© Milo
Bijna tweeënhalfduizend jaar geleden lag een grote Atheense vloot voor het Griekse eiland Melos, terwijl Atheense diplomaten de overgave eisten van het eiland, en de Meliërs hun recht bepleitten op vrijheid en onafhankelijkheid. Een van de Atheners legde de Meliërs uit hoe de wereld nou eenmaal in elkaar stak. ‘De sterken doen wat ze kunnen en de zwakken ondergaan wat ze moeten’, zei hij volgens Thucydides. De dialoog wordt gezien als de oudste ons bekende tekst over internationaal recht, en geldt sindsdien als een van de grondslagen voor ideeën over moraliteit in de wereld.
We willen geen wereld waar het recht van de sterkste geldt. Buitenlandminister Blinken van de VS zei dat bijvoorbeeld over de Russische invasie van Oekraïne: als we de Oekraïners niet helpen, krijgen we ‘een wereld waarin macht recht maakt, en de sterken de zwakken overheersen’. Een meerderheid van de landen bleek het daarmee eens.
Israël vraagt om dezelfde solidariteit, maar afgaand op discussies van de afgelopen week – in de Verenigde Naties, in de Europese Unie of in het Nederlandse parlement – en opiniepeilingen onder Nederlanders en anderen, zien veel mensen de huidige oorlog tussen Israël en Hamas anders dan Jeruzalem. In Israël, waar de schok en woede over Hamas’ terreuraanval nog vers zijn – zoals Simone Korkus beschrijft in haar reportage – wordt dat bitter ontvangen. Veel Israëli’s zijn bang dat de wereld de barbaarsheid van Hamas’ mensenjacht vergeet, of vergoelijkt vanwege sympathie met de Palestijnse zaak.
Maar een oproep tot een bestand of humanitaire pauze vloeit daar niet per se uit voort. Tijd speelt ook mee: Hamas’ terreuraanval van 7 oktober heeft zijn slachtoffers al geëist – we hadden er geen ‘voorkennis’ van – terwijl de burgerdoden door Israëls reactie nog dagelijks vallen – en dus nog te voorkomen zijn. Krachtsverhoudingen zijn een factor: Israël is al ruim een halve eeuw de bovenliggende partij in het conflict en zal als sterkste partij eerder aan moraliteit worden herinnerd.
De wereld is niet simpelweg pro-Israëlisch of pro-Palestijns
Israël móest na zijn stichting jaren vertrouwen op het recht van de sterkste, omdat het anders door zijn Arabische buren zou worden vernietigd. Maar de afgelopen halve eeuw heeft Israël dit recht van de sterkste ook ingezet tegen de Palestijnen. Hoe bitter dat voor Israël ook is, een groot deel van het internationale publiek vindt dat wel degelijk relevant voor Israëls reactie op Hamas’ terreuraanval.
Er speelt ‘proportionaliteit’, die volgens internationaal recht leidend moet zijn bij zelfverdediging. Dat is een subjectief begrip waarover in een oorlog per definitie discussie zal zijn – zeker in een volgepakt gebied zoals Gaza waar de helft van de bevolking kind is. Het grootste deel van de wereld, zo kun je de VN-stemming van afgelopen weekend interpreteren, vindt de menselijke tol van dit offensief (dat volgens signalen vanuit de Israëlische regering een jaar zou kunnen duren) te hoog. Ik hoor daarbij.
Dat staat niet gelijk aan een anti-Israëlische houding. Hoewel het soms anders lijkt, zijn zowel Nederland als de wereld niet verdeeld in een pro-Israëlisch en pro-Palestijns kamp. Slechts een klein deel van de Nederlanders, wees een peiling tien dagen na Hamas’ aanval uit, steunt een van de partijen onvoorwaardelijk. In de VN is dat ook zo: een overgrote meerderheid wil een politieke oplossing met burgerrechten en veiligheid voor iedereen, in twee staten, als beste vooruitzicht voor de Palestijnen én voor Israël. Zo’n politieke oplossing wordt alleen maar moeilijker als de schade van Israëls offensief stijgt. Een offensief, bovendien, waarmee Israël volgens de meeste experts Hamas niet kán vernietigen. Ook wie veiligheid voor Israël wil, en walgt van Hamas’ geweld, kan daarom een einde willen aan Israëls offensief. Niet alleen in het belang van de burgerbevolking van Gaza, maar ook voor Israël zelf.
Lees verder:

Voorpublicatie
Nr. 44 /
https://www.groene.nl/artikel/de-menselijke-tol-van-israels-offensief-is-te-hoog