Onderhandelen met vrienden – StukRoodVlees


Vandaag komt Wouter Koolmees, de verkenner met zijn rapport. Hij is in gesprek met de fractievoorzitters geweest. Er lagen twee opties op tafel. Een ‘breed middenkabinet’ van GL-PvdA, D66, VVD en CDA of een rechtse coalitie met JA21, D66, VVD en CDA. Voor het eerst zaten Klaver en Yesilgöz aan tafel bij Koolmees; ook Jetten en Eerdmans zijn als koppel samen langs geweest. De Nederlandse formaties zijn een lang en complex proces. Wat kunnen we als politicologen zeggen over mogelijke uitkomsten?

Gelijkgestemdenstheorie

Toevallig kwam er een maand geleden een artikel van onze hand uit over de kabinetsformaties in Nederland. Wij onderzochten in welke mate en onder welke voorwaarden beleidsvoorstellen van partijen in het regeerakkoord komen. Gevestigde onderhandelingstheorieën stellen dat grote partijen meer krijgen dan van wat ze willen of dat partijen met name krijgen wat ze willen op hun prioriteiten. Wij stellen daar een bedrieglijk eenvoudige theorie tegenover: naarmate meer partijen rond de onderhandelingstafel het meer eens zijn met een voorstel, is de kans groter dat het in het akkoord komt. Als drie mensen aan tafel pizza willen eten en één patat, dan komt er pizza op tafel: De gelijkgstemdenshypothesen, of in het politicologenjargon: pre-negotiation coalition support hypothese. We gaan hierbij uit van een model waarbij alle partijen die onderhandelen even zwaar tellen: als een grotere partij een voorstel steunt is, is dat niet belangrijker dan als een kleinere partij een voorstel steun. Ze hebben namelijk allemaal evenveel macht: als ze weg lopen dan heeft het kabinet geen meerderheid meer. In simpele taal: het is makkelijker onderhandelen met inhoudelijke vrienden dan met mensen die helemaal iets anders willen.

We laten dit zien op basis van gegevens van het Centraal Planbureau (CPB): de tabellen waarop partijen hun programma’s aanbieden bij het CPB lijken namelijk heel erg op de tabellen die als bijlage bij ieder coalitieakkoord komen. Partijen dienen hun voorkeuren en hun uiteindelijke keuzes in op basis van dezelfde menukaart opgesteld door het CPB. Zo kunnen we voor de periode 2006-2022 kijken in welke mate de beloften van partijen in het regeerakkoord komen.

We vinden een sterke bevestiging van onze hypothese: hoe meer andere partijen rondom de regeringstafel het eens zijn over een voorstel, des te groter de kans dat een voorstel er in komt. Als één partij iets wil is de kans dat het in het akkoord komt ongeveer een kwart, maar als alle partijen iets willen is die kans ongeveer driekwart. Figuur 1 laat deze relatie zien (voor de simpliciteit zonder controlevariabelen). We vinden geen overtuigend bewijs voor de gevestigde onderhandelingstheorieën (de grootte van een partij of de prioriteit die een partij aan een thema geeft).

Figuur 1: Toetsing van de gelijkgestemdenhypothese

Overlap in programma’s

Wat kunnen we op basis van deze theorie zeggen over de twee voorliggende scenario’s? D66 heeft een bijzonder gedetailleerde doorrekening afgeleverd. Wij tellen als we sommige door het CPB op een hoog gegooide voorstellen uitdelen op 196 voorstellen. In Tabel 1 laten we zien in welke mate de programma’s overlappen met dat van andere partijen. Twee op de vijf voorstellen in het D66-programma staat ook in het GL-PvdA-programma, zoals bijvoorbeeld dat bij de productie van nieuwe plastics een deel recyclaat of hernieuwbare grondstoffen worden bijgemengd. Een kwart van het D66-programma staat ook in het CDA-programma, zoals het verlengen van het ouderschapsverlof. Eén op de zeven D66-voorstellen staat ook in het VVD- en JA21-programma. Het verkorten van de WW-duur komt in beide programma’s voor. Alleen met de ChristenUnie heeft D66 nog een sterkere overlap dan met GL-PvdA.

