De Tweede Kamer blijft versplinterd, maar minder erg dan eerst


De versplintering in de Tweede Kamer is decennialang toegenomen. Die trend heeft zich afgelopen verkiezingen niet doorgezet.

Er zijn te veel partijen in de Tweede Kamer, klinkt het vaak. Meer fracties betekent dat debatten langer duren en dat Kamerleden meer portefeuilles op zich moeten nemen. Het zorgt voor een hogere werkdruk, minder goede wetgeving en minder tijd voor projecten als parlementaire enquêtes. Kiezers hebben „weinig waardering” voor de versplintering, schreef een staatscommissie vijf jaar geleden.

Sindsdien is het aantal fracties verder gestegen. Na de verkiezingen kwamen er 17 in de kamer, vervolgens hebben nog eens vier fracties zich afgesplitst om tot een recordaantal van 21 te komen.

Met de vijftien partijen die woensdag zetels hebben veroverd, is die piek in het aantal fracties achter de rug. Tegelijkertijd is de grootste partij iets groter dan voor de verkiezingen –37in plaats van 34 zetels – en zijn fracties als D66 en CDA van groot of middelgroot naar klein gegaan. De twee middelgrote fracties van GroenLinks en PvdA gingen juist samen tot één grote. Wat zijn de gevolgen voor de versplintering?

Figuur 1: Relatieve grootte van fracties

Effectief aantal partijen

Markku Laakso en Rein Taagepera hebben ruim veertig jaar geleden een manier gevonden om dat te meten, het Effective Number of Electoral Parties (ENEP), ook wel fragmentatie. Dat getal bereken je je door de kwadraten van alle percentages zetels bij elkaar op te tellen, en 1 door de uitkomst te delen. De laagst mogelijke fragmentatie is 1, als er één partij is met 150 zetels. De hoogste fragmentatie is 150, als er 150 partijen met één zetel zijn.

Het ENEP is dus niet alleen gevoelig voor het aantal partijen in een parlement, maar ook voor hoe groot die partijen zijn. Vijf even grote partijen geven een hogere waarde dan één hele grote en vier kleine. Ook handig om verschillende parlementen met elkaar te vergelijken, ook al heeft het ene in totaal meer zetels dan het andere.

Steeds meer versplintering

Sinds de jaren tachtig is de fragmentatie in de Tweede Kamer flink gestegen. Het waren de jaren dat PvdA en CDA samen nog goed waren voor zo’n honderd zetels. Toen lag het ENEP nog rond de 4, in 2017 klom het getal voor het eerst tot boven de 8:

Figuur 2: Versplintering in de Tweede Kamer

Vlak voor deze verkiezingen (het doorzichtige bolletje) was de Kamer opvallend genoeg minder versplinterd dan in 2021. Dat komt doordat de Kamerfracties van GroenLinks en PvdA in oktober samen verder gingen. Tussen dat moment en de afsplitsing van Olaf Ephraim tot 21e fractie stond de fragmentatie op een recordhoogte van 8,84. Na de linkse fusie daalde het ENEP naar 8,37.

Na de verkiezingen

Sinds 22 november ligt de fragmentatie op 7,01, dus aanzienlijk lager dan na de vorige verkiezingen en bijna terug naar het niveau van 2010.[1] Met name de linkse samenwerking maakt veel uit: twee hypothetische fracties van 13 en 12 zetels hadden een ENEP van tegen de 8 opgeleverd. Het scheelt ook dat er minder eenpersoonsfracties zijn.

Nederland is met de afgelopen verkiezingen iets gezakt op de Europese versplinteringslijst. In de Duitse Bundestag ligt het ENEP rond de 5,5, in de Deense Folketing rond de 7,5, in het Britse House of Commons rond de 2,5[2]. Het Europees gemiddelde lag begin dit jaar rond de 4,5, vergelijkbaar met Nederland veertig jaar geleden.[3] Je zou dus ook kunnen zeggen: de fragmentatie in Nederland is en blijft hoog.

Samenwerking

Dat de versplintering is afgenomen, kan betekenen dat de 150 Tweede Kamerleden hun tijd over minder verschillende onderwerpen hoeven te verdelen en dus zorgvuldiger hun werk kunnen doen. Maar versplintering zegt lang niet alles over de kwaliteit van het Kamerwerk. Die hangt bijvoorbeeld ook af van de ervaring van Kamerleden en van hun onderlinge samenwerking.

Afgelopen kabinetsperiode voerden Kamerleden één op de twintig keer het woord namens een andere fractie in een commissiedebat, meldde De Nieuws BV begin deze maand. De meeste Kamerleden zien het als noodgreep. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Tom van der Lee, tegen De Nieuws BV: „Het Kamerwerk lijdt echt onder de fragmentatie. Er wordt veel te weinig gecontroleerd omdat de capaciteit er gewoon niet is. Dan de krachten bundelen, daar ben ik wel voor.”


[1] Het gaat om de meest recente prognose van ANP, waarin D66 10 zetels heeft en SP 4.

[2] De precieze waarde hangt af van de afbakening van fracties.

[3] Bron: Michael Gallagher, Election indices dataset, link.





https://stukroodvlees.nl/de-tweede-kamer-blijft-versplinterd-maar-minder-erg-dan-eerst/