Kardinale zonden en pekelzonden – De Groene Amsterdammer


De Indiase schaaksterren Praggnanandhaa and Gukesh, tweede en derde van links

© Maria Emelianova/Chess.com

Vorige week zaterdag, halverwege het kandidatentoernooi in Toronto, toen de acht spelers één keer tegen elkaar waren uitgekomen, stond de Rus Jan Nepomnjasjtsjii bovenaan. Hij heeft in het verleden al twee keer een kandidatentoernooi gewonnen en dat leidde tot tweekampen om het wereldkampioenschap, eerst tegen Magnus Carlsen en daarna tegen Ding Liren, die hij beide keren verloor.

Een vlijtige cijferaar merkte op dat in de laatste zes kandidatentoernooien de man die halverwege bovenaan stond, ook de uiteindelijke winnaar werd. Die laatste zes, dat zijn alle klassieke kandidatentoernooien uit de recente schaakgeschiedenis. Tussen 1962 en 2013 werd de strijd tussen de wereldkampioenskandidaten op een andere manier georganiseerd en dat kwam voor een groot deel door Bobby Fischer.

In 1962 was het kandidatentoernooi op Curaçao, met acht deelnemers, waarvan vijf uit de Sovjet-Unie. Tigran Petrosian won dat toernooi en werd het volgende jaar wereldkampioen door Michail Botwinnik te verslaan. Als je de vijf sovjetschakers als een collectief ziet, had dat niet veel te duchten van de Amerikaan Pál Benkő of de Tsjech Miroslav Filip, maar wel van Bobby Fischer, die uiteindelijk vierde werd en na afloop een artikel schreef in het Amerikaanse blad Sports Illustrated, onder de titel The Russians Have Fixed World Chess.

Fischer was er eerder wel eens op gewezen dat Petrosian geen Rus was, maar een Armeniër, Geller een Oekraïener, Keres een Est en Tal een Let, en toen had hij gezegd: ‘Voor mij zijn jullie allemaal Russen.’

Maar verder had hij gelijk. Hij schreef dat de ‘Russen’ Paul Keres, Jefim Geller en Tigran Petrosian een pact hadden gesloten om al hun onderlinge partijen in snelle remises te laten eindigen. Zo kregen ze extra vrije dagen die erg belangrijk waren in een slopend toernooi van 28 ronden dat met inbegrip van een korte onderbreking op Sint Maarten bijna twee maanden duurde. In zijn boek Curaçao 1962 laat Jan Timman overtuigend zien dat Fischer gelijk had met zijn beschuldigingen.

Ik zie een verschuivend normbesef. De kerk kent kardinale zonden en onschuldige pekelzonden en bij ons wordt tegenwoordig een afgesproken remise met een landgenoot meestal als een pekelzonde beschouwd. In 1962 was het nog een kardinale zonde, waarover de sovjetdelegatie de kaken stijf op elkaar hield. Met opzet verliezen wordt nog wel als een kardinale zonde beschouwd.

Natuurlijk was het in 1962 toch zo dat als er vijf van de acht spelers uit een land kwamen waar ieder mens zo ongeveer staatsbezit was, combines voor de hand lagen. Tussen 1962 en 2013 stelde de FIDE daarom een systeem van kandidatenmatches in om combine uit te sluiten.

In Toronto komen drie van de acht spelers in het mannentoernooi uit India. In het vrouwentoernooi is het wat evenwichtiger verdeeld: twee Indiërs, twee Russen, twee Chinezen en dan nog een loslopende Poolse en een Bulgaarse.

De Indiase overmacht van nu is onvergelijkbaar met die van de Sovjet-Unie van vroeger, maar er is nog wel een regel die voortkomt uit het gerechtvaardige wantrouwen van die tijd. Vertegenwoordigers van hetzelfde land komen in de eerste paar ronden tegen elkaar.

De buitengewoon ingewikkelde partij tussen de Indiërs Praggnanandhaa en Gukesh die hieronder staat, werd gespeeld in de tweede ronde van het kandidatentoernooi. Op het moment dat ik dit schrijf, vier rondes voor het eind, deelt Gukesh (17) de eerste plaats met Nepomniasjtsji. Pragg (18) staat een half punt achter hen. De Indiase jeugd vliegt uit.

Er wordt me wel eens gevraagd of die Indiërs geen voornamen hebben, want die noem ik nooit. Ze hebben inderdaad vaak maar één naam, die bij de geboorte gegeven wordt, net zoals we gewend zijn van Anand. Soms wordt er in de miljoenenstad Chennai om verwarring bij de postbodes te vermijden een vadersnaam of de eerste letter van die vadersnaam toegevoegd, maar die verwarring dreigt in de schaakwereld niet.




https://www.groene.nl/artikel/kardinale-zonden-en-pekelzonden