© Robin Utrecht/ ANP
Taal is vaak een reflectie van de heersende opvattingen in de maatschappij. Wanneer het bewustzijn over bepaalde kwesties of identiteiten groeit, veranderen ook de opvattingen over wat er in de taal wel of niet politiek correct of gewenst wordt gevonden. Nu de zesde massa-extinctie van dieren door (direct) menselijk toedoen een feit is, zal het perspectief op dieren op den duur veranderen, en daarmee ook de taal. Daarom leek het mij interessant om in mijn boek een gedachte-experiment te presenteren: zou er op een dag een taboe op (negatieve) uitdrukkingen over – allang uitgestorven – dieren komen? Ik bedacht er een nieuwe term voor: zoöïsme.
Zoöïsme –
- het fenomeen waarbij dieren en hun gedrag op een negatieve manier in de taal worden benoemd om daarmee het superieure mensbeeld ten opzichte van dieren te versterken;
- het toeschrijven van dierlijk gedrag aan mensen om hen te ontmenselijken.
De definitie van zoöïsme bevat een opmerkelijke paradox. Dieren en hun gedrag worden in de taal gebruikt om de menselijke macht en moraliteit te benadrukken. De mens zou beter zijn dan het dier. We hebben het dus ook over ‘beestachtig’ en niet over ‘mensachtig’, hoewel de laatste term in veel gevallen correcter zou zijn.
Tegelijk worden verwijzingen naar dieren en hun gedrag gebruikt om (groepen) mensen te ontmenselijken. Daarbij moeten vooral vrouwen, zwarte personen en mensen met een (meervoudige) beperking het ontgelden.
Het toeschrijven van dierengedrag aan mensen is een vorm van kleinering, uitsluiting en seksisme. Kijk maar naar de volgende zegswijzen:
- Dove kwartel
- Blinde mol
- Het geheugen van een goudvis
- Serpent en listige slang (seksistisch, omdat deze term uitsluitend voor vrouwen wordt gebruikt)
- Wild katje (idem)
- Lekker poesje (idem)
- Vuile rattenstreek
- Doe niet zo stekelig
- Krokodillentranen
- Zit niet zo te mekkeren/loeien
- Zo mak als een lammetje
- Iemand blij maken met een dode mus
- Arm schaap
- Domme ezel
- Slome slak
- Vuile aap
- Dolle hond
- Hondenweer
- Haantjesgedrag (oké, deze gaat wel over mannen)
- Naar de haaien gaan
- Mierenneuker
- Sluwe vos
- Een wolf in schaapskleren (of gewoon: wolf)
- Als een tijger in een kooi (ook: tijgeren)
- Hamsteren
- Trotse pauw
- Olifantenhuid
- Traag als een schildpad
Na verschijning van de eerste druk van het boek kreeg ik van veel witte lezers terug dat ze deze passage echt te ver vonden gaan. Ook veel journalisten gaven me dit te kennen. Anderen vonden het wel grappig. Zelf beschouwde ik bovenstaande passage vooral als een interessant en (speels) gedachte-experiment.
Hoe anders was de reactie van zwarte lezers. Zonder me daar bewust van te zijn had ik woorden gegeven aan een maatschappelijk fenomeen dat veel zwarte personen pijnlijk vertrouwd is, namelijk om te worden vergeleken met dieren en dan in het bijzonder apen. Opeens bleek mijn o zo grappige gedachte-experiment helemaal niet zo grappig meer.
De vergelijkingen tussen zwarte personen en apen is eeuwenoud en is generaties lang gereproduceerd, van kinderboeken (denk aan de verhalen van Tup en Joep) en tinnen blikjes (van cacao of inkt bijvoorbeeld) tot het tentoonstellen van mensen in een zogeheten ‘zoo humain’.
Het AfricaMuseum in België was ooit een zogeheten mensentuin die voortkwam uit de gewraakte Wereldtentoonstelling van Brussel in 1897. Op verzoek van koning Leopold II werd in Tervuren een ‘koloniale afdeling’ ingericht om de Belgische bevolking en grote investeerders te overtuigen van zijn koloniale project in Congo. Hiervoor werden 267 Congolezen (!) onder dwang naar België gebracht (ontvoerd lijkt me een betere term) om als dieren in een dierentuin aan het publiek te worden tentoongesteld. Eind negentiende eeuw werden door heel Europa en de Verenigde Staten evenementen rond ‘gulzige wilden’ en ‘bloeddorstige kannibalen’ georganiseerd. Dit alles om de kolonisatie van Afrika en Azië te rechtvaardigen. Het ging hierbij om tal van volken, van Australische Aboriginals en Egyptische Nubiërs tot Sri Lankaanse Singalezen, Senegalezen en Amerikaanse Native Americans.
Misschien wel een van de shockerendste voorbeelden is dat van de 21-jarige Saartjie Baartman, behorend tot de Khoikhoi in Zuid-Afrika (haar Khoikhoi-naam is onbekend). In 1810 konden Londenaren voor twee shilling de ‘Hottentot-Venus’ bewonderen. Als tot slaaf gemaakte van een Nederlandse boer in Kaapstad werd ze naar Europa ontvoerd om midden in Londen en in tal van circussen in Europa tentoon te worden gesteld. Baartman, die vloeiend Nederlands sprak, werd rondgeleid terwijl ze commando’s kreeg als ‘loop’ en ‘zit’. Ze werd vooral bekend door haar grote billen, waardoor ze een publiekelijk lustobject werd en de bijnaam ‘Venus’ kreeg. Op prenten en illustraties proberen mannen haar te betasten terwijl vrouwen haar vulva bekijken. Baartman werd haar leven lang geëxploiteerd, misbruikt en gruwelijk ontmenselijkt. Na haar dood werden delen van haar lichaam op sterk water gezet.
De gevolgen van deze geschiedenis zijn tot de dag van vandaag terug te vinden (en te horen). Denk maar aan de apengeluiden in voetbalstadions wanneer een zwarte speler aan de bal komt of oe-oe-oe-geluiden naar zwarte leerlingen in de klas. Of wat te denken van zwarte mannen die Bokito worden genoemd? Daar houdt het niet bij op. In 2016 oordeelde de rechtbank van Gent dat een agent die op Facebook zwarte mensen met apen had vergeleken door middel van twee foto’s niet racistisch was. Ik vraag me af wat volgens dezelfde rechtbank dan wél racistisch is. Vooral als bedacht wordt dat Marokkaanse Belgen in het Vlaams zelfs voor ‘makaak’ worden uitgescholden (een specifieke apensoort dus).
Aapvergelijkingen zijn ook de Nederlandse politie niet vreemd en hebben soms zelfs betrekking op de eigen collega’s. Dat laatste geldt ook voor medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken waarvan sommigen – zo bleek uit grootschalig onderzoek naar institutioneel racisme op het ministerie in 2022 – hun eigen zwarte collega’s ‘apen’ noemen. Dat heet nu dus zoöïsme én alledaags racisme.
Lees verder:
https://www.groene.nl/artikel/over-bokito-en-apengeluiden-in-het-voetbalstadion