Het zal omstreeks 2015 zijn geweest dat er in de Belgische keuken van de familie Dardha een vreugdekreet klonk. Daniel Dardha, die toen negen of tien jaar oud was, had voor het eerst een partij van zijn vader Ben gewonnen.
Niets bijzonders, zou je denken, maar die vader was een geduchte schaker die in Albanië jeugdkampioen van dat land was geweest en tegenwoordig Fidemeester is. De grootvader van Daniel, Bardhyl Dardha, groeide op in een Albanië waar bijna alle contacten met de buitenwereld waren afgesneden. Bardhyl was coach van een belangrijke Albanese club. Af en toe kon hij van een buitenlandse bezoeker de Joegoslavische Informator lenen, die toen de belangrijkste informatiebron voor schakers uit het Oosten en Westen was, en de honderden partijen die daarin stonden kopieerde hij vlijtig.
Nu heeft Bardhyl, geboren in 1937, nog een heel behoorlijke Fiderating van 1866, en een paar jaar geleden speelde hij volgens zijn kleinzoon nog iedere avond op het internet met tegenstanders uit verre streken.
Ben en Bardhyl vertrokken in 1997 uit Albanië naar België. In 2005 werd Daniel geboren in Mortsel, een stadje bij Antwerpen. Na die vreugdekreet in de keuken ging het snel met zijn schaakloopbaan.
Toen hij dertien was werd Daniel voor het eerst kampioen van België en twee jaar later werd hij grootmeester. Hij behaalde veel internationale successen, waarvan zijn tweede plaats in het Europees kampioenschap van vorig jaar het opvallendst was. Zijn jongere zusje Anna schaakt ook, maar heeft nog niet de passie of het talent van Daniel getoond.
Op 9 juli van dit jaar verbeterde Daniel in het Oost-Vlaamse stadje Deinze, op uitnodiging van de schaakclub Karpov Deinze, het wereldrecord kloksimultaan.
Dat is heel wat anders dan een gewone simultaan. Wie met zo’n gewone simultaan een record wil vestigen, moet meer dan een etmaal lang spelen tegen een kanonnenvoer van honderden niet al te sterke spelers. Een kloksimultaan is veel korter en scherper.
Dardha had vijftig goede tegenstanders met een gemiddelde rating van ongeveer 1850. Hij kreeg twee uur bedenktijd voor de hele partij, net als die tegenstanders. Het verschil was natuurlijk dat al zijn vijftig klokken tegelijk liepen.
De sterkste spelers hebben zich in de massa verstopt en de grootmeester weet niet wie ze zijn. Afgaand op het geluid van een in werking gezette schaakklok, een geluid dat alleen het gevoeligste schakersoor kan waarnemen, rent de held in zijn carré van de ene hoek naar de andere om de veelkoppige draak te onthoofden. Graag zou hij zijn verslagen tegenstander na de partij willen complimenteren, maar hij moet verder, want zijn andere klokken lopen nog.
Dardha won veertig partijen, speelde zeven remises en verloor er drie. De krant De Standaard schreef dat hij het vorige record, dat op naam stond van de Nederlander Sipke Ernst, had ‘verpulverd’. Dat klinkt bruut, maar het was waar.
Zo’n kloksimultaan valt nog mee, maar een monstersimultaan van ongeveer dertig uur tegen honderden tegenstanders, waarom doet iemand dat? Voor het geld en de eer natuurlijk, maar er is ook een reden die Daniel Dardha op veertienjarige leeftijd verwoordde toen hij tegen Gazet van Antwerpen zei dat winnen zo mooi was dat hij er niet genoeg van kon krijgen.
De partij hieronder is tegen een van zijn sterkste tegenstanders tijdens de recordverbetering. Elias Verhalle heeft een rating van 1969, waarmee hij in Nederland in de eerste klasse van de KNSB-competitie zou kunnen spelen.
Tot de 32ste zet gaat het ongeveer gelijk op en dan stort Verhalle opeens in. Ik denk dat hij in tijdnood was. Niet alleen Dardha, maar ook zijn tegenstanders konden problemen krijgen met hun bedenktijd.
Lees ook: