Plaatjes van de electoraatjes 2025: DENK


Op 29 oktober zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In deze serie gaan wij aan de hand van een aantal grafieken in op de vraag wie de kiezers van de vijftien grootste partijen volgens de peilingen zijn. Wat zijn hun sociaal-demografische kenmerken en opvattingen? Wat onderscheidt hen van andere kiezers? Vandaag deel 5: DENK.

Dit jaar bestaat DENK precies 10 jaar. De partij ontstond toen twee PvdA-Kamerleden, Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk, zich van hun partij afsplitsten vanwege onenigheid over het thema integratie. DENK ontwikkelde zich tot een partij die opkomt voor mensen met een migratieachtergrond aan de hand van een voor Nederlandse begrippen ongebruikelijke mix van standpunten: zeer progressief op het culturele issue immigratie, maar behoorlijk conservatief op morele thema’s. De partij richt zich sterk op de belangen van moslims en Nederlanders met een migratieachtergrond, en stelt zich behoorlijk kritisch op tegenover het politieke establishment.

Wat weten we van de kiezers van DENK? Hebben die soortgelijke ideeën? Hieronder bekijken we wat de belangrijkste kenmerken van de (potentiële) kiezers van DENK zijn en wat zij vinden van de thema’s die de partij centraal stelt. De grafieken die we presenteren zijn gebaseerd op data van het LISS-panel. In een jaarlijkse cyclus worden onder de leden van dit panel (die samen een representatieve steekproef van Nederlanders vormen) vragenlijsten afgenomen. Zie voor meer informatie de methodologische verantwoording hieronder. In de maanden oktober-maart is aan ruim 5,000 mensen óf de vraag gesteld op welke partij ze zouden stemmen als er op dat moment verkiezingen waren (dat noemen we hieronder stemintentie), óf per partij gevraagd hoe groot de kans was dat ze daar op zouden stemmen (dat noemen we stemkans).

We presenteren telkens twee grafieken naast elkaar. De eerste (stemintentie) laat de verschillen zien tussen mensen die van plan waren op DENK te stemmen en mensen die op een andere partij zeiden te willen stemmen. De tweede grafiek (stemkans) deelt mensen in vier verschillende categorieën in: mensen die zeker niet op DENK wilden stemmen (0%), mensen die dat misschien zouden doen (1-50%), mensen bij wie het goed mogelijk was (51-80%), en mensen bij wie het waarschijnlijk was (81-100%: de kernachterban).

Figuur 1: Migratieachtergrond (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).

Figuur 1 laat zien dat onder DENK-stemmers mensen met een migratieachtergrond (dat wil zeggen dat één of beide ouders buiten Nederland zijn geboren) oververtegenwoordigd zijn. Meer dan 80% van de DENK-stemmers heeft een migratieachtergrond. Onder kiezers van andere partijen ligt dat percentage op minder dan 20%. De rechtergrafiek toont aan dat van zowel de vaste achterban (81-100%) als de mensen die waarschijnlijk (51-80%) op DENK gaan stemmen iedereen in de steekproef een migratieachtergrond heeft.

Figuur 2: Opvattingen over immigratie (0 = sterk anti-immigratie, 10 = sterk pro-immigratie). De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. De puntenwolken laten zien hoe de respondenten over de schaal verdeeld zijn.

Het hoeft dan ook weinig verbazing te wekken dat DENK-kiezers positief over immigratie zijn. De linkergrafiek (stemintentie) van Figuur 2 laat zien dat DENK-stemmers zich gemiddeld een stuk positiever over immigratie uitlaten dan kiezers van andere partijen. Andere kiezers scoren gemiddeld iets boven de 5 op een schaal van 0 (sterk anti-immigratie) tot 10 (sterk pro-immigratie), terwijl DENK-kiezers gemiddeld een dikke 6.5 geven. De rechtergrafiek (stemkans) laat wat interessante details zien. De vaste achterban van DENK (mensen die aangeven dat de kans dat ze op de partij gaan stemmen 81-100% is) is gemiddeld positiever over immigratie dan andere kiezers, maar ook weer een stuk minder positief dan mensen die de kans op DENK te stemmen waarschijnlijk maar minder zeker achten (51-80%). Hier is mogelijk nog wat winst te halen voor de partij.

Figuur 3: Religiositeit (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).

DENK-kiezers hebben dus veel vaker dan andere kiezers een migratieachtergrond. Uit recent onderzoek en eerdere analyse op deze blog blijkt dit specifieker om Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse kiezers te gaan. Dit roept een aanvullende vraag op over de sociaal-demografische kenmerken van deze groep: aangezien Nederlanders met een Turkse en Marokkaanse achtergrond vaker moslim zijn, zou het kunnen zijn dat DENK-stemmers ook religieuzer zijn. Is dat zo?

Absoluut. Figuur 3 laat dat duidelijk zien. De linkergrafiek toont aan dat meer dan 80% van de mensen die op DENK zegt te stemmen religieus is. Onder overige kiezers ligt dat percentage een stuk lager: slechts iets meer dan 30% van hen noemt zichzelf religieus. De rechtergrafiek laat zien dat van de mensen die zeker niet op DENK gaan stemmen ongeveer 30% religieus is, van de mensen die DENK overwegen maar niet heel waarschijnlijk achten rond de 65%, en voor de mensen die de kans op groter dan 50% inschatten 100%.

Figuur 4: Opvatting over euthanasie (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).

Een belangrijke vraag is nu hoe zich dit vertaalt in hun ideeën over morele kwesties. Dat laat Figuur 4 hierboven over opvattingen over euthanasie mooi zien. DENK-stemmers vinden in veel sterkere mate dan kiezers van andere partijen dat euthanasie verboden zou moeten worden. Van andere kiezers vindt tussen de 5-10% dat, maar onder DENK-kiezers ligt dat percentage boven de 50%. Dat is een gigantisch verschil dat ook statistisch significant is.

Figuur 5: Waarde die gehecht wordt aan gelijkheid (1 = zeer onbelangrijk, 7 = zeer belangrijk). De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. De puntenwolken laten zien hoe de respondenten over de schaal verdeeld zijn.

DENK-kiezers zijn zoals verwacht dus links of progressief te noemen als het gaat om het immigratie-issue. Maar hoe denken ze over sociaaleconomische thema’s? Neigen ze op dat vlak ook naar links? Op basis van de herkomst van de partij (een afsplitsing van de PvdA) zou je verwachten van wel. Figuur 5 laat echter zien dat DENK-kiezers op dit vlak minder uitgesproken zijn. DENK-kiezers hechten gemiddeld iets meer belang aan gelijkheid dan andere kiezers, maar de verschillen tussen de twee groepen zijn niet statistisch significant. Ook als we kiezers opsplitsen aan de hand van de stemkans die ze aan verschillende partijen toeschrijven lijken er geen grote verschillen te bestaan. Wanneer we dit explicieter sociaaleconomisch toespitsen op opvattingen over inkomensherverdeling (hier niet weergegeven) zien we een soortgelijk beeld: geen duidelijke verschillen tussen mensen die op DENK willen stemmen en andere kiezers. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat juist de meer linkse kiezers met een migratieachtergrond loyaal gebleven zijn aan de PvdA, en dat de mensen die economisch verder van de PvdA stonden gemakkelijker op een andere partij konden stemmen.

Figuur 6: Links/rechts-positie (0 = links, 10 = rechts). De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. De puntenwolken laten zien hoe de respondenten over de schaal verdeeld zijn.

Figuur 6 hierboven laat zien in welke mate DENK-kiezers zichzelf als links dan wel rechts omschrijven. Beide grafieken laten zien dat DENK-stemmers zichzelf als links zien. Ze scoren gemiddeld lager dan een 4 op een schaal van 0 (links) tot 10 (rechts) terwijl andere kiezers gemiddeld een dikke 5 scoren.

Figuur 7: Hoe gemakkelijk of moeilijk rondkomen (0 = zeer moeilijk, 10 = zeer gemakkelijk). De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. De puntenwolken laten zien hoe de respondenten over de schaal verdeeld zijn.

Er zijn nog een paar vlakken waarop DENK-stemmers zich onderscheiden van andere kiezers. Ten eerste hebben ze het sociaaleconomisch vaak wat moeilijker. In het LISS-panel is alle respondenten de vraag gesteld hoe moeilijk of gemakkelijk ze kunnen rondkomen (0 = zeer moeilijk, 10 = zeer gemakkelijk). Mensen die van plan zijn op DENK te stemmen hebben het significant moeilijker op dit vlak dan andere kiezers (zie de linkergrafiek van Figuur 7). En dat geldt voor alle groepen die overwegen op de partij te stemmen(zie de rechtergrafiek van die Figuur).

Figuur 8: Mate van eenzaamheid (0 = helemaal niet eenzaam, 10 = zeer eenzaam). De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. De puntenwolken laten zien hoe de respondenten over de schaal verdeeld zijn.

