Slijtageslag – De Groene Amsterdammer


‘Wij zijn zeer vastbesloten. Als het zo ver komt, zullen we onze stellingen verlaten en onze commandant te hulp komen’, postte een Russische soldaat van de Zevende Luchtlandingsdivisie onlangs op Telegram. Hij bedoelde niet te hulp komen tegen Oekraïners, maar te hulp komen tegen Russen – tegen hun eigen ministerie van Defensie dat hun commandant op de korrel zou nemen in de factiestrijd die lijkt te zijn opgelaaid na de muiterij van Wagner-troepen in juni. Het is precies dit soort verdeeldheid in het Russische leger waar Oekraïne op hoopt: een externe gebeurtenis die de Oekraïners tijdens hun tegenoffensief de wind in de rug zou geven. Want op het slagveld is daar voorlopig geen sprake van.

Er ging een maandenlange spanningsopbouw aan de huidige fase in de oorlog vooraf en het langverwachte lente-offensief werd een zomeroffensief. Maar opeens waren ze daar weer, vorige maand, in de journaals en op sociale media: de nasmeulende tanks en de colonnes van lukraak door elkaar geschoven, achtergelaten militaire voertuigen. Het leek sterk op het Oekraïense offensief van vorige herfst, toen het Oekraïense leger veel grondgebied terugveroverde en een ravage aan Russisch materieel achterliet. Maar ditmaal waren het geen Russische tanks en pantserwagens die in schroot werden veranderd, maar Leopard-tanks, Bushmaster-pantservoertuigen, en ander kraakvers door Oekraïne’s westerse bondgenoten geleverd materieel. ‘Het brandt goed’, zei Vladimir Poetin.

De Russische president sprak ook over een ‘massief Oekraïens offensief’ dat ‘overal was afgeslagen’. De Oekraïense verliezen konden volgens hem ‘omschreven worden als catastrofaal’ en de Russische tv had veel plezier met alle mislukkingen van de vijand. Dat werd bijna overal met een korreltje zout genomen. Maar president Zelensky bevestigde het beeld van een tegenvallend offensief toen hij de voortgang ‘langzamer dan gewenst’ noemde. Een Amerikaanse regeringsfunctionaris zei op cnn dat het offensief ‘op geen van de fronten aan zijn verwachtingen voldoet’. Al snel hing er een zweem van teleurstelling rond het offensief en zeiden de eerste ‘realistische’ analisten dat Oekraïne Rusland niet kan verslaan en moet praten over annexatie in ruil voor vrede.

Maar in juni was het te vroeg om een conclusie te trekken, en dat is nog steeds zo. Dat komt onder meer door onhelderheid over wat er gaande is – beide kanten hebben een media-black-out ingesteld – door de aard van dit offensief, en omdat het doel ervan niet alleen militair is. ‘Dit offensief is noodzakelijk vanuit een politiek oogpunt’, zei Erich Vad, een Duitse ex-brigadegeneraal en voormalig militair adviseur van bondskanselier Merkel, tegen zender rfl/rl.
Het politieke effect ervan moet worden bereikt bij de Oekraïense bevolking, bij Oekraïne’s bondgenoten in Europa en verder, bij het Russische publiek en bij Russische onderhandelaars bij eventuele vredesbesprekingen. Op politiek vlak liggen mogelijk ook de voornaamste kansen van dit offensief, want de meeste militair analisten verwachten niet dat de gedroomde strategische doorbraak er komt – en deden dat al niet voordat het offensief begonnen was. ‘Uiteindelijk is het onwaarschijnlijk’, zei ook Vad, ‘dat dit offensief de algemene militaire situatie zal veranderen.’

Dat is in elk geval anderhalve maand later nog waar: Oekraïne is helemaal niet door de Russische linies gegaan als een warm mes door de boter. Misschien had een deel van het Nederlandse en West-Europese publiek dat wel verwacht, en Oekraïne is daar deels zelf debet aan. Toen Duitsland dit voorjaar besloot tanks te leveren aan Kyiv jubelde bijvoorbeeld Andrij Melnyk, onderminister van Buitenlandse Zaken en woordvoerder van de Oekraïense regering: ‘Zonder enige twijfel wordt dit een echte doorbraak en een gamechanger op het slagveld. Dit gaat de geschiedenis in.’

Melnyk, Zelensky en anderen schetsten prachtige vergezichten over wat Oekraïne allemaal ging bereiken met de Leopards, Challengers en andere militaire hardware waar het om vroeg in westerse hoofdsteden: net dit éne ingrediënt zou de doorslag geven op het slagveld. Dat was natuurlijk vooral bedoeld om hun soms zeer lang twijfelende bondgenoten over te halen om ze te doneren. De Oekraïense leiders waren daar de hele winter mee bezig. Hun retorische middel daarvoor was een tegenoffensief dat grandioos ging worden. Media in Europese landen namen dat verhaal vaak over. Het offensief werd uitgesteld maar het verhaal bleef: dit wordt spectaculair en allesbeslissend. ‘Dit is Oekraïne’s D-Day’, schreef Politico in juni (bepaald niet als enige) en citeerde generaal Eisenhowers brief aan zijn soldaten: ‘The eyes of the world are upon you.’

Dat alles heeft bijzonder hoge verwachtingen gewekt. Het gat tussen die verwachtingen en wat militair analisten mogelijk of waarschijnlijk achten in dit offensief, is behoorlijk gegroeid. Dat komt in de eerste plaats doordat het succes niet voornamelijk afhangt van Duitsland of Nederland, maar van Rusland. En Rusland is zich al een half jaar aan het voorbereiden op het lang en breed aangekondigde offensief.

Die voorbereidingen bestaan in de eerste plaats uit achthonderd kilometer van ‘de meest uitgebreide verdedigingslinies die de wereld in decennia heeft gezien’, volgens een Duits defensierapport. Langs de hele linie heeft het Russische leger zich ingegraven, vaak achter meerdere linies die bestaan uit mijnenvelden, anti-tank-barrières en -greppels, loopgraven, versterkte posities, artillerie en nieuwe loopgraven. