Is democratie een ‘verloren zaak’? – De Groene Amsterdammer


Aanhangers van de militaire coup vernielen de Franse ambassade in Niamey, de hoofdstad van Niger, 30 juli

© Souleymane Ag Anara / Reuters

Weer heeft een coup Afrika in zijn greep. Niger heeft na twee mislukte couppogingen in slechts twee jaar nu zijn gekozen president Mohamed Bazoum ten prooi zien vallen aan de machtslust van het leger. ‘Een aanval op de democratie’, noemt de afgezette president dat in een door hem geschreven opiniestuk in The Washington Post. Coupleider en generaal Abdourahamane Tiani heeft, in een toespraak op de staatstelevisie, de reden voor het afzetten van Bazoum toegeschreven aan het ‘slechte bestuur’ en de ‘verslechterde veiligheidssituatie’ in het land.

In de omliggende regio en ver daarbuiten resoneren de gevolgen van de coup. Ecowas, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten, verwerpt de staatsgreep ten strengste en staat paraat om in te grijpen als het leger de macht niet teruggeeft aan de president van het land dat een cruciale westerse bondgenoot is in de strijd tegen terroristische groeperingen. De naburige landen Burkina Faso en Mali, die stevige banden met Rusland hebben, willen hun krachten bundelen om Niger te beschermen tegen ‘potentiële militaire interventie’. Frankrijk, dat ruim vijftienhonderd soldaten in Niger stationeert, houdt de adem in, want het verlies van invloed in deze laatste overgebleven bondgenoot in de Sahel-regio zou een enorme klap zijn. Bezorgd kijkt het Westen naar de staatsgreep die een coalitie heeft gecreëerd van landen die worden geregeerd door militaire raden en die zich uitstrekt van de Atlantische Oceaan tot de Rode Zee. De meeste daarvan verzetten zich tegen de westerse belangen en zijn eerder openlijk pro-Russisch.

De Nigerese coup volgt het bekende patroon van vele andere staatsgrepen in Afrika. Het begint met volkswoede als gevolg van economische problemen, doordrenkt met beschuldigingen van corruptie. Daarna trekt een generaal met zijn troepen naar de hoofdstad, waar ze het gebouw van nationale radio- en televisiezenders innemen en uiteindelijk het presidentieel paleis veroveren, met de president als hun gevangene. Het leger komt vervolgens met beloften van ‘democratische verkiezingen’ binnen een bepaalde tijdsperiode en een groot aantal mensen gaat de straten op om de coup te ondersteunen.

Het continent is een vruchtbare grond voor militaire coups. Van oude krijgsheren tot moderne generaals, Afrika heeft een rijke erfenis van militaire staatsgrepen die de politieke situatie keer op keer ingrijpend hebben beïnvloed. Na de dekolonisatiegolf van de jaren vijftig en zestig zijn er in Afrika 215 staatsgreeppogingen door legerleiders geregistreerd, bijna de helft van de meer dan 490 wereldwijde couppogingen. Volgens het Internationaal Regionaal Strategisch Analysecentrum was ongeveer 38 procent van deze pogingen succesvol in het omverwerpen van de leiding, met het grootste aantal in West- en Centraal-Afrika.

Ondanks een afname van de intensiteit van staatsgrepen aan het eind van de jaren negentig torst Afrika in de afgelopen jaren een loodzware last van onrust en politieke intrige. Met nu Niger zijn er in de afgelopen drie jaar meer dan tien coups geweest. In 2020 en 2021 waren er meer dan zeven staatsgrepen, waarvan vijf succesvol. Mali zonk tweemaal weg in de turbulentie van een militaire coup. In Soedan, waar de stem van het volk donderde in protest, werd de roep om verandering in de kiem gesmoord door de gewapende macht. Gevolgd door coups in Tsjaad, Guinee en Burkina Faso en pogingen in Guinee-Bissau en Benin.

Het beruchte domino-effect in de jaren zestig en zeventig, waarbij het continent geteisterd werd door meer dan tachtig couppogingen en ongeveer 25 politieke regimes omver werden geworpen, vindt nu ook weer plaats, denkt de Eritrese onderzoeker Mahmoud Abubakar, die meerdere artikelen over Afrikaanse systemen en hun relatie met het militaire apparaat schreef en onlangs een boek over de Egyptische Revolutie publiceerde. ‘Succesvolle staatsgrepen in Afrikaanse landen, waar mensen elkaar beïnvloeden door de etnische en grensoverschrijdende banden die ze hebben, geven andere legerleiders het gevoel dat ze ook de macht kunnen grijpen, wat de kans op toekomstige staatsgrepen aanzienlijk vergroot − zowel binnen dezelfde staat als in naburige landen’, zegt hij in een telefonisch gesprek.

