Een oeroude vonk – De Groene Amsterdammer


© Nadia Farès

In haar eerste lange documentaire creëert de Egyptisch-Zwitserse regisseur Nadia Farès een overkoepelend verhaal door te putten uit haar persoonlijke familiegeschiedenis. Met één voet stevig verankerd in de majestueuze Alpen en de andere langs de oevers van de meanderende Nijl zet ze met Big Little Women een prachtige reis in gang. Met haar donkere ogen en de donkerbruine lokken tot op haar schouders zit Farès op de achterbank van een taxi die over een brug in Caïro raast.

Ze neemt ons mee in het verhaal van haar vader, gedeporteerd uit Zwitserland toen ze slechts vijf jaar oud was. Maar het draait niet enkel om dit verhaal, ze ontvouwt ook het narratief van racisme, strijd en feminisme. Naast het verhaal van haar vader schetst ze ook dat van drie generaties vrouwen die in opstand komen tegen het patriarchaat, zowel in Egypte, het land van haar vader, als in Zwitserland, het land van haar moeder.

Farès’ debuutfilm Honey and Ashes (1996) werd destijds internationaal bekroond en geprezen vanwege de gedurfde portrettering van eigentijdse Arabische vrouwen. In de jaren daarna maakte ze korte en lange films, fictie en non-fictie. Big Little Women noemt ze in een telefoongesprek ‘een terugkeer naar de wortels’.

Vanuit haar verblijfplaats in Caïro, waar Farès naast Californië en Genève woont en werkt, en in een mix van Engels en Arabisch-Egyptisch doordrenkt met een westerse tongval, vertelt ze over Big Little Women. De documentaire, die haar vier jaar kostte om te maken, is inmiddels bekroond met verschillende prijzen, waaronder drie in Egypte, en is momenteel te zien op het Arab Film Festival in Rotterdam. Tijdens haar zoektocht graaft ze diep naar haar wortels, geleid door de schaduw van haar overleden Egyptische vader, Abdul Ghani Farès, lid van een gezin van elf. ‘Een bevrijde en coole patriarch’, zo omschrijft ze hem.

Zowel in de documentaire als in het telefoongesprek neemt Farès de tijd om een gedetailleerd beeld te schetsen van haar vader. Hij ving ooit voor een rood stoplicht de blik van haar moeder. Het gebeurde in Bern, waar hij farmacie studeerde. Hun liefde leidde, ondanks raciale, religieuze en sociale verschillen en tegen de wil van haar grootvader aan moeders kant, tot een huwelijk. Grootvaders pogingen om het huwelijk te dwarsbomen waren tevergeefs, maar resulteerden uiteindelijk wel in de uitzetting van haar vader. ‘Mijn vader werd een slachtoffer van de Zwitserse patriarch’, vertelt Farès. ‘Door grootvader werd hij door de autoriteiten het land uitgezet en teruggestuurd naar Caïro.’

Het patriarchaat is overal aanwezig, het varieert alleen in de mate waarin, benadrukt Farès. ‘Het blijft ook een dominante kracht in het hedendaagse Zwitserland.’ Volgens haar moeten vrouwen, bijvoorbeeld zoals zij in de hoedanigheid van regisseur, harder werken dan mannen om hun geloofwaardigheid te bewijzen. Grote budgetten worden eerder aan mannen toegewezen dan aan vrouwen. Ook als het gaat om lonen, de politiek of de publieke opinie is er geen sprake van gelijkheid.

Als een vrouw boos wordt of het ergens niet mee eens is, wordt ze vaak gezien als ‘hysterisch of wispelturig’, zegt Farès. ‘Er zijn wel verbeteringen gaande in Europa en zelfs in Egypte. Maar zoals een van de Egyptische vrouwen in de film zegt: “Er zijn nu meer vrouwen in het parlement, maar de mentaliteit en perceptie zijn niet veranderd. Het woord van een man wordt nog steeds serieuzer genomen dan dat van een vrouw.”’

Nawal el-Saadawi in Big Little Women

© Nadia Farès

Big Little Women schittert zonder een alomtegenwoordige held, ondanks de prominente rol van haar vaders verhaal. ‘De film is als een mozaïek van samengevlochten verhalen, zonder een dominante leidinggevende figuur. Eerder een weerkaatsing, een echo die het ene verhaal belicht en tegelijkertijd het andere verlicht’, zegt Farès. ‘De ware helden zijn de drie generaties vrouwen, die ieder hun erfenis van de ene op de andere generatie doorgeven.’

Farès rangschikt de drie generaties zij aan zij, als een visueel symbool van verleden, heden en toekomst. Vooraan schittert de eerste generatie: de in 2021 overleden dr. Nawal el-Saadawi, een Egyptische schrijfster en in de Arabische wereld een vooraanstaande figuur binnen de vrouwenbeweging. El-Saadawi schreef talloze boeken over vrouwenemancipatie, waaronder De vrouw en seks, dat ze schreef naar aanleiding van het onrecht tegen meisjes in een dorp waar ze in de jaren vijftig werkte als gynaecoloog. In gesprekken deelt El-Saadawi haar persoonlijke inzichten aangaande het feminisme, dat volgens haar ‘een oeroude vonk’ is ‘die brandt sinds de tijd van Adam en Eva’.

‘Ik koesterde de drang om het verhaal van drie generaties vast te leggen, de erfenis van bevrijding en vrouwenemancipatie, gedragen door de tijd’, zegt Farès. Maar ze wist dat haar werk ‘onvoltooid’ zou zijn zonder de medewerking van El-Saadawi. Ze had twee jaar nodig om haar ervan te overtuigen om mee te doen. Ze vond dat belangrijk omdat El-Saadawi alle veranderingen in Egypte heeft meegemaakt van de tijd van koning Faroek (1936-1952) tot de huidige president Al-Sisi. ‘Zij kon ook de historische context schetsen vanuit het unieke vrouwelijke perspectief van Egypte.’

Als derde generatie verschijnen drie jonge Egyptische vrouwen. ‘Zij zijn de vertegenwoordigers van de jonge, strijdlustige feministische generatie in Egypte na de Arabische Lente’, aldus Farès. Want zij merkt een duidelijk contrast tussen het werk van El-Saadawi en de feministen in het hedendaagse Egypte. ‘Nawal is meer een schrijfster en houdt zich bezig met politiek.’ Haar pen is haar wapen, zoals El-Saadawi ook in de film zegt: ‘Writing the truth is like killing.’ Maar de nieuwe generatie wil veranderingen bereiken door ‘actie te ondernemen, zichtbaar te zijn op straat, en niet door middel van films of boeken’.

De nieuwe generatie wil veranderingen bereiken door ‘actie, niet door films of boeken’

Farès: ‘Ik besefte dat als ik de ontbrekende tussengeneratie in Egypte zou plaatsen, de film zich te veel zou concentreren op het patriarchaat in Egypte.’ Dit zou het ‘cliché en stereotype’ versterken dat het Westen koestert over het Oosten. ‘Later in het proces dacht ik dat ik het levensverhaal van mijn moeder moest delen, want zij leefde ook onder het juk van het patriarchaat. Ik zou het verhaal in het Westen blootleggen om het Oosten te spiegelen en zo bleef ik heen en weer bewegen tussen het Oosten en het Westen via mijn persoonlijke verhaal.’

De camera beweegt als een gedreven en nieuwsgierige ontdekkingsreiziger langs de oevers van de Nijl met de vele palmbomen, langs torens, het bekende Tahrirplein, kleurrijke markten en straatverkopers. In de sloppenwijken van Caïro, waar de tradities nog sterk patriarchaal zijn, doorkruisen de drie jonge vrouwen de straten op hun fiets. Ze voeren diepgaande gesprekken met andere vrouwen over hun omstandigheden, hun rechten en aspiraties.

