© Jurica Galoic / PIXSELL / ANP
Al heeft Magnus Carlsen afstand gedaan van zijn wereldkampioenschap, hij is nog steeds met grote afstand de nummer één op de wereldranglijst en als hij een partij met klassieke bedenktijd verliest, is het nog steeds een sensatie. Zeker als het tegen een jonge speler is die op die ranglijst ver uit zicht is.
De Noorse grootmeester Jon Tisdall schreef vorige week: ‘Misschien is de grootste verandering in het moderne schaak het totale gebrek aan angst dat zoveel jonge spelers nu hebben. Het is indrukwekkend om het totale gebrek aan bezorgdheid te zien als kinderen tegen super-duper grootmeesters spelen. De indruk van nonchalance van Hans Niemann werd verdacht gevonden, maar ik vraag me af of het niet gewoon normaal wordt.’
Hans Niemann is de jonge Amerikaan die vorig jaar een partij tegen Carlsen won met volgens Carlsen een nonchalante houding die op hulp van een schaakcomputer wees. Er kwam daarna van Niemann een schadeclaim wegens smaad van 100 miljoen dollar, die door een Amerikaanse rechtbank niet ontvankelijk werd verklaard en die dit jaar tot een schikking leidde waarvan de details niet openbaar zijn gemaakt.
Wat Tisdall vorige week schreef, was na een nederlaag die Carlsen leed in het Qatar Masters Open, dat gespeeld wordt in de Qatarse hoofdstad Doha. Hij verloor van Alisher Suleymenov, 23 jaar oud, afkomstig uit Kazachstan en nummer 773 op de wereldranglijst. Carlsen werd verpletterd door een stukoffer gevolgd door een kwaliteitsoffer en speurneuzen moesten teruggaan tot 2015 om een partij met klassieke bedenktijd te vinden die door Carlsen was verloren tegen iemand die zo ver onder hem stond.
Bij Niemann was het de nonchalance die Carlsen niet beviel, nu was het een horloge. Meteen na de partij tegen Suleymenov twitterde Carlsen: ‘Ik werd totaal verpletterd vandaag in mijn partij. Dit is niet om mijn tegenstander ergens van te beschuldigen. Hij speelde een geweldige partij en verdiende te winnen, maar eerlijk, meteen toen ik vroeg in de partij zag dat mijn tegenstander een horloge droeg, verloor ik mijn vermogen om me te concentreren.’
Het was verder vooral een klacht over de organisatoren, die op allerlei manieren een loopje hadden genomen met de anti-bedrogmaatregelen die tegenwoordig gangbaar zijn. Zijn klacht werd gehoord, want de dag daarna waren die maatregelen in het toernooi van kracht.
Dat horloge is een recente aanwinst in de strijd die de FIDE, de wereldschaakbond, voert tegen bedriegers. In een smartphone kan een schaakprogramma worden geïnstalleerd, dus het ligt voor de hand dat je die niet mee mag nemen in de toernooizaal. Zelf heb ik een dumbphone waarmee bijna niks kan, maar ik begrijp dat ik die ook niet mee mag nemen.
Sinds kort staat ook het horloge op de verboden lijst en ik aanvaard het dat mijn onschuldige horloge, dat voor vijf euro op de markt werd gekocht, ook onder de ban valt. Je mag de wedstrijdleiders niet gek maken door bij ieder horloge een technisch onderzoek te eisen.
Het wordt niet leuker in de wapenwedloop tussen bedriegers en beveiligers. Hikaru Nakamura, een van Carlsens naaste concurrenten, twitterde: ‘Ik ga naar mijn partijen en ik draag mijn twee ringen en iemand zou kunnen zeggen dat ik iets in mijn ringen heb gestopt… Het gaat te ver…’ Hij is pas getrouwd en het zou inderdaad droevig zijn als hij door zijn trouwring gediskwalificeerd zou worden.
Ook zou het jammer zijn als de formidabele partij van Alisher Suleymenov wordt ondergesneeuwd door gekrakeel over een horloge. Toevallig zag ik een citaat uit het boek Billy Budd, Sailor van Herman Melville, waarin de verteller over schaken zegt: ‘Een ondoorzichtig, saai, onvruchtbaar spel, nauwelijks die arme kaars waard die wordt opgebrand tijdens het spelen.’
Ik zou het Melville (1819-1891) wel toe willen schreeuwen: speel toch die prachtpartij van Suleymenov na, Herman, dan zou je verteller wel anders praten!
https://www.groene.nl/artikel/carlsens-angst-voor-het-horloge