die weet hoe het was om op je achttiende zonder vliegschaamte naar Salou te vliegen, waar de studententijd als een lange kroegentocht aan hen voorbijtrok zonder lockdowns en bittere eenzaamheid, en oorlogen iets waren dat Amerika afhandelde in een Irakese woestijn.

Gen Z moet het doen met een kloffie van ironie en nostalgie. Het meest zichtbare onderdeel van hun combat gear is de hardnekkige liefde voor Y2K. Natuurlijk, mode is cyclisch, maar deze hang naar de nillies wordt veel te lang gerekt. De plastic chokers en minirokken zijn al weer een jaar of twee op hun retour, maar de low-rise jeans, naveltruitjes, plukken haar als omlijsting van je gezicht: ze plakken als kauwgom onder onze ballerina’s. En niets stylet een spierwitte truckerspet zo goed af als een zongebruinde huid. ‘It makes sense that the aughts and Y2K fashion trends, potentially from a time when you were less stressed about the world, are back in the zeitgeist’, zegt schrijver Jillian Wilson in de HuffPost. Het Y2K-pantser is allesbehalve kogelvrij, maar gelukkig is er het geheime wapen: ironie. In het essay We Live in a Society: Over Gen Z-ironie schrijft Linde van Wingerden dat de ontwikkeling van een diep-ironische memecultuur voor Gen Z een vorm is van escapisme: ‘De verwachtingen die er zijn van onze generatie voelen zo zwaar dat ik me soms afvraag hoelang het duurt voordat ze ons verpletteren.’ Het klimaat, het kapitalistische systeem, de politiek, de (macht van) technologie, alles lijkt momenteel op zijn minst kortsluiting te hebben en iedereen van vóór 1997 is heel druk met het zoeken naar de handleiding. Van Wingerden onderstreept dat gevoel met een quote van video-essayist CJ the X: ‘How long can you teach children that their planet is dying, while also telling them they’re naive and stupid for thinking that they could organize to change it, until they give up and fall into a pit of irony?’

Als de toekomst voor je ogen in het ijle oplost, is het niet gek dat je je nu nog even wil warmen aan de zon. Zeker als je daarmee wat autonomie kunt terugpakken. Want zolang een daad alleen impact heeft op jezelf, word je misschien met rust gelaten. De andere generaties weten niet hoe snel we naar voren moeten duiken om Gen Z te wijzen op inconsistenties in hun gedrag. Maken verontwaardigde nieuwsitems over tentjes die jongeren na afloop achterlaten op festivalcampings, alsof dertigers en veertigers daar niet kamperen. Of we wachten ze op bij de vertrekbalie op Schiphol zoals NRC deed, om te vragen hoe zij aankijken tegen klimaatverandering. Een geniepige vraag naar aanleiding van een onderzoek van Ipsos waaruit bleek dat jongvolwassenen minder duurzame keuzes maken. Toen ik dat las, dacht ik: waarom vraag je al die anderen die ook een trolley achter zich aanslepen op Schiphol niet naar hun gewetensbezwaren? Wat doen wij eigenlijk voor het klimaat?

Van Gen Z verwachten we meer. Door de bal in hun kamp te trappen, verdoezelen we dat we onszelf hebben vrijgepleit van verantwoordelijkheid. Het is de reden, besef ik nu, dat ik mijn stiefzusje nog niet heb gevraagd naar de tanline-trend. Zij hoeft zich niet te verantwoorden. Nee. Ik moet haar gewoon wat zon in het gezicht gunnen.

Lees ook:




https://www.groene.nl/artikel/de-terugkeer-van-de-tanline