In zijn lange loopbaan leek het politieke einde van Benjamin Netanyahu meermalen onvermijdelijk. Maar hoe sterk zijn tegenstanders hem ook in de houdgreep hielden, steeds lukte het hem zich te ontworstelen. Dat wordt deze keer een heidens karwei. Want nog nooit heeft de eeuwige Israëlische premier zo veel binnenlandse vijanden gehad als nu. Drie maanden na het uitbreken van de Gaza-oorlog wil 85 procent van de Israëliërs een andere leider zodra de oorlog voorbij is, of misschien zelfs eerder. In verkiezingen zou zijn partij Likud worden ingemaakt. Dit vooruitzicht is Netanyahu een gruwel. Daarom: hoe langer de oorlog, hoe beter. Althans voor de man die geobsedeerd is door het risico dat hij vanwege zijn corruptie de gevangenis in moet zodra hij de immuniteit van het pluche moet missen.
De oorlog tegen Gaza heeft in het getraumatiseerde Israël nog altijd grote steun. Dat het dodental inmiddels bijna twintig keer zo groot is als de twaalfhonderd slachtoffers van de door Hamas op 7 oktober aangerichte moordpartij, dat verreweg de meeste doden in Gaza geen Hamasstrijders zijn, dat de hele strook één grote puinhoop is geworden, dat de mensen geen kant meer op kunnen en als ratten sterven door bommen, ziekte of honger, kortom, dat Gaza de hel op aarde is – het schijnt de meeste Israëliërs niets te kunnen schelen, en hun media ook niet. Ze worden nog altijd bezield door een gevoel van blinde bijbelse wraak voor de verschrikkelijkste gruweldaad tegen joden sinds de Holocaust. Ze vinden degenen die empathie tonen voor het lijden van de Gazanen landverraders. En ze schijnen er nog altijd van overtuigd te zijn dat hun IDF (Israel Defence Forces) het moreel meest hoogstaande leger van de wereld is.
Militaire chefs zeggen al dat de oorlog nog wel een jaar kan duren, of nog langer. Waarschijnlijk hebben ze die tijd nodig om het geschokte vertrouwen – net als Netanyahu hadden ze alle waarschuwingen over de voorbereidingen op een mega-terreuractie van Hamas in de wind geslagen – terug te winnen. Maar ook zij beseffen dat Netanyahu’s doelen onhaalbaar zijn: vernietiging van Hamas, bevrijding van de gijzelaars, demilitarisering van Gaza en deradicalisering van de Palestijnen; in ieder geval niet alle vier en mogelijk zelfs niet één. Ze vragen van Netanyahu een coherent, realistisch plan over wat er met Gaza na de oorlog moet gebeuren, maar dat krijgen ze niet.
Langzaam lijkt in Israël het besef in te dalen dat Hamas wel zware slagen kan worden toegebracht, maar dat de beweging niet uit te roeien is. Er zijn signalen van oorlogsmoeheid. Hamas blijft vechten en raketten afschieten. De terugkeer van Israëlische soldaten in lijkenzakken heeft een deprimerend effect, en het dodental blijft stijgen. De tot nu toe gebleken onmacht om de gijzelaars levend terug te halen – drie gegijzelden die aan hun bewakers waren ontsnapt werden door hun eigen kameraden bij vergissing doodgeschoten – doet de protesten tegen Netanyahu en de roep om onderhandelingen aanzwellen. Maar er is nog altijd weinig begrip voor de achttienjarige dienstweigeraar die, voor hij werd opgesloten in een militaire gevangenis, zei: ‘Ik geloof dat een slachtpartij geen oplossing kan zijn voor een slachtpartij.’
De oorlog eist ook zijn economische tol. Honderdduizenden werknemers zijn onder de wapenen geroepen, de ruim honderdduizend Palestijnse arbeiders uit de Westelijke Jordaanoever die dagelijks in Israël kwamen werken worden niet meer binnengelaten, en nog zo’n honderdduizend Israëliërs zijn uit het gebied bij de grens met Libanon geëvacueerd. De terugtrekking is nu begonnen van duizenden reservisten uit Gaza, zodat ze weer aan het werk kunnen gaan.
Desondanks houdt Netanyahu voet bij stuk: de oorlog zal doorgaan tot het einde, dat wil zeggen tot de definitieve overwinning van Israël. De internationale publieke opinie, de Verenigde Naties en tal van regeringen smeken om een wapenstilstand of een gevechtspauze. Israël is hard bezig zijn internationale reputatie te verliezen, Hamas krijgt veel internationale solidariteit, het antisemitisme laait wereldwijd op – en Netanyahu geeft geen krimp. Israël tegen de rest van de wereld? Toch niet. Netanyahu heeft niet alleen de steun van zijn extremistische politieke vrienden in eigen land en daarbuiten, maar ook van de Amerikaanse president Joe Biden.
