Heidag – De Groene Amsterdammer


Kunnen we het nog, democratie? De raderen van de democratie draaien geduldig door. Verkiezingen, Kamerdebatten, parlementaire enquêtes. Tot zo ver geen twijfel. Dat verandert als we democratie zien als manier van samenleven, zoals de Franse filosoof Claude Lefort deed. Ergens lijken we onze democratische draai kwijt te zijn geraakt.

Het deed me denken aan een gesprek met historicus en schrijver Zihni Özdil, ruim drie jaar geleden. Hij was toen een half jaar uit de Tweede Kamer. Tijdens een etentje bespraken we de Nederlandse democratie. Özdil zag een gebrekkige democratie. Althans, als je kijkt voorbij de oppervlakte, voorbij die geduldige democratische raderen. Özdil schreef er een gepeperd essay over voor Vrij Nederland. De instituties en procedures zijn democratisch; het resultaat is dat niet, aldus Özdil, en hij sprak deels uit ervaring. Het gevolg van een gebrek aan transparantie en een vaak tandeloos parlement. De Leidse hoogleraar staatsrecht Wim Voermans kwam later in zijn boek Het land moet bestuurd worden tot een vergelijkbare analyse. Het bestuur en het bestuurlijke denken zijn dominant in Nederland; ze overschaduwen de volksvertegenwoordiging. Die worsteling van de politiek sleept zich nog steeds voort.

Toch lijkt er inmiddels meer aan de hand te zijn. De analyses van Özdil en Voermans gaan vooral over bestuurlijke cultuur: zonder democratisch ingestelde bestuurders gaat het niet. Drie recente rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau en de aivd laten zien dat de Haagse worsteling zich verbreedt: naar ons democratisch samenleven.

Eind vorig jaar was er eerst het scp: ‘Driekwart van de Nederlanders denkt dat polarisatie toeneemt.’ Cruciaal is natuurlijk het woordje ‘denkt’. Het scp-rapport Burgerperspectieven noemt het een ‘puzzel’: Nederlanders denken dat polarisatie toeneemt, maar overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt. Die puzzel fascineert. Want als polarisatie niet daadwerkelijk toeneemt, hoe kan het dan dat zoveel Nederlanders dénken dat dat wel zo is? Het scp oppert dat het met ons ongemak over botsende standpunten te maken zou kunnen hebben. Aan ‘consensus’ gewend geraakte burgers kunnen wellicht ‘moeilijk overweg (…) met (in hun ogen nieuwe) splijtende vraagstukken, tegengestelde visies en minderheidsgroepen die zich nadrukkelijker manifesteren dan eerder’.

We lijken slechter te kunnen omgaan met botsende opvattingen

Eind mei waarschuwde een aivd-rapport voor de opkomst van ‘anti-institutioneel extremisme’. ‘Waarschijnlijk meer dan honderdduizend personen’ denken ‘in meer of mindere mate’ dat een ‘kwaadaardige elite’ het eigenlijk voor het zeggen heeft in Nederland. Die ‘kwaadaardige elite’ zou achter corona zitten, achter de stikstofcrisis, de oorlog in Oekraïne en zo verder. De coronamaatregelen joegen de groei van deze groep aan, maar de aivd wijst ook op de Haagse worsteling met dossiers als de toeslagenaffaire, stikstof en het Groningse gas. Het ‘anti-institutioneel extremisme’ kan tot geweld leiden, maar bedreigt uiteindelijk ook ons democratisch samenleven: als de aanhang groeit ‘zullen waarschijnlijk op termijn steeds grotere groepen (…) onverdraagzaam optreden tegen anderen’.

Vorige week kwam daar nog het scp-rapport Sceptische visies in het coronadebat bij. De onderzoekers laten zien dat coronascepsis leeft onder een ‘substantiële minderheid’. Zo twijfelt tien tot vijftien procent van de Nederlanders aan ‘de intenties achter de maatregelen’. Bijna een kwart vertrouwt de informatie van vaccinproducenten niet. Het zorgt voor verstoord samenleven: coronasceptici gaven aan ‘veelal uitsluiting in persoonlijke kringen’ te hebben ervaren. Het scp pleit onder meer voor een ‘nieuwsgierige overheid’ om het vertrouwen van coronasceptische burgers terug te winnen. Ook de journalistiek zou op een verantwoorde manier aandacht moeten besteden aan coronascepsis.

We lijken minder goed te kunnen omgaan met botsende opvattingen; een klein, maar niet gering deel van de samenleving gelooft inmiddels in het idee van een ‘kwaadaardige elite’; een substantiële groep is coronasceptisch, aldus de oogst van drie recente rapporten. En waar het scp zich zorgen maakt over het uitsluitende effect dat de aandacht voor ‘anti-institutioneel extremisme’ kan hebben op de bredere coronasceptische groep en voorzichtige inclusie bepleit, waarschuwt de aivd juist voor normalisering van de extremistische variant ervan. Vind daar het juiste midden maar eens.

De uitdaging is bovendien dat we het vooral zullen moeten hebben van een brede blik op democratie. In een hoofdstuk over de democratische rechtsorde benadrukt ook het aivd-rapport het belang daarvan, in het spoor van onder meer Claude Lefort. Het gaat dan om het investeren in democratische ‘procesvoorwaarden’ als voldoende sociaal vertrouwen, de omarming van democratische ‘instabiliteit’ en de acceptatie van een felle meningenstrijd, oftewel: in alles wat ‘niet afdwingbaar door een overheid’ is. Geen kleine opgave, voor ons democratisch samenleven. In een organisatie zou het nu tijd zijn voor een heidag. Als samenleving moeten we op een andere manier onze democratische draai terugvinden.


Voorpublicatie
Nr. 26 /



https://www.groene.nl/artikel/heidag