De World Cup en de oorlog – De Groene Amsterdammer


© Milo

Volgens mijn administratie heeft oud-wereldkampioen Magnus Carlsen in de eerste zeven maanden van dit jaar al 561 partijen gespeeld. Er waren serieuze toernooipartijen bij, in het Tatatoernooi en in Norway Chess, er waren een paar partijen voor de Noorse clubcompetitie, maar verder waren het bijna allemaal online rapid- en blitzpartijen.

Eind juli speelde hij zelfs in het bullet kampioenschap van chess.com, een online toernooi met een bedenktijd van een minuut voor de hele partij. De Amerikaan Hikaru Nakamura won dat toernooi en verdiende 20.000 dollar. Carlsen kreeg 16.000 dollar voor zijn tweede plaats. Voor het geld hoefden ze het niet te doen; ze houden van snelheid.

Het woord ‘serieus’ betekent voor Carlsen niet wat het vroeger betekende, toen snelschaakpartijtjes iets voor het café waren. Carlsen neemt alle vormen van schaken serieus en heeft geen voorkeur voor toernooien met klassieke bedenktijd, omdat hij vindt dat zijn tegenstanders daar te makkelijk op remise kunnen spelen.

Afgelopen woensdag speelde Carlsen zijn eerste partij in een toernooi dat door iedereen serieus wordt genomen: de World Cup in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan.

Meer dan 300 schakers en schaaksters kwamen naar Bakoe en een groot deel kon na drie dagen weer naar huis, want de twee World Cup toernooien, een voor de vrouwen en een Open voor de algemene mens, zijn knockout toernooien. Het heeft voor Carlsen het voordeel dat op remise spelen geen zin heeft, omdat er in iedere ronde een winnaar is, al kan het na een lange reeks vluggertjes zijn.

De eerste drie, zowel in het Open als bij de vrouwen, krijgen een plaats in het kandidatentoernooi voor het wereldkampioenschap. Voor Carlsen is dat niet belangrijk. Als hij zo’n plaats wil hoeft hij alleen maar zijn vinger op te steken. Hij heeft nog nooit de World Cup gewonnen en wil daar verandering in brengen.

Voor de Nederlandse deelnemers, Anish Giri en Jorden van Foreest in het Open en Eline Roebers in het vrouwentoernooi, zijn de plaatsen in het kandidatentoernooi wel belangrijk.

Russen mogen alleen mee doen als ze van de Russische schaakbond zijn overgestapt naar een andere bond of als ze onder de vlag van de FIDE spelen. Alle Russen doen dat, behalve Sergej Karjakin, die in 2016 tegen Carlsen de match om het wereldkampioenschap speelde. Vorig jaar werd hij om zijn geestdriftige steun voor de Russische oorlog tegen Oekraïne door de FIDE voor zes maanden geschorst. Die zes maanden zijn voorbij, maar Karjakin speelt toch niet buiten Rusland, omdat hij een Russische vlag naast zijn bord eist en niet krijgt.

Even leek het of de Oekraïense schaaklegende Vasyl Ivantsjoek ook niet mee kon doen, omdat de autoriteiten van zijn land hem verboden om tegen Russen te spelen. Misschien was het een vergissing van een overijverige ambtenaar die zijn bevoegdheden te buiten ging. Er kwam een brief aan de Oekraïense minister voor Sport en Jeugd van hoge schaakpersoonlijkheden, waaronder Anand en Carlsen, en of hun interventie nu nodig was of niet, Ivantsjoek speelt mee, net als een aantal andere Oekraïners.

De Nederlanders Anish Giri en Jorden van Foreest mochten op grond van hun hoge rating de eerste ronde overslaan en traden pas woensdag aan voor hun eerste partij van de tweede ronde, die ze beiden remise maakten.

Eline Roebers had in het vrouwentoernooi de eerste ronde makkelijk doorstaan en versloeg woensdag in de eerste partij van de twee rondes de Egyptische Khaled Mona iets minder makkelijk, maar toch heel overtuigend. Er komt nog een tweede partij en eventueel een tiebreak. Wij vertrouwen dat het in orde komt.




https://www.groene.nl/artikel/de-world-cup-en-de-oorlog