De Arabische Lente bracht een golf van verandering teweeg in Libië, Soedan, Tunesië en Egypte. Naast politieke veranderingen veroorzaakte die golf ook veel instabiliteit. Extremistische groeperingen werden naar Niger, Tsjaad en Mali gedreven, wat de gewapende opstanden in die landen verder aanjoeg. De schrikbarende toename van het geweld, gepleegd door aan Islamitische Staat en aan al-Qaeda gelieerde groeperingen, dwong sinds 2015 honderdduizenden Afrikanen te vluchten, waardoor de Sahel-regio in een onophoudelijke chaos werd gestort.

Deze toenemende instabiliteit speelt het leger in landen met kwetsbare regimes in de kaart. ‘Het leger fungeert vaak in tijden van crisis en politieke instabiliteit als de laatste strohalm en het laatste bolwerk’, benadrukt Abubakar. ‘Corruptie, machtsmisbruik binnen democratische instellingen en het verlengen van de regeerperiodes door veel burgerlijke leiders hebben ook het vertrouwen van het volk in de politiek ondermijnd en de deur geopend voor militairen die zichzelf als redders van de natie zien.’

Een analyse van het Africa Center for Strategic Studies onthulde in 2018 dat minder dan veertig procent van de Afrikaanse landen termijnlimieten voor het presidentschap in hun grondwet had opgenomen, en slechts vijftien landen hadden presidenten die na het voltooien van twee ambtstermijnen aftraden.

De militaire leiders zijn vaak afkomstig uit afgelegen, volkse en arme gebieden, wat het vertrouwen van de bevolking in hen vergroot, merkt Abubakar op. ‘Maar een demonstratie die een militaire staatsgreep ondersteunt, betekent niet per se dat er een overweldigende volkssteun is voor deze staatsgrepen. Vaak weerspiegelen ze een gevoel van wanhoop als gevolg van economische neergang en corruptie in die landen, waarbij de bevolking hoopt dat de nieuwe militaire heerser hen uit deze benarde situatie zal leiden.’

De economie is de sleutel. De staatsgrepen hebben één cruciale overeenkomst: ze vonden plaats in landen die kampen met economische kwetsbaarheid. In een onderzoek gepubliceerd door het in Addis Abeba gevestigde onderzoeksinstituut Amani Africa worden schrijnende armoede, moeilijke economische omstandigheden en het gebrek aan echte ontwikkelingsprogramma’s genoemd als een van de belangrijkste redenen achter de verspreiding van staatsgrepen, ‘die wakkeren de vlam van de militaire staatsgrepen aan’.

De meesten van de meer dan 1,4 miljard Afrikaanse inwoners lijden onder politieke, economische en veiligheidsinstabiliteit. Een verbluffende 55 procent van hen leeft in armoede, verstrikt in een voortdurende worsteling om te overleven. Van de 46 landen die door de Verenigde Naties zijn geclassificeerd als de minst ontwikkelde landen, zijn er maar liefst 35 Afrikaans. Kofi Annan, de voormalige secretaris-generaal van de VN, omschreef Afrika als ‘een rijk continent waar veel armen leven’.

In Niger, een land dat rijk is aan energiebronnen en volgens de European Atomic Energy Community de op één na grootste leverancier is van uranium aan de Europese Unie in 2022, is het lot nog grimmiger. Volgens het Wereldbank-rapport van 2020 leefde 42,9 procent van de 25 miljoen inwoners in extreme armoede. In 2015 bungelde het land onderaan op de lijst van 188 landen op de Human Development Index van de VN.

Het economische aspect heeft naast het einde van de Koude Oorlog en de oprichting van de Afrikaanse Unie in het begin van de jaren 2000, die een clausule in haar handvest opnam om regimes voortkomend uit militaire staatsgrepen niet te erkennen, een belangrijke rol gespeeld in het afnemen van het aantal coups, vertelt Osman Mirghani, de hoofdredacteur van de onafhankelijke invloedrijke Soedanese krant Al-Tayar, die sinds de bloedige burgeroorlog in zijn land gevestigd is in Egypte. ‘In het prille begin van het nieuwe millennium hebben meerdere Afrikaanse landen, waaronder Ghana, Ivoorkust en Senegal, een opmerkelijke economische bloei doorgemaakt.’