DENK-stemmers voelen zich ook vaker eenzaam (zie Figuur 8) en plaatsen zichzelf lager op een levensladder waarbij de hoogste score het best mogelijke leven voorstelt en de laagste het slechtst mogelijke (hier nier weergegeven).

Figuur 9: Stedelijkheid (inclusief 95%-betrouwbaarheidsintervallen).

Ten tweede laat Figuur 9 hierboven zien dat DENK-stemmers vaker in stedelijke gebieden wonen. Van de mensen die op DENK willen stemmen woont ongeveer 80% in stedelijke gebieden. Onder kiezers van andere partijen is dat een kleine 50%.

Figuur 10: Vertrouwen in media (0 = helemaal geen vertrouwen, 10 = compleet vertrouwen). De zwarte bolletjes geven de gemiddelden weer en de verticale lijnen de 95%-betrouwbaarheidsintervallen. De puntenwolken laten zien hoe de respondenten over de schaal verdeeld zijn.

Ten derde hebben DENK-stemmers minder vertrouwen in instituties. Figuur 10 laat dat zien met betrekking tot de media, maar het geldt net zo goed voor bijvoorbeeld politieke partijen en de wetenschap. De linkergrafiek geeft aan dat DENK-stemmers op een schaal van 0 (helemaal geen vertrouwen) tot 10 (compleet vertrouwen) met een gemiddelde score van ongeveer 2.5 heel weinig vertrouwen hebben. Kiezers van andere partijen scoren gemiddeld rond de 5. De rechter grafiek laat zien dat er weinig verschillen bestaan tussen de verschillende groepen potentiële DENK-stemmers.

Figuur 11: Leeftijd.

Figuur 11, ten slotte, laat zien dat DENK-stemmers jonger zijn dan andere kiezers. De leeftijdspiek onder de DENK-achterban ligt tussen de 40 en 50. Bij andere kiezers is dat tussen de 65 en 75.

Scherp electoraal profiel

DENK-stemmers onderscheiden zich duidelijk. Het zijn voornamelijk religieuze mensen met een migratieachtergrond – veelal moslims – die een progressieve houding op het gebied van culturele identiteitsissues combineren met conservatievere ideeën op (medisch-)ethische kwesties. DENK-stemmers wonen voornamelijk in stedelijke gebieden, hebben het financieel niet altijd even makkelijk, zijn vaker eenzaam, en hebben weinig vertrouwen in politiek, media en wetenschap.

De DENK-achterban heeft dus een scherp profiel en kan daardoor gericht gemobiliseerd worden, bijvoorbeeld via Turkse of Marokkaanse organisaties in Nederland of moskeeën, zoals dit onderzoek laat zien. Toch zal het verleiden van deze kiezers voor DENK nog een uitdaging worden. Er zijn twee problemen. Het eerste probleem is dat precies deze groep kiezers niet zelden besluit de gang naar de stembus uiteindelijk niet te maken. Het wordt voor DENK vooral belangrijk deze mensen te motiveren op 29 oktober überhaupt te gaan stemmen.

Het tweede probleem wordt gevormd door de partij zelf. Mensen die toch al geen trouwe kiezers zijn zullen niet snel overtuigd raken door een partij die met zichzelf in de clinch ligt. DENK heeft regelmatig interne conflicten gezien: voor de verkiezingen van 2017 ontstond er een conflict met toenmalig partijlid Sylvana Simons, voor de verkiezingen van 2021 kwamen partijoprichters Kuzu en Öztürk met elkaar in conflict, en nog maar een maand geleden was er een hoogoplopend conflict tussen het bestuur van de partij en de Tweede Kamerfractie. Iedere keer kwam de partij vooral in het nieuws met conflicten en niet met het eigen verhaal. Inmiddels lijken de plooien van het laatste conflict gladgestreken en is de partij weer in rustiger vaarwater terechtgekomen. Maar handig was zo’n leiderschapsstrijd vlak voor de verkiezingen natuurlijk niet.   

Methodologische informatie

De analyses in deze serie zijn gebaseerd op data van het LISS-panel (Longitudinal Internet Studies for the Social sciences), beheerd door Centerdata. Ieder jaar worden verschillende vragenlijsten afgenomen bij een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Wij hebben de meest recente van deze vragenlijsten aan elkaar gekoppeld.





https://stukroodvlees.nl/plaatjes-van-de-electoraatjes-2025-denk/