Zeker, Biden dringt bij Netanyahu aan op enige matiging bij het doden van de Gazanen, en hij verkondigt standpunten waarvan de Israëlische leider niets wil weten, zoals de vorming van een Palestijnse staat en een bestuurlijke rol voor de ‘gerevitaliseerde’ Palestijnse Autoriteit in een toekomstig Gaza. Biden wil voorkomen dat de oorlog naar andere landen overslaat, terwijl Netanyahu de leden van de door Iran geleide ‘As van het verzet’ graag een lesje wil leren. Biden heeft ook kritiek op het gewelddadige optreden van de Israëlische kolonisten tegen de Palestijnen, en op Netanyahu’s meest extremistische ministers. Maar hij heeft tegelijk Israël verzekerd van Amerika’s onvoorwaardelijke steun. In de VN-Veiligheidsraad hebben de VS tot twee keer toe hun veto uitgesproken tegen een wapenstilstand, en ze hebben Israël alle wapens geleverd voor zijn oorlog tegen Hamas. Biden is door sommige Amerikaanse critici al ‘genocide Joe’ genoemd. Grappig haast dat diezelfde Biden door verhitte Israëlische nationalisten wordt afgeschilderd als een vijand van Israël.
De voortzetting van de oorlog is voor Netanyahu een kwestie van politieke overleving, want zolang het oorlog is zijn er geen verkiezingen en heeft hij meer tijd om zijn geruïneerde reputatie als Mr. Security te repareren. Hij heeft zich nog altijd niet verontschuldigd voor zijn rampzalige strategie tegenover Hamas. Het onderzoek naar zijn verantwoordelijkheid wil hij uitstellen tot sint-juttemis. Des te pijnlijker voor hem dat de militaire leiders niet willen wachten met een onderzoek naar hun eigen falen, hopend daarmee het prestige van de IDF op te vijzelen. Die tegenstrijdige agenda’s leidden tot slaande ruzie op een nachtelijke vergadering van de belangrijkste ministers met een paar generaals. De rechts-extremisten, ook van Netanyahu’s eigen partij, schreeuwden dat het schandalig was dat de militairen midden in de oorlog in het defensief gingen in plaats van de oorlog te winnen.
Die aanvaring op topniveau is tekenend: van de nationale eenheid die na 7 oktober over het intens gepolariseerde Israël vaardig werd, is weinig meer over, en dat is Netanyahu’s eigen schuld. Hij heeft zich bij de kabinetsformatie van eind 2022 immers laten gijzelen door zijn ultrarechtse coalitiegenoten, zonder wie hij niet aan de regering zou zijn gekomen maar waarschijnlijk in de gevangenis. Daarom kan hij Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, voormannen van de kolonisten en van het joodse suprematisme, niets weigeren omdat ze anders uit het kabinet stappen en de regering ten val komt. Ze hebben, zelfs tijdens de oorlog, honderden miljoenen sjekels voor hun achterban geëist en gekregen. De haat tegen de Palestijnen hebben ze verder aangewakkerd. Ben-Gvir heeft het wapenbezit voor Israëliërs een stuk gemakkelijker gemaakt. Hij maakt geen deel uit van het oorlogskabinet van vijf leden, maar eiste wel bij een vergadering van het kabinet aanwezig te zijn. Waarna Netanyahu de bijeenkomst annuleerde en het te bespreken thema overhevelde naar het veiligheidskabinet, waar Ben-Gvir wél in zit.
De laatste dagen is de nationale verdeeldheid weer helemaal terug. Smotrich, Ben-Gvir en geestverwante politici hebben een Endlösung van het Hamas-vraagstuk voorgesteld: de ‘vrijwillige emigratie’ van de overlevende Gazanen naar de Sinaï-woestijn in Egypte, Jordanië, Congo of welk land hen ook wil opnemen. In het lege Gaza zullen zich dan weer, net als vroeger, joodse kolonisten kunnen vestigen. Een Israëlische projectontwikkelaar heeft al maquettes gemaakt van prachtige huizen in Gaza-aan-Zee. Ook in Israël wordt beseft dat deze etnische zuivering voor Israël catastrofale gevolgen kan hebben. De minister van Defensie heeft een ander plan, waar Netanyahu noch zijn extremistische vrienden iets van moeten weten. Hij wil van Gaza een soort Westoever maken, waar de Palestijnen beperkt gezag hebben maar de veiligheid in handen is van Israël.
En nu is ook de crisis terug die Israël vóór 7 september grondig verdeelde. De Hoge Raad heeft een door het parlement aangenomen wet die de macht van de Raad drastisch inperkte, verworpen. En even daarna wezen de rechters ook een wet van de hand die Netanyahu immuniteit moest geven. Dat is een zware nederlaag voor de regeringspartijen, die niet weten hoe ze moeten reageren. Als straks de grote straatprotesten weer terug zijn, zullen ze niet alleen het vertrek eisen van de man die een gevaar is voor de democratie. Ze zullen ook het vertrek eisen van de man die voor altijd oorlog wil, omdat hij dan voor altijd aan de macht kan blijven. Het gaat om dezelfde man.
https://www.groene.nl/artikel/hoe-langer-de-oorlog-hoe-beter-voor-netanyahu