Arbeids-migranten – De Groene Amsterdammer


Seizoensarbeiders plukken zonnebloemen in Drenthe

© Marcel Berendsen / Hollandse Hoogte / ANP

Waarom verschijnen echt scherpzinnige rapporten altijd op een moment dat er een goeie kans is dat ze, in bestuurdersjargon, ‘doodvallen’? Eerder gebeurde het al met het rapport over de winsten versus de belastingbetaling door multinationals (begin 2020, midden in de eerste corona-lockdown) en met Licht uit, spot aan, over de ongekend scheve vermogensverdeling in Nederland (hartje zomer 2022). Deze zomer gebeurde het met een snoeihard rapport over arbeidsmigratie.

Eh, arbeidsmigratie, werden daar niet al eerder meters rapporten over geschreven? Met ook best heldere conclusies? Zeker, maar deze doet daar toch een flinke schep bovenop. Dat zit hem deels in de afzender. Het is een zogeheten IBO, een interdepartementaal beleidsonderzoek. Oftewel ambtenaren van verschillende ministeries, hoe behoudend wil je het hebben. Als zij voorstellen om niet langer de rode loper uit te leggen voor de (glas)tuinbouw, de vleesindustrie en de distributiecentra, is dat toch wat anders dan als verenigd links dat doet. Droge ambtelijke economen die hardop zeggen dat arbeidsmigranten hier niet van nature zijn, maar hierheen gehááld worden. Door bedrijven die hier niet van nature zijn, maar hier zitten dankzij subsidies en het flexparadijs.

De aangedragen cijfers liegen er niet om. Het aantal laagbetaalde banen in Nederland groeide afgelopen decennium drie keer zo snel als het aantal andere banen, terwijl de Nederlandse bevolking juist steeds hoogopgeleider is. Jaarlijks vestigen zich hier 40.000 arbeidsmigranten méér dan er vertrekken. Dit getal is nog een onderschatting, zeggen de auteurs er meteen bij, want veel arbeidsmigratie blijft onder de radar. Dat zit hem in de aard van het uitbuitingsbeestje, maar ook in over-liberale wetgeving en in het slecht bijhouden van gegevens. Dat laatste is op zich al best bijzonder. Tel bij die 40.000 nog 10.000 gezinsleden op die zich bij hen voegden. (Had iemand het over nareis-op-nareis? Nou, hier is dat wél aan de hand). Al met al gaat het inmiddels om een miljoen mensen, dat getal was al bekend. Het IBO heeft het bij arbeidsmigratie trouwens niet alleen over laagbetaalden maar over iedereen die voor werk naar Nederland komt.

Wie de staatscommissie demografie serieus neemt (en zo’n beetje iedereen zei dat te doen, toen eind vorig jaar de vuistdikke studie Gematigde groei verscheen), dus wie erop mikt dat er in 2050 niet meer dan 19 of 20 miljoen mensen in Nederland wonen, móet de arbeidsmigratie inperken, stelt het IBO. En dan vooral de laagbetaalde. Beperken is echt mogelijk, is de boodschap. Gepokt en gemazeld zegt de ambtelijke werkgroep er meteen bij dat er niet geshopt moet worden in de aangeleverde bouwstenen, het werkt alleen als het allemáál gebeurt. Dus niet louter de scherpe randjes van arbeidsmigratie afhalen zodat de maatschappelijke weerstand iets vermindert, waar bijvoorbeeld de uitzendsector en werkgevers op mikken. Sterker nog, het begint met het afremmen van de vraag naar goedkope arbeid, stelt het IBO. Door het minimumloon te verhogen en flexwerk af te remmen. Een van de voorstellen is om uitzendwerk in de ‘risicosectoren’ zoals de vleesindustrie helemaal te verbieden.

Het woord migratie is volkomen ongeschikt om het debat te voeren

Niet lang na het IBO-rapport verscheen het partijprogramma van de BBB, de partij van bedrijven die wel varen bij goedkope arbeidsmigranten. En de partij die vindt dat Nederland niet te vol moet worden. Best een dilemma, zou je denken. De uitkomst is even simpel als schokkend. Nederland moet asielzoekers weren maar arbeidsmigranten juist verwelkomen, want die hebben we nodig. Ondertiteling: en het zijn geen moslims. Overigens zijn de huidige arbeidsmigranten steeds vaker ‘derdelanders’, mensen van buiten Europa die via Oost-Europese bedrijven hier gedropt worden. Mensen uit Europa zelf hebben er steeds minder trek in.

De opstelling van de BBB maakt opnieuw duidelijk dat het woord migratie volkomen ongeschikt is om het debat te voeren. Het zou een zegen zijn als het niet meer gebruikt wordt. En als sprekers (ook journalisten!) altijd gedwongen worden tot precisie: gaat het over asielzoekers, vluchtelingen, arbeidsmigranten, buitenlandse studenten? Dat geldt ook als ‘asiel en migratie’ in één adem genoemd worden. Het is tijd om kleur te bekennen. Of in de woorden van Laura van Geest, die het IBO voorzat: tijd voor het maken van ‘oncomfortabele keuzes’.

Lees ook:



Editie 34 / 2025

Voorpublicatie
Nr. 34 /



https://www.groene.nl/artikel/arbeids-migranten