Nadia Farès bezoekt het geboortedorp van haar vader, Beni Adi. Vijf meisjes uit haar familie, gekleed in hijab en galabiya, traditionele Egyptische kledij, praten over de verschuivingen binnen Egypte. Een opvallend gesprekspunt is het delicate thema van vrouwenbesnijdenis.

‘Ik heb geprobeerd verschillende sociale klassen te tonen, door zowel arme wijken in Caïro als het zuidelijke platteland van Egypte te bezoeken en te luisteren naar de verhalen van de vrouwen daar’, zegt Farès. Daar blijven tradities sterk patriarchaal en wordt meisjesbesnijdenis nog altijd toegepast. ‘Het komt nog veel voor vanwege traditie en cultuur. Ondanks het feit dat mijn nichtjes goed opgeleid zijn en naar de universiteit gaan, vinden ze nog steeds dat meisjes besneden moeten worden. Ze zeggen: “Niet alles wordt geleerd via onderwijs. We hebben ook onze gewoontes en tradities.”’

De aanpak van Farès is eenvoudig maar krachtig. Via persoonlijke, intieme verhalen onthult ze hoe het leven van een vrouw wordt beïnvloed binnen een patriarchale maatschappij. Nouran Saleh, een van de drie vrouwen, voert een gesprek met haar moeder over het belang van financiële onafhankelijkheid: ‘Ik wil proeven van het leven als onafhankelijke vrouw, ontdekken of ik mijn eigen pad kan bewandelen, alleen wonen en financieel volledig zelfstandig zijn’, zegt ze terwijl ze thuis samen tv-kijken.

‘In onze Arabische samenlevingen is het ongebruikelijk dat meisjes op zichzelf gaan wonen’, antwoordt de moeder, zittend met het ene been over het andere, ‘tenzij het noodzakelijk is voor studie of werk. Verder dan dat, nee, wordt van je verwacht dat je bij ons blijft.’

‘Waarom zou ik me aanpassen aan de maatschappij ten koste van mijn eigen zelf?’ zegt de dochter. Het is een vraag waar haar moeder geen antwoord op heeft.

Regelmatig keert de regisseur terug naar de straten van Bern, Lausanne en andere Zwitserse steden. Hier verweeft de documentaire een subtiele kroniek van het leven van haar moeder met de diepgaande geschiedenis van haar grootmoeder, vastgelegd in archiefbeelden die Farès zelf filmde toen ze jong was. Als meisje had ze namelijk steevast een camera bij zich, ‘maar dit was meer een persoonlijke queeste dan een filmproject’, benadrukt ze. ‘De camera was aanvankelijk een instrument om mijn familiegeheimen, mijn vaders verhaal, te verkennen.’

Nawal el-Saadawi verschijnt in de documentaire meer dan tien keer. De plek in haar huis waar ze aan haar bureau zit, met één vinger langzaam typend op een Mac-toetsenbord; het balkon dat uitzicht biedt over Caïro; een schatkamer van boeken en jeugdfoto’s. Ze heeft zilvergrijs kort haar en donkere ogen en draagt een blauwe blouse en een kleurrijke sjaal. Voor het eerst deelt El-Saadawi anekdotes over haar drie ex-echtgenoten en haar eigen besnijdenis, khitan in het Arabisch. ‘Het besnijden van het meest cruciale seksuele orgaan’, noemt ze dat in de documentaire.

Wat het taboe rond vrouwenrechten bij El-Saadawi doorbrak, was een brief die ze in haar kindertijd schreef aan God: ‘God, je hoort rechtvaardig te zijn en dat geloof ik. Dus waarom ben je oneerlijk tegenover mij? Waarom geef je mijn broer de voorkeur, terwijl ik beter presteer dan hij, zowel op school als thuis? Als je niet eerlijk bent en me niet behandelt zoals mijn broer, ben ik niet bereid om in jou te geloven.’ 

Big Little Women is te zien tijdens het Arab Film Festival, 5 t/m 10 september, LantarenVenster Rotterdam



https://www.groene.nl/artikel/een-oeroude-vonk