Voor de VVD tellen we 88 voorstellen. Van de partijen die misschien aan tafel komen is de grootste overlap met het CDA: twee op de vijf voorstellen van de VVD staan ook in het CDA-programma. Dat geldt bijvoorbeeld voor het verlagen van het aantal internationale studenten. Daarop volgen JA21 en D66 met allebei meer dan een derde. De VVD en JA21 willen allebei korten op de ontwikkelingssamenwerking. Er is een kleinere inhoudelijke overlap tussen VVD en GL-PvdA, een op de vijf voorstellen uit het VVD-programma staat ook bij GL-PvdA: allebei de partijen willen bijvoorbeeld zuivel en sojadranken niet langer uitzonderen voor verbruiksbelasting. Overigens heeft VVD van alle partijen de grootste overlap met de SGP.

Voor het CDA tellen we 130 voorstellen. Het CDA deelt het meeste met D66. Twee op de vijf voorstellen in het CDA-programma staat ook in het D66-programma. Daarop volgt GL-PvdA met een derde. Zo willen GL-PvdA en het CDA allebei dat bedrijven een bepaald aandeel mensen met een arbeidsbeperking aannemen. Daaronder komen de VVD met een kwart en JA21 met een vijfde. CDA en JA21 willen allebei aan de slag met een Kleine Modulaire Kernreactor. De overlap tussen het CDA- en D66-programma is overigens precies even groot als dat van het CDA en de CU.

Voor GL-PvdA is de overlap nog groter: van hun 157 voorstellen zit de helft ook in het D66-programma. Dat is het hoogste van alle partijen. Het JA21-programma overlapt voor een derde met dat van de VVD. JA21 heeft overigens de grootste overlap met het programma van Volt: beide partijen willen een ingrijpende verandering van de sociale zekerheid in de vorm van een ‘huishoudtoelage’.

Tabel 1: Overlap tussen programma’s

Voorstellende partij D66 voorstellen VVD voorstellen CDA voorstellen
Ook in D66-programma 100% 34% 38%
Ook in VVD-programma 15% 100% 27%
Ook in CDA-programma 26% 40% 100%
Ook in GL-PvdA-programma 39% 19% 34%
Ook in JA21-programma 15% 35% 20%
N 196 88 130

Scenario’s

Er liggen dus twee scenario’s voor: het is voor de partijen nuttig om te weten welk deel van het programma gedeeld wordt door de andere partijen. Dat staat in Tabel 2.

Als GL-PvdA aan de tafel zit, dan wordt bijna de helft van het uitgebreide D66-programma door geen andere partij gedeeld, een derde door één partij, een zesde door twee partijen en een op de 25 voorstellen door drie partijen. Als JA21 aan tafel zit in plaats van GL-PvdA, staat D66 op drie van de vijf onderwerpen alleen, op een kwart staat er één partij naast hen en op één op de tien twee partijen. Voor D66 maakt het dus echt uit welke partij aan tafel komt.

Voor de VVD is dat ook zo, maar omgekeerd. Met GL-PvdA aan tafel staat de partij op twee op de vijf voorstellen alleen, op minder dan een derde met één andere partij, op één op de vijf voorstellen met twee andere partijen en op één op de elf voorstellen met drie andere partijen. Als JA21 aan tafel komt, staat de VVD op een derde van de onderwerpen alleen, op een derde hebben ze een bondgenoot, op een kwart hebben ze twee bondgenoten.

Voor het CDA is het beter als GL-PvdA aan tafel komt: dan staan ze op minder dan twee op de vijf voorstellen alleen, met JA21 op net iets meer dan dat. Met GL-PvdA hebben ze op een derde van de voorstellen een bondgenoot, met JA21 is dat iets hoger. Met GL-PvdA zijn een kwart van de CDA-voorstellen die door drie partijen gedekt, met JA21 dat één op zes. Met PvdA-GL aan tafel vindt het CDA dus vaker een bondgenoot voor zijn voorstellen dan met JA21.