‘Het ontbreekt vaak aan het vermogen om een stabiele staat op te bouwen’

Volgens Mirghani, de auteur van meerdere boeken en talloze artikelen en columns over Soedan en de betrekkingen met de Afrikaanse buurlanden, kwam er toen meer aandacht voor de problemen van corruptie, mensenrechten en democratie, waarbij internationale subsidies veelal afhankelijk werden gemaakt van verbeteringen op deze cruciale gebieden. Deze hoopvolle vooruitzichten deden ‘het vuurtje van hoop branden’, in de verwachting dat politieke stabiliteit de weg vrij zou maken voor een nog voorspoediger ontwikkeling.

Maar het bleek al snel dat deze positieve ontwikkelingen niet volledig gesteund werden door ingrijpende veranderingen in het economische model van deze landen. ‘De economische groei bracht geen fundamentele transformaties teweeg die deze landen in staat zouden stellen om zich te ontwikkelen tot bloeiende industriële, agrarische of toeristische machten. En juist hierdoor is de kiem gelegd voor het gevaarlijke terugkerende fenomeen van militaire staatsgrepen’, zegt hij.

Het nieuwe bewind in Niger is openlijk pro-Russisch, Niamey, 6 augustus

© AFP / ANP

Het merendeel van de landen op het continent vertrouwt op het model van ‘subsistentielandbouw’, waarbij gewassen slechts voldoende opbrengen om de directe behoeften van boeren, hun dorpen en nabijgelegen gebieden te dekken. De oorlog in Oekraïne heeft bijvoorbeeld aan het licht gebracht dat de meeste Afrikaanse landen netto-importeurs zijn van tarwe, terwijl Afrika nog steeds over geschikte landbouwgrond beschikt. Landen als Ghana, Kenia en Senegal verbouwen gewassen voor export op meer dan de helft van hun landbouwgrond, terwijl ze voedsel moeten importeren om hun volk te voeden.

Etnische en tribale politisering en mobilisatie in Afrika hebben ook al lange tijd een verwoestende rol gespeeld, stelt Abdel-Wahhab al-Tayeb al-Bashir, een Soedanese hoogleraar politieke wetenschappen aan de International University of Africa in de Soedanese hoofdstad Khartoem, die nu gedwongen is te leven in Somalië vanwege de burgeroorlog. Hij belicht in een indringend onderzoek de impact van de etnische overlap met gewapende bewegingen en de regionale veiligheid in de Hoorn van Afrika, een geopolitiek belangrijk gebied in Oost-Afrika dat landen als Somalië, Ethiopië, Eritrea, Djibouti en delen van Kenia en Soedan omvat.

‘Het bezit van wapens is voor veel Afrikaanse landen een harde realiteit’, zegt Al-Bashir in een telefoongesprek. ‘Veiligheid wordt vaak een zaak van leven en dood op persoonlijk of zelfs tribaal niveau, waarbij specifieke stammen hun eigen mensen proberen te beschermen.’ Dit heeft geleid tot de opkomst van gewapende bewegingen in de Hoorn van Afrika, die openlijk coupplegers ondersteunen op het moment dat zij een staatsgreep plegen. ‘De Soedanese Rapid Support Forces gebruiken tribale elementen om bepaalde groepen te mobiliseren. En kijk naar Niger, waar de coupplegers tot de Zarma- en Hausa-etnische groepen behoren, die de helft van de bevolking van het land uitmaken, en daarbij hatelijke retoriek gebruiken tegen de Arabische minderheid, waartoe de president behoort.’

Voor het feit dat het leger nu veel macht heeft, wijst hij met een beschuldigende vinger naar ‘de oude koloniale machten’. ‘Historische erfenissen van kolonialisme en de nasleep van postkoloniale instabiliteit hebben een voedingsbodem gecreëerd voor een cultuur van politieke onrust.’ De Afrikaanse staten blijven nog steeds ‘intrinsiek’ verbonden met de krijgsmacht en militaire instellingen, omdat het koloniale tijdperk diepgaande problemen heeft veroorzaakt bij het vormen van staten op het continent.

Volgens Al-Bashir waren de koloniale machten die over het continent heersten autoritair van aard, waardoor militaire macht een doorslaggevende factor werd. De politieke systemen die na de dekolonisatie op het continent werden opgericht, werden tot stand gebracht door de gewapende strijd van antikoloniale bevrijdingsbewegingen, die veel weg hadden van militaire regimes. ‘Dit heeft geleid tot een diepgeworteld wantrouwen jegens burgerlijke regimes, die vaak omvergeworpen worden door militaire staatsgrepen.’

