De nieuwe Washington-consensus – De Groene Amsterdammer


Decennialang is ons voorgehouden dat staatsbedrijven schadelijk zijn voor de economie. Een kernpunt van de Washington-consensus, die in de jaren tachtig ontstond, was de overtuiging dat ‘privébedrijven efficiënter worden geleid dan staatsbedrijven’. De reden? De dreiging van een faillissement zou managers in de private sector dwingen scherp op de resultaten te blijven letten. Oorspronkelijk werd dit beleid ontwikkeld voor Latijns-Amerika en later toegepast tijdens de postcommunistische transitie in Centraal- en Oost-Europa. Sindsdien is de Washington-consensus uitgegroeid tot het dominante economische beleidsparadigma.

Maar wat gebeurt er als er zakenmensen in de regering zitten? Wat betekent dat voor het vermogen van mensen om de regels te bepalen? Dit soort vragen wordt zelden gesteld, omdat het aantrekken van ervaren ondernemers in de politiek doorgaans reflexmatig wordt toegejuicht. Er wordt aangenomen dat ze weten hoe ze dingen efficiënt moeten aanpakken, en hun betrokkenheid is meestal ad hoc. Maar terwijl het werven van individuele ondernemers in de regering één ding is, lijkt de regering van Donald Trump erop uit om de hele overheid over te dragen aan zakenmensen.

Het is geen verrassing dat Scott Bessent, opnieuw een financiële tycoon, minister van Financiën wordt, gezien de lange lijst van voorgangers met een vergelijkbare achtergrond. Ook het terugschroeven van de antitrustwetgeving en het versoepelen van de milieu- en financiële regelgeving is een bekende troef van eerdere Republikeinse regeringen. Dit heeft in het verleden echter vaak desastreuze langetermijngevolgen gehad – van de financiële crisis van 2008 tot de steeds frequentere en hevigere branden, hittegolven en ijsstormen.

Maar de tweede regering-Trump gaat veel verder. Als één beeld meer zegt dan duizend woorden, dan is het wel het plaatje van bigtech-oprichters en -CEO’s (onder meer die van Amazon, Meta en X) op de eerste rij bij Trumps inauguratie. Een krachtig signaal. Ze kregen zelfs voorrang op de kandidaten van zijn kabinet. Hoewel de olie-industrie en de financiële sector minder zichtbaar waren, hing hun invloed als een schaduw over het hele evenement.

CEO van Meta Mark Zuckerberg, Lauren Sanchez, Amazon-oprichter Jeff Bezos, Google-CEO Sundar Pichai en Tesla- en SpaceX-CEO Elon Musk wonen de inauguratieceremonie bij voordat Donald Trump wordt beëdigd.

© Saul Loeb / POOL / AFP / ANP

Deze beelden geven een boodschap af die sterker is dan welke uitspraak dan ook: deze Amerikaanse regering is niet alleen ‘goed voor het bedrijfsleven,’ ze ís zelf het bedrijfsleven. Het oude adagium ‘de zaken van Amerika bestaan uit zaken doen’ is tot een nieuw uiterste gedreven: het regeren van Amerika is ook zaken doen. Noem het de nieuwe Washington-consensus.

Natuurlijk heeft het bedrijfsleven altijd al een grote rol gespeeld in de Amerikaanse geschiedenis. Een naamloze vennootschap, de Virginia Company, stichtte de eerste permanente nederzetting in Noord-Amerika. De Nederlandse West-Indische Compagnie beheerste een groot deel van de transatlantische slavenhandel, en bouwde forten en nederzettingen in West-Indië en Amerika. Deze entiteiten waren méér dan gewone publiek-private partnerschappen – ze waren heersers op zichzelf. De East India Company, die bijna een eeuw lang de Britse koloniale heerschappij over het Indiase subcontinent voerde, claimde zelfs soevereine macht over de gebieden die ze had veroverd. (Hoewel Warren Hastings, de eerste gouverneur-generaal van Brits-India, hiervoor werd aangeklaagd, werd hij uiteindelijk vrijgesproken).

De geschiedenis laat zien dat een ‘company-state’ op zijn best zowel voor- als nadelen heeft. De logica van het bedrijfsleven biedt weinig ruimte voor vrijheid, tenzij je tot de weinigen aan de top behoort. Binnen het bedrijfsleven bestaan slechts twee categorieën mensen: arbeiders en consumenten. Arbeiders dienen als input voor de productie, consumenten als afnemers van goederen en diensten. In beide gevallen draait het uiteindelijk maar om één ding: het maximaliseren van de aandeelhouderswaarde.

Daarom moeten de arbeidskosten laag blijven en de vraag hoog, ongeacht de methode. Er is geen ruimte voor loyaliteit, gemeenschap of individuele rechten. In de VS krijgen topmanagers misschien een gouden handdruk als ze vertrekken, maar werknemers kunnen op elk moment worden ontslagen, zonder pardon. Consumenten worden neergezet als de gelukkigen wier leven wordt verrijkt door het kopen van producten die hun verlangens voeden – zelfs als die producten hen ziek maken of doden, zoals het geval is bij tabak en alcohol.

Het verdienmodel gebaseerd op verslaving is geperfectioneerd door de grote digitale bedrijven van vandaag. Dopamine verhogende ‘vind-ik-leuks,’ het eindeloze scrollen en algoritmes die berichten viraal laten gaan, zorgen ervoor dat stoppen leidt tot ontwenningsverschijnselen. Er zijn geen checks and balances, geen verantwoordingsmechanismen en geen bescherming tegen inbreuken in iemands persoonlijke leven. Een simpele klik bij het aanmelden onderwerpt miljoenen mensen aan een autocratie. En vergis je niet: dit ís autocratie. Markten draaien misschien om onderhandelingen tussen vrije en gelijke partijen, maar bedrijven, zoals de econoom Ronald Coase ons leerde, draaien om centrale controle.

Privé-eilanden van bedrijfsautocratie hebben altijd op gespannen voet gestaan met democratisch zelfbestuur. De geschiedenis van eerdere company-states duidt erop dat ook deze keer de afloop wel eens verre van gunstig zou kunnen zijn. Opstanden en muiterijen tegen de East India Company leidden ertoe dat de Britse regering uiteindelijk de directe controle over het Indiase subcontinent kreeg en het bedrijf ontbond. Elders regeerden koloniale bedrijven vaak meedogenloos, verscholen ze zich achter wettelijke bescherming om aansprakelijkheid te ontlopen, en bezweken ze uiteindelijk onder buitensporige schulden of wanbeleid. In Noord-Amerika werden de statuten van koloniale bedrijven geleidelijk omgezet in grondwetten, die de uitvoerende macht beperkten en het volk stemrecht gaven.

Het wordt steeds moeilijker om het bedrijfsleven buiten de regering te houden – en dat geldt niet alleen voor de VS. Voor leiders uit het bedrijfsleven met voldoende tijd en geld is de verleiding te groot om publieke macht na te streven als middel om de controle over private macht te elimineren. Nu we hebben gezien hoe het bedrijfsleven op klaarlichte dag de regering heeft overgenomen, zijn de enige twee alternatieven het democratiseren van het bedrijfsleven of het opgeven van elke schijn van democratie.

Lees ook:



Vertaling: Menno Grootveld | Copyright: Project Syndicate, 2025


Wereldbeschouwingen

In deze wekelijkse rubriek laten internationale denkers en deskundigen hun licht schijnen op de actualiteit. Deze artikelen verschenen eerder in het Engels bij Project Syndicate. meer



https://www.groene.nl/artikel/de-nieuwe-washington-consensus