Tabel 2: Overlap in scenario’s

 Partij D66 VVD CDA
 Scenario Met GL-PvdA Met JA21 Met GL-PvdA Met JA21 Met GL-PvdA Met JA21
Geen andere partij 45% 62% 43% 33% 37% 41%
Eén andere partij 33% 24% 29% 33% 33% 37%
Twee andere partijen 17% 10% 18% 26% 24% 16%
Drie andere partijen 4% 4% 9% 8% 6% 5%
N 196 88 130

Voorspelling

We kunnen op basis hiervan en Figuur 1 een voorspelling doen welk deel van de programma’s terugkomt in bepaalde constellaties; die schattingen hebben natuurlijk een mate van onzekerheid. Met GL-PvdA aan tafel zou onder dit model een voorstel van D66 een kans van tussen 38 en 42% hebben om in het akkoord te komen. Dat gaat omgerekend om 74 tot 83 voorstellen. Met JA21 aan tafel zou die kans tussen de 34 en 38% liggen. Dat gaat omgerekend om 67 tot 75 voorstellen. Voor de VVD is het beeld andersom: met GL-PvdA zou de kans voor de VVD-voorstellen tussen de 39 en 46% liggen (34-40 voorstellen). En met JA21 zou de kans zijn tussen de 42 en 49% liggen (37-43 voorstellen). Ondanks het idee van Yesilgöz dat de VVD en GL-PvdA inhoudelijk mijlenver uit elkaar liggen is het verschil tussen de verwachte resultaten met GL-PvdA en JA21 niet significant. Voor het CDA liggen de kansen iets beter als GL-PvdA aansluiten bij de onderhandelingen in plaats van JA21: 41 á 47% met GL-PvdA (53-61 voorstellen) en 39 á 44% net minder met JA21 (50-57 voorstellen).

GL-PvdA zou volgens dit model overigens 39 á 44% van het programma in een gemiddeld regeerakkoord krijgen (61-68 voorstellen) en JA21 39 á 46% (36-43 voorstellen).

Tabel 3: Verwacht deel een partijprogramma dat in een akkoord komt (met 95% onzekerheidsmarge)

 Partij D66 VVD CDA
Met GL-PvdA 40% (38-42%) 42% (39-46%) 44% (41-47%)
Met JA21 36% (34-38%) 45% (42-49%) 41% (39-44%)
N 196 88 130

Echte Meerderheden

Nu heeft het kabinet met JA21, ondanks wat Henri “Betabrein” Bontenbal zegt, geen meerderheid. Twee mogelijke partijen die zouden kunnen aansluiten zijn SGP en de ChristenUnie. Met de CU aan tafel zou D66 volgens het model 37 á 41% van haar plannen kunnen terugzien in een coalitieakkoord en met de SGP zou dat 35 á 39% zijn. Dat wil zeggen: de combinatie D66-CDA-CU-JA21-VVD is voor D66 net (maar niet significant) gunstiger dan een combinatie met GL-PvdA.

Voor de VVD is dat andersom: 41 á 47% met de CU en 43 á 50% met de SGP. Dat wil zeggen: (bijna) de helft van het VVD-programma zou in regeerakkoord komen als de SGP meedoet. Voor het CDA is dat 40 á 45% met de CU en 38 á 44% met het de SGP. JA21 krijgt 39 á 47% van het programma met zowel CU als 40 á 47% SGP.

Conclusie

Wat er gaat gebeuren staat nog niet vast. Maar wat we weten uit onderzoek is dat je liever onderhandelt met gelijkgezinden dan met mensen die iets anders willen. En dat gevecht dat wordt nu gevoerd: voor D66 is het gunstiger als GL-PvdA aansluit dan JA21, maar voor de VVD geldt het tegenovergestelde. Het CDA staat inhoudelijk, ondanks dat Bontenbal een ander geluid heeft laten horen, in elk geval in de plannen die bij het CPB zijn ingediend dichterbij GL-PvdA. Het touwtrekken tussen Yesilgöz en Jetten is nog niet klaar.

Het interessante is echter dat als Jetten toegeeft aan Yesilgöz, maar vervolgens Bikkers aan tafel krijgt, dat voor Jetten inhoudelijk gunstiger is dan Klaver aan tafel krijgen.





https://stukroodvlees.nl/onderhandelen-met-vrienden/