In Afrika heerst een vernietigende dualiteit: zowel militairen als buitenlandse interventiemachten handelen in hun eigen belang, vertelt Al-Bashir, terwijl hij de rol van externe invloed onder de loep neemt. ‘Veel landen hebben belangen in Afrika. China, Rusland, de EU, Amerika en ook India. En in feite zijn al deze staatsgrepen niet vrij van banden met buitenlandse spelers. Vaak communiceren de coupplegers met buitenlandse machten om hun belangen veilig te stellen en impliciete steun te krijgen’, zegt hij. Als Frankrijk recentelijk het doelwit was van een reeks staatsgrepen neemt Rusland nu zijn plaats in als bondgenoot en steunpilaar.

De woede van Afrikanen richt zich voornamelijk op Frankrijk. In Niger, Mali en Burkina Faso groeit onder de bevolking het gevoel dat de voormalige kolonisator te veel invloed uitoefent. Honderden demonstranten uiten hun frustratie door stenen en molotovcocktails over de muren van de Franse diplomatieke gebouwen te gooien. Zelfs in Senegal, decennialang een trouwe bondgenoot van Frankrijk en een oase van stabiliteit in Afrika, waren onlangs protesten na de ontbinding van de oppositiepartij Pastef, die beschuldigd werd van ‘oproepen tot rebellie en samenzwering tegen de staat’. De leider Ousmane Sonko presenteert zichzelf als ‘de beschermer van nationale onafhankelijkheid’ en een tegenstander van Franse invloed. In eerdere protesten richtten de aanhangers van Sonko ook hun pijlen op de Franse tankstations, ‘de symbolen van Franse economische macht’.

Het kolonialisme heeft Afrikaanse landen weinig voorspoed gebracht, zelfs na hun onafhankelijkheid, verklaren de drie Afrikaanse experts. De rijke natuurlijke hulpbronnen in de regio hebben niet geleid tot welvaart voor de lokale bevolking. De winsten verlaten vaak het land, waardoor de mensen in de regio weinig profiteren van hun eigen rijkdom. Hierdoor wenden de landen zich steeds meer tot andere spelers zoals China, dat zich met enorme investeringen economisch nestelde op het continent, en Rusland, dat aanzienlijke schulden kwijtschold tijdens de Afrikaans-Russische topontmoetingen in Sint-Petersburg.

Maar het is niet zo dat de Russische vlag nu overal wappert in Afrika. ‘Het is een uiting van woede tegen Frankrijk’, vertelt hoofdredacteur Osman Mirghani. ‘Er zijn nog steeds stemmen die pleiten voor het onafhankelijk nastreven van Afrikaanse belangen, los van externe invloeden, en het uitbreiden van samenwerking en economische partnerschappen met zowel het Westen, Rusland als China.’

Nadat verkozen presidenten keer op keer worden omvergeworpen door het leger broeit het verzet tegen democratie in Afrika. Democratie wordt beschouwd als een ‘verloren zaak’, iets wat niet bij Afrika past. ‘Laten we de feiten duidelijk vooropstellen’, zegt de Eritrese onderzoeker Mahmoud Abubakar. ‘Verkozen worden betekent niet dat je beschermd bent of automatisch succesvol bent. Je wordt gekozen op basis van een programma, maar als je niet in staat bent om je verkiezingsbeloften waar te maken, om een sterke economie, veiligheid en stabiliteit te creëren, dan heb jij gefaald en niet de democratie zelf.’

Democratie betekent ook niet ‘alleen’ verkiezingsprocedures en parlementen, maar vereist ook politieke, economische en sociale omstandigheden. ‘In Europa duurde het eeuwen voordat de democratie tot stand kwam zoals die nu is’, zegt hij. ‘Soms wordt er van Afrikaanse landen, die zowel qua formatie als geschiedenis nieuw zijn, verwacht dat ze in een oogwenk op hetzelfde niveau komen als Europeanen, maar dat is onmogelijk.’

Het gebrek aan praktische ervaring van politieke burgerlijke krachten in het besturen van de staat blijft een uitdaging, vindt Mirghani. ‘Er is altijd het vermogen om een revolutie te ontketenen die het oude regime omver werpt, maar het ontbreekt vaak aan het vermogen om een stabiele staat op te bouwen.’



https://www.groene.nl/artikel/is-democratie-een-verloren-zaak