Je bent net mijn moeder! – De Groene Amsterdammer


Joke van Leeuwen heeft een onvermurwbaar geestige stem

© Fred Debrock / ID Photo

Hoe kan het toch dat je leukste vriendin altijd verkering heeft met een absolute hork? In bredere zin: wat zien intelligente, mooie, zorgzame, geslaagde vrouwen in mannen die nauwelijks voor zichzelf kunnen zorgen, laat staan voor een ander?

Zigi, gevoelige concertvioliste die liever geen solist is omdat ze van samenspelen houdt, prachtige vrouw met de juiste verhoudingen en donkere krullen, is niet de hoofdpersoon van deze kleine roman, Ik dacht dat jij van Joke van Leeuwen. Toch is het haar psyche waar je je het liefst in zou willen verdiepen, want waarom is ze in godsnaam met deze afschuwelijke man?

De naamloze ik-verteller met wie zij samenwoont beweegt zich permanent verongelijkt door het leven. Hij is drankzuchtig en opvliegend. Hij kleineert Zigi om haar bescheiden successen in de muziekwereld. Hij zou nooit viool spelen, hijzelf zou zich bovendien niet willen laten bepalen door één instrument. Hij maakt kunstwerken waarvan de wansmaak zelfs door zijn eigen beschrijvingen heen schemert (portretten van beroemdheden, maar dan met vieze knoeimonden), en tot overmaat van pretentie noemt hij ze allemaal Untitled. Zigi is de bron van al zijn blijdschap en al zijn woede en van talloze paranoïde gedachten. Zigi moet hem met rust laten. Zigi mag hem geen seconde alleen laten. Zigi heeft geen technisch inzicht. Zigi is dom terwijl hijzelf Latijn heeft gehad. Zigi is zo warm en zacht. Zigi doet alles om hem te pesten. Hij danst van geluk omdat hij met Zigi is. Zigi gaat vreemd met haar collega’s. Zigi huilt, maar dat is toneelspel.

Korte anekdotes uit zijn jeugd onthullen het vrij voorspelbare trauma: hij haatte zijn overheersende moeder, waardoor hij iedere vrouw nu verdenkt van manipulaties en krokodillentranen. Hij had een schriele en krachteloze vader die daarvan agressief werd. Daar is de aap, die zich al geruime tijd buiten de mouw bleek te bevinden: ‘Mag ik mijn zin afmaken? Ga je zielig zitten doen? Je bent net mijn moeder! Hou op, Zigi! Hou op!’

De verteller wil geen tweede moeder: ‘Als ik ergens een hekel aan heb zijn het vrouwen die me denken te moeten opvoeden.’ Maar hij heeft Zigi voor alles nodig, troost, eten, drinken, een warm en gezellig huis, een luisterend oor. Die zorgzaamheid van haar moet niet al te duidelijk worden: ‘Ze keek me aan met zo’n blik die de liefde uit me wilde zuigen.’ Maar zodra die zorgzaamheid zich op iets anders richt, bijvoorbeeld op haar viool, die ze in zijn kist legt ‘behoedzaam alsof dat ding een baby was’, wordt hij jaloers.

Dit verhaal is uitvergroot, bijna cartoonesk

Het is ergens een verrassend ouderwetse dynamiek. Welke man heeft anno 2023 nog niet genoeg films van Woody Allen gezien om te beseffen dat hij een vleesgeworden cliché is, met z’n moedercomplex? De verhoudingen tussen man en vrouw zouden inmiddels ingewikkelder moeten zijn dan dit, zeker onder creatievelingen die beiden geld verdienen. Toch? Maar dit soort psychologische valkuilen zijn niet in één klap verdwenen met de emancipatie van de vrouw, wordt duidelijk in Ik dacht dat jij. De verteller is aan de ene kant een lachwekkende dinosaurus, een laatste van zijn soort. Maar aan de andere kant is veel van zijn band met Zigi fundamenteel waarachtig.

Het tweede bedrijf van dit verhaal, waarin de verteller op zoek gaat naar zijn vervreemde dochter uit een eerder huwelijk, laat ik even onbesproken omdat het een sterk stukje plot is dat ik alleen maar zou verpesten door het samen te vatten. Van Leeuwen is een vlotte schrijfster die veel weet te doen in een zeer compact verhaal.

Ook heeft Van Leeuwen een onvermurwbaar geestige stem die voorkomt dat dit verhaal een al te zware Boodschap bevat. De triestheid van dit kleine leven vat ze in tragikomische beschrijvingen van ‘futloos in hun lot berustende leeuwen’ in de dierentuin, een klerenkast die ‘van een zielloosheid was waar de opgeborgen kleren vanzelf slap van gingen hangen’, een tafelkleed dat zich ‘plakkerig gedraagt’ en een knuffel die vol zit met ‘griezelige ziektekiemen’.

Deze toon heeft een dubbel effect op de lezer: aan de ene kant is het dankzij de lichtheid heerlijk om te lezen, eerder een kolderieke klucht dan een huwelijksdrama. Aan de andere kant voel je je daardoor wel een beetje medeplichtig wanneer je in deze man een driftkikker ziet en niets ergers. Maar ik weiger toe te geven aan dat gevoel van medeplichtigheid. Moeten we deze naamloze verteller lezen als cautionary tale over huiselijk geweld? Ik denk het niet, dit verhaal is niet rechtstreeks uit het leven gegrepen, maar uitvergroot, bijna cartoonesk. De verteller is een karikatuur van onredelijkheid en onmachtige, mannelijke woede, Zigi een karikatuur van naïviteit en domme, zorgzame vrouwelijkheid.

En daar is dan het antwoord op mijn vraag: waarom is ze met hem? Het is een beetje een bedroevend antwoord en een beetje fatalistisch ook. Maar soms mag je even toegeven aan fatalisme. Ze is met hem omdat mannen zo zijn, omdat vrouwen zo zijn, omdat het altijd zo is gegaan.



https://www.groene.nl/artikel/je-bent-net-mijn-moeder