Hawala bankieren – De Groene Amsterdammer


Het banksysteem werkt niet. Niet voor Mahmoud. Elke maand maakt hij geld over naar zijn oma in Syrië. Ze komt niet rond van haar pensioentje en Mahmoud verdient genoeg met zijn baan als groenteman in een middelgrote Nederlandse stad. Een paar tientjes, soms vijftig of zelfs honderd euro, maakt voor zijn grootmoeder het verschil.

Het liefst zou hij het bedrag gewoon overmaken via ING, ABN Amro of Rabobank. Maar in plaats daarvan stuurt hij elke maand een WhatsApp-berichtje naar het nummer dat hij van een vriend kreeg. Het nummer van een ondergrondse bankier, ‘een slechte man’, zoals Mahmoud hem noemt. ‘Er is geen andere optie’, verzucht hij.

Syrië zucht al ruim tien jaar onder zware economische sancties, als vergelding voor de wandaden van het regime van Bashar Al-Assad. Na een snelle opmars van het rebellenleger Hayat Tahrir al-Sham (HTS) vluchtte de dictator naar Rusland. Maar de sancties zijn nog niet verdwenen. En dus zijn mensen als Mahmoud voor geldtransacties nog altijd afhankelijk van onofficiële wegen.

Ondergrondse bankiers komen de laatste jaren veelvuldig in de media, vanwege hun banden met de georganiseerde misdaad. Deze geldschuivers verplaatsen geld voor meer en minder vermogenden die hun geld niet kunnen overmaken via het plaatselijke bankfiliaal. ‘Coketransporten naar Nederland massaal betaald via ondergrondse banken’, kopte de NOS begin vorig jaar. Het AD, drie maanden later: ‘Politie pakt grote witwasbankier: koeriers verplaatsten mogelijk kwart miljard aan drugsgeld.’

De handel in drugsgeld is echter slechts één kant van het verborgen bankwezen. De Groene Amsterdammer sprak migranten met familie in Syrië, Jemen, Afghanistan, Iran, Soedan en Somalië. Zij maken gebruik van zogeheten hawalabankiers, die hun werk als ondergronds bankier op precies dezelfde manier uitvoeren als de drugsgeldhandelaars, maar dan voor veel kleinere bedragen. Uit de gesprekken blijkt dat hele gemeenschappen gedwongen zijn gebruik te maken van illegale sluipwegen om hun familie financieel te ondersteunen.

Het werkt zo: een klant overhandigt het contante geld in Nederland aan de ondergrondse bankier. Soms heeft die bankier een supermarktje als uitvalsbasis, in andere gevallen spreekt hij klanten op een openbare plek. De bankier hoeft het ontvangen bedrag niet fysiek het land uit te smokkelen. Komen de contanten binnen, dan stuurt hij een bericht naar een collega in het buitenland. Zijn tegenhanger in Colombia dan wel Syrië betaalt de begunstigde vervolgens uit. De overgebleven onderlinge schuld verrekenen de bankiers binnen hun netwerk met andere transacties, precies zoals ING of Rabobank dat doen.

‘Iedereen gebruikt het, iedereen met familie in Syrië is ervan afhankelijk’, zegt Mahmoud. Hij is een van de bijna 150.000 geboren Syriërs in Nederland. Net als de rest van zijn gezin is Mahmoud gevlucht uit zijn geboorteland. ‘Maar mijn oma, tante en twee nichtjes wonen nog in een buitenwijk van Damascus’, vertelt hij. ‘Het leven is daar ongelofelijk duur door de oorlog. Omgerekend is hun inkomen honderd euro per maand, terwijl de kosten duizend euro per maand zijn. Ze zijn afhankelijk van familie in Europa om te overleven.’

Mahmouds oma is geen uitzondering. Negentig procent van de Syrische bevolking leeft onder de armoedegrens, 70 procent overleeft niet zonder voedselhulp. Ook Jacob, een gevluchte Syrische christen met familie in de noordwestelijke stad Latakia, probeert zo vaak mogelijk geld te sturen. ‘50 euro is in Latakia een maandsalaris voor een baan van meer dan 40 uur per week’, zegt Jacob. ‘Meestal geef ik geld mee aan mensen die ik vertrouw. Maar er gaan alleen af en toe mensen tijdens de zomervakantie. Het grootste deel van het jaar gaat er niemand.’

