Als je de afgelopen weken het nieuws volgde en je afvroeg of je iets had gemist wat de oorlog in Gaza betreft, bijvoorbeeld Israëls al in februari aangekondigde eindoffensief in het zuidelijke Rafah – dan is het misschien goed om te weten waar dat aan lag. Het komt niet doordat je niet hebt opgelet, of doordat er van alles is gebeurd wat ondersneeuwde onder Wilders-I, Eurovisie en ander nieuws. Het ligt eraan dat iedereen, als het om de oorlog in Gaza gaat, bezig is met tijdrekken.
Dat verklaart bijvoorbeeld het absurde schouwspel dat Israëls minister van Defensie, Yoav Gallant, en oppositieleider Benny Gantz hebben geëist dat het oorlogskabinet waar zij kernleden van zijn nu eindelijk met een strategie komt voor Gaza als dat straks veroverd is. Let wel: nadat het offensief om die verovering af te ronden al is begonnen, met instemming van henzelf. Ze gaven daar een wekenlange deadline voor, waarin in theorie de hele operatie kan worden afgerond waarvoor nog een eindplan moet komen.
De Israëlische regering zit met een probleem dat iedereen zag aankomen, en waarvan premier Netanyahu wellicht hoopte dat de oplossing zichzelf zou aandienen of bij elkaar te improviseren zou zijn: wat te doen met Gaza als het eenmaal veroverd is? De Amerikaanse president Biden waarschuwde er kort na de moordpartij van 7 oktober al voor. ‘Laat de woede geen bezit van je nemen’, zei hij. ‘Na 11 september 2001 waren we in de VS woedend, maar maakten we fouten.’ Biden bedoelde de invasies in Irak en Afghanistan, waar hij voor stemde maar die hij achteraf als kolossale blunders ziet.
Netanyahu heeft de lessen van die twee oorlogen twintig jaar lang vanaf de voorste rij kunnen bekijken. Zoals: een oorlog ontwikkelt zich altijd chaotischer, onvoorspelbaarder en duurder dan je denkt. Of: als je met geweld een situatie verandert, komt er niet altijd uit wat je wil. En natuurlijk wat de Amerikanen de Pottery Barn-rule noemen, naar een bekende winkel voor aardewerk: als je iets breekt, is het van jou.
Als het om Gaza gaat is iedereen aan het tijdrekken
Netanyahu’s regering laat herhaaldelijk doorschemeren dat ze zichzelf graag door een deus ex machina van Gaza laat verlossen: door een internationale coalitie die de wederopbouw betaalt van alles wat Israël net heeft vernietigd, die Gaza bestuurt en orde houdt, Hamas stevig onder de duim houdt en Israëls veiligheidswensen prioriteit geeft. Het lijkt op dit moment waarschijnlijker dat er een vloot aliens landt om dit aan te bieden dan dat de grootmachten van de wereld of de regio deze taak op zich nemen. De keuze zal toch echt zijn: zelf besturen (onder bezetting) of teruggeven aan Palestijns bestuur – met onvermijdelijk een belangrijke rol voor Hamas. En dan kiest Netanyahu maar liever niet.
Ook Hamas rekt tijd. Als de beweging door Israël niet militair wordt verslagen, zal ze dat als overwinning claimen: dat het een rechtstreeks gevecht aanging met Israël en niet, zoals zoveel Arabische legers in het verleden, werd gebroken. In het gevecht blijven, ook al betekent dat weggedoken blijven in tunnels terwijl de bevolking wordt gebombardeerd, betekent in strategische zin winnen.
Als Hamas weer uit de tunnels komt, hoeft het niet per se het bestuur van Gaza weer op zich te nemen. Volgens sommige analyses, bijvoorbeeld in maandblad Foreign Affairs, hoopt ook Hamas van dat bestuur te worden verlost. Vijftien jaar pover bestuur deden Hamas’ populariteit geen goed en bovendien ligt Gaza in puin. Dan liever iets zoals in Libanon: daar heeft de militante beweging Hezbollah in feite de macht, maar is er een soort coalitieregering waardoor Hezbollah niet verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur.
Daarvoor moet Hamas in ieder geval overleven, wat in de huidige situatie neerkomt op tijdrekken. Europese landen proberen de periode met relatief minder geweld langer te rekken. De Amerikaanse regering, steeds meer gericht op de naderende verkiezingen, probeert Israëls offensief ook uit te stellen. En zo zit Gaza in de eindfase van een oorlog waar de hoofdrolspelers geen eindspel voor lijken te hebben. Hoelang zoiets kan duren weet niemand, maar de vergelijkingen die soms opduiken – Sarajevo, Mogadishu – klinken niet hoopgevend. Het wordt een soort experiment: niet slaapwandelend een oorlog in, maar slaapwandelend een oorlog uit.

Voorpublicatie
Nr. 21 /