Om het jaar een coup – De Groene Amsterdammer


In het westelijk halfrond broeit een nieuwe crisis. Sinds eind augustus heeft de Amerikaanse regering de USS Gerald R. Ford – het grootste vliegdekschip ter wereld – plus drie amfibische landingsschepen, drie torpedobootjagers met kruisraketten, een vrachtschip met special forces, een aanvalsonderzeeër, tien F-35-jachtvliegtuigen, meerdere drones, en zo’n tienduizend troepen en ondersteuningspersoneel naar het Caraïbisch gebied gestuurd. Het betreft de grootste militaire opbouw in de regio sinds 1965, toen de VS in een burgeroorlog in de Dominicaanse Republiek intervenieerde.

Het doelwit van Trumps militaire expeditie is de regering van Nicolás Maduro in Venezuela. Het gaat hier niet enkel om psychologische intimidatie, maar ook om dodelijk geweld. In september begonnen Amerikaanse strijdkrachten met luchtaanvallen op boten in de Caraïbische Zee en de oostelijke Stille Oceaan onder het mom van het bevechten van drugskartels. Tot dusver zijn meer dan vijftig mensen gedood bij wat in essentie een moordcampagne is zonder enige transparantie of verantwoording. Ten minste één van de getroffen boten bevatte Colombiaanse vissers, en het is goed mogelijk dat veel meer slachtoffers niets met drugshandel te maken hebben.

De Amerikaanse regering beschouwt deze doden als ‘narcoterroristen’ en ontkent dat ze een eerlijk proces verdienen. Op 23 oktober zei Trump tijdens een persconferentie dat hij niet van plan is om het Congres te vragen om een oorlogsverklaring, omdat ‘we gewoon mensen die drugs ons land binnenbrengen gaan doden. We gaan ze doden. They’ll be, like, dead.’ Dwarsliggers in de Amerikaanse gelederen worden uit de bevelsstructuur verwijderd. De afgelopen maand stapte admiraal Alvin Holsey, commandant van het regionale hoofdkwartier Southcom, af vanwege twist met Hegseth over de legaliteit van de aanvallen.

Washington handelt even ongeremd als wreed. Maar nog verontrustender is de reële mogelijkheid op een Amerikaanse militaire actie tegen Venezuela. Voor het bestrijden van cocaïnesmokkelaars zijn immers geen vliegdekschepen nodig; voor het onderdrukken van Venezolaanse luchtverdediging wel. Binnen de regering-Trump lijkt minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio, een conservatieve Republikein uit Florida, de grootste voorstander te zijn van een regime change in Caracas.

Hoe een militaire interventie tegen Maduro zou worden uitgevoerd, is niet duidelijk. Wel helder is dat zo’n illegale en agressieve actie in een oud patroon van Amerikaans regionaal imperialisme past. Als het op politieke inmenging in de affaires van kleinere landen aankomt, zwaait Washington al sinds de negentiende eeuw de scepter in zijn Latijns-Amerikaanse achtertuin. Tussen 1898 en 1994 wisten de VS maar liefst 41 keer de regeringen van Latijns-Amerikaanse republieken omver te werpen met militaire interventies of directe steun voor lokale staatsgrepen: gemiddeld eens elke 28 maanden, een eeuw lang.

Dat wil niet zeggen dat een invasie van Venezuela makkelijk zou zijn. Zelfs al brokkelt het regime van Maduro snel af onder externe druk, dan dient zich het grotere probleem van de wederopbouw aan. Jaren van economische sancties hebben bijgedragen aan een ongeëvenaard diepe crisis van de Venezolaanse economie, die tussen 2013 en 2023 met maar liefst 74 procent kromp. Onder een bevolking van 28 miljoen inwoners die politiek verdeeld is en in armoede leeft is het risico op instabiliteit en burgeroorlog groot.

Washington heeft deze eeuw steevast catastrofaal gefaald in het opbouwen van de samenlevingen, waarbij werd gepoogd met militair geweld politieke verandering teweeg te brengen. Twintig jaar oorlog in Afghanistan na 2001, het bloedbad in de nasleep van de invasie van Irak in 2003, en de voortdurende fragmentatie van Libië sinds de val van Kadhafi in 2011: in alle gevallen werden de negatieve gevolgen van staatsvernietiging zwaar onderschat. Westerse regeringen moeten inmiddels snappen dat dit soort kruistochten, hoe venijnig de regimes in kwestie ook lijken, altijd meer blijken te kosten dan ze opleveren.

In het geval van een Venezolaanse ineenstorting is er grote kans op een regionale crisis die miljoenen extra vluchtelingen zal opleveren en politieke chaos creëert in een land met veel wapens en de grootste oliereserves op aarde – en dit alles op zestig kilometer afstand van de Nederlandse Antillen. Als Europese leiders dit soort gevolgen willen afwenden, is het tijd om zich nu uit te spreken voor de soevereiniteit van Latijns-Amerikaanse landen.



https://www.groene.nl/artikel/om-het-jaar-een-coup