Trumps machtsvertoon – De Groene Amsterdammer


Het succes van Trumps plan hangt af van onze bereidheid om het te zien – of beter gezegd, van de keuze om het te negeren. In het slechtste geval besluiten Amerikanen weg te kijken terwijl hun buren en collega’s worden opgepakt bij immigratie-invallen en hun steden worden gemilitariseerd, om vervolgens te doen alsof zij geen andere keuze hadden dan de democratie op te geven.

Er zullen altijd voorwendsels worden gevonden. Dat zien we nu al: in de stroom van leugens over de stedelijke criminaliteit en – zoals bleek na de moord op de rechtse activist Charlie Kirk – in het selectief uitbuiten van politiek geweld.

Laten we niet de fout maken om de voorwendsels te verwarren met het werkelijke beleid. Of de overgang naar autoritarisme in de VS slaagt, hangt uiteindelijk af van burgers. In Trumps paradigma is dit alles een realityshow en zijn wij slechts onbeduidende figuranten – zonder tekst, voorgoed op de achtergrond.

Noem het een ‘machtsvertoon’. Zo wordt de inzet van troepen van de Nationale Garde – en soms zelfs mariniers – in Amerikaanse steden vaak omschreven. Maar wat voor macht is dat eigenlijk? En wat voor vertoon? En hoe kunnen we verder kijken dan te denken dat dit slechts een ‘show’ is waarin wij geen enkele rol te spelen hebben?

De inzet van het leger is overduidelijk illegaal en bedoeld om te intimideren. Zelfs als de huidige verregaande eerbied van het Hooggerechtshof voor Trump ertoe leidt dat rechtszaken nauwelijks effect hebben, blijven de bevelen aan soldaten in strijd met het al lang bestaande en terecht gekoesterde principe dat het leger niet mag worden ingezet voor wetshandhaving. Troepen daarvoor gebruiken ondermijnt de fundamentele reden van hun bestaan: het verdedigen van het land tegen aanvallen van buitenaf.

Maar uiteindelijk hangt de intimidatie vooral van de Amerikaanse burgers af. Kiezen wij ervoor ons te laten intimideren? Voor veel mensen – zoals ongedocumenteerde werknemers, of zelfs mensen die daar alleen maar op lijken – is er alle reden om bang te zijn en zich gedeisd te houden. Maar velen van ons, en zeker gekozen bestuurders op staatsniveau, hebben juist de plicht om creatief te denken en te handelen.

Om te beginnen betekent dit dat we moeten weigeren mee te doen aan de ‘show.’ Het gevaar is dat ons reflexmatige militarisme ons gedachteloos richting fascisme duwt. Soldaten teren op patriottische symboliek, maar als zij in Amerikaanse steden patrouilleren, verdedigen ze het land niet. Het gebruik van stoere militairen als illustratie bij nieuwsberichten over een zogenaamde ‘zelfinvasie’ is geen neutrale redactionele keuze. Integendeel, het versterkt het beeld dat soldaten simpelweg ‘bevelen opvolgden’ en hun patriottische plicht vervulden.

In feite is deze inzet van het leger in onze steden het politieke equivalent van een aangestoken lont. Door troepen van de ene stad naar de andere te sturen, creëert de regering-Trump de statistische kans op een incident – de zelfmoord van een soldaat, een geval van ‘friendly fire’, of het doodschieten van een demonstrant – dat vervolgens kan worden aangegrepen om een grotere crisis uit te lokken.

Om dit te voorkomen, moeten we onder ogen zien waar passiviteit toe leidt. Als we niet met onze vrienden en familie in het leger spreken over de risico’s, maken we ons medeplichtig aan hun inzet en misbruik ten dienste van het autoritarisme. En als we ons laten intimideren door Trumps ‘machtsvertoon’, werken we mee aan een proces dat hij nooit in zijn eentje zou kunnen volbrengen.

Ik schrijf dit in Dnipro, Oekraïne, tijdens een luchtalarm. Ik had wetenschappelijk werk te doen, en het geschiedenisproject dat me hierheen bracht, werd er niet eenvoudiger op doordat sommige collega’s in actieve dienst waren en anderen nachtenlang wakker lagen door raketten en drones. Toch kwamen ze allemaal opdagen.

Ik vertel dit om ons te helpen het juiste perspectief te bewaren. Oekraïne werd binnengevallen door Rusland. Niemand valt de Verenigde Staten binnen. Het enige wat wij kunnen doen, is onszelf ondermijnen.

Of dat gebeurt, hangt ervan af of we bereid zijn de onderliggende logica te zien, de dingen te benoemen zoals ze zijn, met elkaar in gesprek te blijven en door te gaan met het verdedigen van democratie, fatsoen en menselijke waarden. De kernvraag is of burgermoed kan worden omgezet in effectief democratisch verzet.

Het federalistische systeem van Amerika biedt reden tot hoop. Nadat het Congres in de jaren zestig burgerrechtenwetgeving had aangenomen om de racistische Jim Crow-orde in het Zuiden af te schaffen, maakte de Republikeinse Partij van ‘staatsrechten’ een strijdkreet en strategie om zich te verzetten tegen het federaal gezag. Nu zijn de rollen omgekeerd: de Republikeinen steunen Trumps inzet van de federale macht tegen universiteiten, mediakanalen, advocatenkantoren en steden volledig, terwijl Democratische deelstaatregeringen juist een anti-autoritair bolwerk vormen. Zo dwong de afwijzing door J.B. Pritzker, gouverneur van Illinois, van de inzet van troepen van de Nationale Garde in Chicago, Trump ertoe (voorlopig althans) een stap terug te doen.

Deze weigering om het federale beleid uit te voeren, vormt de basis voor een patstelling tussen de deelstaatregeringen en de regering-Trump over kwesties die uiteenlopen van het verloop van verkiezingen tot de volksgezondheid en zelfs klimaatverandering. Het lot van de Amerikaanse democratie – en misschien wel van Amerika zelf – kan afhangen van de uitkomst.

Vertaling: Menno Grootveld | Copyright: Project Syndicate, 2025

Lees ook:




Over vrijheid en tirannie



https://www.groene.nl/artikel/trumps-machtsvertoon