Cyberspace aan banden – De Groene Amsterdammer


Pavel Doerov werd eind augustus door Franse autoriteiten in Parijs opgepakt en vier dagen verhoord. De verdenking is dat hij met zijn chat-app Telegram medeplichtig is aan het faciliteren van georganiseerde misdaad, en het onrechtmatig ‘aanbieden van cryptologiediensten’ – versleutelde communicatie. Dat de Frans-Russische Doerov zélf verantwoordelijk wordt gehouden voor de misdaden op zijn platform is groot nieuws – tech-bedrijven zijn tot dusver juist expliciet niet medeplichtig bevonden aan het gedrag van hun gebruikers, mede daarom zijn ze zo lastig te reguleren.

Telegram is een doorn in het oog van toezichthouders. De app stelt groepen van tot tweehonderdduizend leden in staat relatief anoniem met elkaar te chatten. Als gevolg wordt hij gebruikt voor uiteenlopende geheime gesprekken; over terroristische activiteiten, het omzeilen van censuur, criminele zaken. Meteen na zijn arrestatie kreeg Doerov internationale bijval van zelfbenoemde verdedigers van de absolute vrijheid van meningsuiting, hoewel zijn arrestatie niet te maken had met het inperken daarvan.

Een van Doerovs grote verdedigers, de miljardair, Tesla-bouwer en X-baas Elon Musk, moest er even later zelf aan geloven. Vorige week werd zijn sociale medium in Brazilië afgesloten voor gebruik. De Braziliaanse opperrechter Alexandre de Moraes had zowel Musk als Facebook-baas Mark Zuckerberg bevolen om de accounts te blokkeren van medeplichtigen aan een couppoging. Waar Facebook gehoorzaamde, zette Musk zijn hakken in het zand, en dus moesten 24 miljoen Braziliaanse X-gebruikers van de ene op de andere dag een nieuw digitaal dorpsplein zoeken. Ook dat is een primeur; niet eerder trad een democratisch land zo streng op tegen een tech-gigant.

Het was de zomer van de strenge westerse tech-regulering en de ceo’s ruiken onraad. Zuckerberg stuurde kort na Doerovs arrestatie een brief aan een Republikeinse afgevaardigde, waarin hij klaagde dat de regering-Biden ‘maandenlang onze teams onder druk had gezet om bepaalde Covid-19-inhoud te censureren’. New Yorker-journalist Kyle Chayka schreef daarop: ‘De brief leek een poging om (…) het soort kritiek voor te zijn dat Doerov ten val bracht: We proberen onze inhoud al te censureren, misschien zelfs te veel.’

Regeringen wereldwijd maken zich in toenemende mate druk om de buitenproportionele macht die grote tech-platforms hebben over de manier waarop wij met elkaar praten en – in het verlengde daarvan – hoe wij denken. Doerov is gearresteerd op grond van Franse wetgeving, maar in de Europese Unie zijn vorig jaar ook wetten ingegaan die de Instagrams en X’en van de wereld dwingen om in ieder geval transparant te zijn over hoe zij alle meningen op hun platforms ordenen, welke plaatjes en uitspraken zij toestaan en welke zij verbieden. In de Verenigde Staten wordt gewerkt aan een verbod op de van oorsprong Chinese app TikTok, in India wordt streng gecontroleerd welke films en series op Netflix verschijnen en China heeft een ‘great firewall’ met een netwerk dat vrijwel afgesloten opereert van het wereldwijde web.

Nu is de ene staat de andere niet: waar in China en India repressieve wetgeving wordt ingezet om de democratie te verhinderen, probeert Brazilië die met het verbod op X na meerdere waarschuwingen juist te verdedigen. Lang was het internet een soort soevereine natiestaat die los van overheidsbemoeienis kon functioneren, met eigen wetten en rechten. Nu het bewustzijn rond wetteloze online communicatie zijn kookpunt heeft bereikt, is het precedent gezet voor nog meer boetes, sancties en arrestaties. En hoewel de trend hetzelfde is – overheden proberen de macht terug te grijpen van grote tech-bedrijven – wordt in het ene land gestreden voor de vrijheid van burgers en in het andere die vrijheid juist onderdrukt.

‘Cyberspace ligt niet binnen jullie grenzen’, schreef de beroemde internetpionier John Perry Barlow in 1996 in zijn A Declaration of Independence of Cyberspace. In haar zojuist verschenen boek De tech coup beschrijft oud D66-europarlementariër Marietje Schaake die vroege hang naar een soort online vrijstaat: ‘Het was alsof hij de frontier-mentaliteit van het Amerikaanse westen rechtstreeks vertaalde naar de digitale wereld. Alleen al het concept van de cyberspace – een nieuw domein waar gebruikers van elke nationaliteit, geloofsovertuiging of klasse met elkaar in contact konden komen – was wereldschokkend. Als cyberspace landsgrenzen kon overstijgen, wat was de rol van de natiestaat dan nog?’

Hoe een digitaal dorpsplein eruit kan zien dat landelijke wetgeving aan z’n laars lapt, maken we nu mee. Musk en Doerov faciliteren beiden een gespreksruimte op het internet waar ze in theorie zo min mogelijk barrières voor hun gebruikers creëren om uit te wisselen wat ze willen. Telegram grijpt daadwerkelijk nauwelijks in, met als resultaat, naast alle illegale activiteit, dat het gebruikt wordt door bijvoorbeeld zowel de Russische krijgsmacht als Russische burgers die toegang willen tot vrije informatie.

Maar X is helemaal geen vrijplaats. Sinds hij vorig jaar Twitter kocht, omdoopte tot X en in één klap ontdeed van alle moderatieregels die het sinds de oprichting in 2006 zorgvuldig had opgebouwd, is Musk overduidelijk partijdig gebleken. De standaard tijdlijn wordt geordend met een ondoorzichtig maar schijnbaar vooringenomen aanbevelingsalgoritme, er is reclame en betalende leden krijgen prioriteit. Musk doneert intussen aan de campagne van Donald Trump en slingert de ene na de andere racistische meme de ether in. De verzoeken die hij in Brazilië niet inwilligde, accepteerde hij wel in Turkije en India.

Het probleem: sociale media worden even goed democratiserend als onderdrukkend ingezet

Het oplaaiende conflict tussen overheden en tech-bazen gaat dus niet zozeer om online vrijheid, maar om wie de macht heeft die vorm te geven. De autoriteit om zélf te bepalen welke regels ze stellen, verdedigen tech-giganten in het Westen met hand en tand. Om wetgeving voor te zijn stellen bedrijven eigen raden in, meestal met het argument dat te veel regeltjes een beperking zouden zijn voor innovatie. Zo ook Doerov, die publiekelijk reageerde op zijn aanhouding met de opmerking dat ‘geen enkele innovator’ op deze manier nog tools zou willen bouwen.

© Elihu Duayer / Cartoon Movement

De online ruimte is allang niet meer wetteloos. Het is opvallend dat Brazilië het eerste land is dat zo rigoureus de digitale deuren sluit voor X. De Europese Unie staat internationaal bekend als superregulator van Big Tech, met Frankrijk en Duitsland voorop. Al in 2011 vond toenmalig president Nicolas Sarkozy dat hij de ‘morele verplichting’ had om het internet te reguleren. Pas in 2016 kwamen tech-bedrijven Facebook, Microsoft, Twitter en YouTube met de Europese Commissie een ‘gedragscode voor de bestrijding van illegale haatzaaiende uitlatingen op het internet’ overeen, beschrijft Marietje Schaake. ‘Tegen de langgekoesterde wens dat vrijheid van meningsuiting niet gecensureerd zou worden.’

Na de arrestatie van Doerov kwamen ook van wetenschappers en ngo’s waarschuwingen voor te ingrijpende overheidsbemoeienis. In New York Magazine beschreef Stanford-professor Daphne Keller, dat het Overton-venster op de vrijheid van meningsuiting wellicht aan het verschuiven is, en dat wij in het Westen vanaf nu sneller akkoord zullen gaan met overheden die het denken en spreken van burgers inperken. Als versleutelde communicatie verboden wordt, dan is dat volgens Keller een zeer problematische zaak. ‘Omdat dat een aantal werkelijk essentiële instrumenten illegaal zou maken, en de bereidheid van mensen om online openhartig te communiceren enorm zou afnemen.’

Die wens is, naast een handige lobby-leus, gegrond in de verwachting dat sociale media democratiserend zouden werken. In 2012 hoopte Facebook-baas Mark Zuckerberg nog dat ‘in alle landen leiders zullen opstaan die pro-internet zijn en die zullen strijden voor de rechten van hun bevolking, inclusief het recht van de mensen om te delen wat ze willen en het recht op toegang tot alle informatie die anderen met ze willen delen’. En heel even was het zo dat burgers in autoritaire staten sociale media inzetten om zich ongekend snel te organiseren, met elkaar te communiceren en beelden te delen met de buitenwereld.

Het probleem is dat sociale media even goed democratiserend als onderdrukkend kunnen worden ingezet. De enorme verantwoordelijkheid daarvoor ligt nu bij bedrijven die hebben bewezen vooral geïnteresseerd te zijn in financieel gewin. Zij bepalen welke politici hun electoraat bereiken of opzwepen, beslissen nog altijd grotendeels zelf wat gebruikers zien en dienen nationale belangen in internationale conflicten – in februari bleek uit onderzoek van The Markup dat Instagram afbeeldingen van de oorlog tussen Israël en Hamas expres weinig prioriteit gaf, teksten zonder meer verwijderde en gebruikers de mogelijkheid ontzegde om in beroep te gaan.

De visie van internetpionier Barlow heeft zich op neo-kapitalistische wijze vertaald naar de grote platforms. Het wezenlijke verschil tussen toen en nu is dat de ‘cyberspace’ niet langer een vrijplaats is, maar wordt gedomineerd door een stuk of vijf enorme bedrijven, die niet als een stel web-anarchisten het doel hebben de heersende macht te breken, maar die in veel gevallen juist ondersteunen of zelf willen vergaren. Bedrijven waren trots op hun zakelijke en politieke macht, schrijft Schaake, ‘en gebruikten die om de technologische toekomst van de maatschappij te beïnvloeden – tevreden dat ze een bedrijfstak hadden opgebouwd die zich tot dan toe grotendeels aan de wet- en regelgeving had weten te onttrekken’.

Dat is inmiddels afgelopen. In India is de digitale infrastructuur sinds twee jaar meermaals platgelegd om politieke redenen, in Rusland werd Apple vlak voor de verkiezingen succesvol onder druk gezet om de app van de oppositie te verwijderen, en sinds de invasie van Oekraïne zijn Twitter, Facebook en Instagram er verboden. Duitsland dreigt sinds 2022 met een Telegram-verbod. In de Verenigde Staten wordt niet alleen opgeroepen tot een TikTok-verbod, maar werd ook Google veroordeeld voor monopoliepraktijken. Hoe een nieuw, streng gereguleerd internet eruit zal zien is ongewis. Zeker is dat de maat vol is, voor zowel democratische als autoritaire regimes. De volgende veldslag tussen overheden en tech-bedrijven zal niet om moderatie gaan, maar om bestaansrecht.

Lees ook:





https://www.groene.nl/artikel/cyberspace-aan-banden