Aan de ontvangende kant van de transactie spreken we Nader, journalist en fixer in Noordoost-Syrië. ‘Ik heb een broer in Duitsland. Mijn moeder is ziek, ze heeft een beroerte gehad. Hij stuurt tussen de honderd en honderdvijftig euro per maand voor voedsel en medicatie.’ Dat is bittere noodzaak, legt hij uit. ‘Als vluchtelingen geen geld zouden sturen, verhongeren Syriërs. Zonder de steun van mijn broer zou mijn moeder nu niet in een ziekenhuis liggen.’

Hawala is inmiddels een belangrijk onderdeel van de Syrische economie, legt de journalist uit. ‘In Al-Darbasiyah alleen al zijn er meer dan tien kantoortjes, terwijl het een klein stadje is. Hawalabankier is een vaste baan geworden, een makkelijke manier om geld te verdienen. Het zijn echte bankiers: ze verdienen aan vergoedingen en aan de wisselkoers.’

Hoe dat komt? Sancties tegen het land dat al sinds 2011 in een burgeroorlog verwikkeld is, hebben Westerse instellingen huiverig gemaakt voor transacties naar Syrië. Daarnaast heeft de oorlog de infrastructuur zodanig aangetast dat in grote delen van het land überhaupt geen bankkantoren of locaties van Western Union meer te vinden zijn.

Dat in landen als Syrië een alternatief voor hawala ontbreekt, weet ook Jolien Veldwijk van ngo CARE International. Haar organisatie koopt onder meer veevoer en zonnepanelen voor de lokale bevolking, die anders het vee ziet verhongeren en de stroom ziet uitvallen. Als landdirecteur Noordoost-Syrië, het gebied in handen van de Koerden, zette de Nederlandse maandelijks haar handtekening onder zo’n 300 duizend dollar aan uit te betalen salarissen en rekeningen. Het personeel en leveranciers kunnen hun geld alleen ontvangen in cash, dankzij hawala.

De transacties lopen via de Amerikaanse tak van de ngo. Veldwijk vertelt: ‘We maken geld over vanuit onze bankrekening in de VS naar het hawala-bedrijf in Irak. Zij stoppen het geld in koffers, steken met de contanten de grens over en komen naar ons kantoor in Al-Hasakah. Ze komen met een zo onopvallend mogelijke auto en nemen altijd gewapende beveiliging mee. Ze brengen ook geld rechtstreeks naar toeleveranciers. Het is een soort bank aan huis.’

Als professionele partij beschikt de ngo over een relatieve luxepositie. ‘Het gaat om grote bedragen, waardoor we kunnen onderhandelen. Eén keer per jaar vragen we alle hawala-agenten om hun tarieven. Onze huidige aanbieder rekent 3,25 procent commissie over de betalingen’, zegt Veldwijk. Migranten als Mahmoud betalen meer.

Wie hawala heeft bedacht is onbekend. Onderzoekers leiden het spoor van het informele internationale bankiersnetwerk terug tot in ieder geval veertiende-eeuwse handelaren, actief langs de zijderoutes. Zij wilden liever geen stapels geld over het Aziatische continent met zich meeslepen. Mogelijk is hawala zelfs nog veel ouder. Edwina Thompson, expert in betalingsverkeer in de Islamitische wereld, haalt in het Max Planck Yearbook of the United Nations een hadith aan die aan zou tonen dat de profeet Mohammed moet hebben geweten van het bestaan van hawala.

De eeuwenoude wortels maken van hawalabankieren een vertrouwde manier van geldverplaatsing in grote delen van Azië en Afrika. Zeker in gebieden zonder sterke overheid en instituties spelen informele banksystemen als hawala een belangrijke rol, betoogt de Leidse promovendus Mohamed Muse in zijn onderzoek naar het gebruik van hawala binnen de Somalische diaspora. In totaal stromen via hawala miljarden naar een land als Somalië, meer dan dubbel zoveel als er binnenkomt aan ontwikkelingshulp, blijkt uit zijn onderzoek.

In zulke landen is het vertrouwen in financiële instituties vaak laag, vertelt de Syrische Jacob. ‘Niemand gebruikt de bank. De meeste mensen hebben niet eens een bankrekening.’ Met name de onaantrekkelijke wisselkoersen in een land met hyperinflatie maken banken impopulair. Hetzelfde geldt voor Western Union, dat bovendien alleen geld mag uitkeren in de lokale munt. En dan was er nog de angst voor het Assad-regime onder de gevluchte Syriërs. ‘Ik ben bang dat de geheime dienst meekijkt bij transacties via dit soort instellingen.’

Het clandestiene bancaire systeem functioneert op basis van vertrouwen in de hawalabankier. Bonnetjes of betaalbewijzen zijn er niet, van consumentenbescherming is geen sprake. En de prijzen zijn afhankelijk van de wisselkoersen op de zwarte markt. ‘Het is heel duur’, zegt Mahmoud. ‘Als ik hier 100 euro geef, komt er daar 80 euro in lira’s aan.’ Er is ook een voordeel: zijn oma kan de volgende dag al het geld ophalen bij de lokale hawala-bankier in Damascus.

‘Ik ben geshockeerd hoe populair het is’, zegt de Jemenitische Saleh. Door de oorlog in Jemen groeide de groep Jemenieten in Nederland tot ruim vijfduizend mensen. Saleh werkt als hulpverlener voor zijn gemeenschap in de Randstad en spreekt veel mensen die hawala gebruiken. ‘Ook Afghanen, Syriërs en Somaliërs komen naar ons toe met vragen over hawala.’ Hij vertelt over een landgenoot die via een hawalabankier 5200 euro naar Jemen verstuurde. ‘Er kwam maar 4500 euro aan. Omdat het illegaal is kon hij niet naar de politie.’

Saleh kwam voor het eerst in aanraking met een ondergronds bankier toen hij zelf nog in het asielzoekerscentrum woonde. ‘Dat was in een stad met 40 duizend inwoners’, zegt hij. Uit veiligheidsoverwegingen laten we de naam van het plattelandsstadje weg. Asielzoekerscentra zijn volgens Saleh de perfecte plek voor de bankiers om nieuwe klanten te werven. ‘Het is zo wijdverspreid in migrantengemeenschappen dat ik verrast was dat het niet legaal is. Zelfs zo’n klein stadje heeft meer dan één hawalabankier.’

Ook de Soedanese Solafa Saad ziet hoe wijdverspreid de verborgen bankenwereld in Nederland is. Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in haar thuisland, afgelopen lente, voorziet de Leidse student in het levensonderhoud van twaalf familieleden. ‘Mijn moeder en vader waren docenten in de hoofdstad, maar door de oorlog heeft iedereen Khartoum verlaten. De salarissen worden niet meer uitgekeerd, ons huis is geplunderd. ‘We hebben niets meer.’

Dus zijn hawala-bankiers ook onder de 9500 Soedanezen in Nederland populair. ‘De meeste mensen uit Soedan gebruiken het’, zegt Saad, die zelf gebruik maakte van een hawalabankier in Den Haag. ‘In elke regio in Nederland heb je wel een tussenpersoon voor transacties naar Soedan.’

Ondergronds bankieren is in Nederland illegaal, en dat weten de gebruikers maar al te goed. Vrijwel niemand durft met zijn of haar echte naam in De Groene Amsterdammer te verschijnen, afhankelijk als ze zijn van het informele bankiersnetwerk. ‘Ik ben bang voor mijn veiligheid’, zegt de een. Of: ‘als ik ooit nog terug wil naar mijn familie, kan ik dit interview beter anoniem doen. Ook voor hun veiligheid nu.’

Meerdere gebruikers vertellen over de angst dat hawalabankiers het regime waar ze voor gevlucht zijn mede-financieren. Of dat ze verbonden zijn aan mensensmokkelaars of de georganiseerde misdaad. ‘Ik zei pas nog tegen mijn vader dat ik hoop dat ze opgepakt worden’, vertelt de Syrische Mahmoud. Het zit hem dwars dat hij geld brengt naar ‘slechte mensen’, vertelt hij. ‘Mijn contact is echt een boef. En inmiddels heeft hij zelfs een paar loopjongens in dienst.’

Toch is hij net als veel andere migranten terughoudend in het delen van de namen van de hawalabankiers van wie hij afhankelijk is om zijn familie in Syrië te helpen. ‘Ik wil geen spion zijn, dat kan niet in onze cultuur. Het is een taak van de regering om ze aan te pakken. Het is niet mijn zaak.’

Maken de ondergrondse bankiers waar migranten als Mahmoud van afhankelijk zijn inderdaad onderdeel uit van een netwerk dat mensensmokkelaars, terrorismefinanciers en drugscriminelen faciliteert?

Het is lastig te achterhalen. De bankiers zelf hullen zich in anonimiteit. Op de telefoonnummers van bankiers die we krijgen, vijf in totaal, krijgen we geen gehoor. Verstuurde berichten via Telegram en WhatsApp krijgen geen antwoord. Vermoedelijk zijn we te wit en te weinig Arabisch-sprekend om door te kunnen voor hawalagebruiker. Daarnaast vertellen migranten ons dat zij ook door een bekende geïntroduceerd moesten worden – alles draait om vertrouwen.

Toch zijn er genoeg aanwijzingen die erop duiden dat allerlei criminelen de ondergrondse bankierswereld weten te vinden. Drugscriminelen maken zeker gebruik van ondergronds bankiers, al is zeer de vraag of zij een beroep doen op dezelfde hawalabankiers als migranten (zie kader). Bij mensensmokkelaars zijn daar wel sterke aanwijzingen voor. Begin dit jaar reconstrueerde de Spaanse krant El País de reis van Zanyar, een jonge Koerd die in 2021 Irak probeerde te verruilen voor het Verenigd Koninkrijk.

Zijn oversteek naar Italië liep voorspoedig, maar op het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland ging het mis. Er stak storm op. Eenmaal op het water was er voor Zanyar geen weg meer terug. De smokkelaar zou zijn geld krijgen na aankomst. Wie halverwege omkeert, vermoord ik, had hij gedreigd. Zelfs bij storm. Het bootje met Zanyar erop kapseisde. Hij verdronk in het koude water, net als de meeste andere opvarenden.

De vader van Zanyar had de smokkelaars betaald via de hawalabankier in zijn dorp, het Iraakse Ranya, ontdekten Spaanse journalisten. 12.000 dollar voor de oversteek naar Italië. De overtocht van Frankrijk naar Engeland zou nog eens 3.100 dollar kosten.

Zanyar is geen uitzondering, volgens de Spaanse journalisten. In de smokkelsector, waar volgens Europol en Frontex 350 tot 750 miljoen euro in omgaat, lijkt hawala de meest gebruikelijke betaalwijze, blijkt uit de gesprekken die zij voerden met smokkelaars, migranten en hawalabankiers in Irak, Turkije, Italië, Frankrijk en het VK.

Ook in onze gesprekken duiken smokkelaars op. ‘Veel Jemenieten hebben schulden in Jemen, bijvoorbeeld als gevolg van hun vlucht’, vertelt Saleh, de Jemenitische maatschappelijk werker. ‘Als ze die niet via hawala terugbetalen, dreigen de schuldeisers familie of vrienden in Jemen iets aan te doen.’ En zo faciliteren de hawalabankiers criminelen, benadrukt Saleh.

Is een legaal alternatief mogelijk voor hawala? Jazeker, in ieder geval voor sommige migranten. Bijvoorbeeld voor de Soedanese Solafa Saad. In het deel van Soedan waar haar ouders nu verblijven, werken de pinautomaten nog. Alleen kan ze niet rechtstreeks geld overmaken van haar bankrekening naar die van haar ouders. ‘Ik gebruik een Britse app, Altras’, zegt ze. Dat voelt veiliger dan het illegale hawala. ‘In Altras kan je geregistreerde ontvangers toevoegen en via iDeal overmaken.’ Maar niet iedere vluchteling is daartoe in staat, benadrukt ze. ‘Ik weet hoe je technologie moet gebruiken: de app, creditcard, enzovoort. Maar veel Soedanezen hier weten dat niet.’

In de Somalische gemeenschap speelt hetzelfde. Ook daar zijn tegenwoordig legale, digitale, alternatieven. ‘Transfer Galaxy uit Zweden bijvoorbeeld. Dat is opgericht door een groep Zweedse-Somaliërs’, vertelt Mohamed Bashir Osman, een Nederlands-Somalische ondernemer die inmiddels een bekend zakenman in zijn geboorteland is. ‘Tweede generatie Somaliërs in Nederland gebruiken meer dit soort technologie. Maar de oudere generaties gaan nog steeds langs bij de oude netwerken om geld naar hun familie te sturen.’

Osman, die sinds vorig jaar oktober honorair consul is voor Nederland in Somalië, hoopt dat de Nederlandse overheid samen met de Somalische diaspora op zoek gaat naar een oplossing. ‘De informele netwerken zijn niet houdbaar op de lange termijn, het is goed om de geldstromen naar familie in het buitenland uit het illegale circuit te halen’, zegt hij. ‘Dat is beter voor de economie en een opluchting voor veel mensen, die willen ook gewoon liever via een bank geld overmaken.’

Een einde aan de sancties?

Met een nieuw regime in Damascus klinkt de roep om wederopbouw in Syrië. Na veertien jaar oorlog en ruim vijftig jaar repressie van de dictatorsfamilie Al-Assad is er nu hoop in het land. Toch is de wederopbouw niet vanzelfsprekend in een internationale pariastaat als Syrië.

De Syrische economie is door sancties afgesneden van een groot deel van de wereld. Dat zal niet zomaar veranderen nu de rebellen van Hayat Tahrir al-Sham (HTS) vanuit Idlib zijn opgetrokken en de macht hebben overgenomen in de hoofdstad. Want ook deze islamistische groepering die voortkomt uit het Al-Nusra Front staat al jarenlang op sanctielijsten van zowel de Verenigde Staten als de Verenigde Naties.

Toch kan dat komende tijd gaan schuiven. De VN hield Syrië op maandag 9 december een wortel voor. Als de rebellen aan bepaalde voorwaarden voldoen, kan HTS van de sanctielijst verwijderd worden, zei Geir Otto Pedersen, de speciale gezant van de Verenigde Naties voor Syrië. Maar dan moet HTS wel willen veranderen. “Mijn boodschap is: Syrië kan niet bestuurd worden zoals Idlib nu.”

Drugscriminelen en hun ondergronds bankiers

Net als migranten hebben ook drugsbendes behoefte aan het verplaatsen van geld – al was het maar omdat een banktransactie van een paar miljoen met betalingskenmerk ‘cocaïnetransport’ zo in het oog loopt. De werkwijze van ondergronds bankiers is in beide gevallen behoorlijk identiek: ook cocaïne- of xtc-handelaars brengen hun verdiende euro’s naar een tussenpersoon, die contacten onderhoudt met een buitenlandse collega. En voor zowel de financieel dienstverlener van de migrant als van criminelen geldt: hun activiteiten zijn in Nederland illegaal.

Toch zijn er verschillen, bijvoorbeeld in de strafmaat. Pakt de politie een hawalabankier bij het overboeken van geld naar een Syrische oma, dan zal hij een relatief lage straf krijgen wegens bankieren zonder vergunning. Een verplaatser van crimineel verdiend geld kan daarentegen rekenen op vervolging als witwasser. Bij veroordeling voor dat delict kan een informeel bankier een aanzienlijk hogere hoeveelheid streepjes op zijn celwand krijten.

Doorgaans bedient een ondergronds bankier slechts één van de twee klantengroepen, zegt Robin de Jager van de Dienst Landelijke Recherche (DLR). Zijn kennis is afkomstig van criminele communicatie via versleutelde telefoonnetwerken, die de politie wist te kraken. ‘Ik ken geen voorbeeld van een hawala-groenteboer die is doorgegroeid tot hardcore crimineel. Een Afghaanse detailhandelaar doet wat hij kent: hij werkt in twee postcodes, zijn klanten kent hij bij naam, en het geld stuurt hij naar een neef in het buitenland.’

In de praktijk blijkt het voor rechters alleen lastig om onderscheid te maken tussen hawala- en witwasbankiers. De gemeenschappelijke werkwijze van de twee groepen biedt in de rechtszaal vruchtbare grond voor langlopende discussies tussen het Openbaar Ministerie (OM) en de advocaat van verdachten: is de opgepakte verplaatser van contanten nu een witwasser van crimineel geld, of helpt hij slechts de migranten in zijn eigen gemeenschap?

Lees ook:




https://www.groene.nl/artikel/hawala-bankieren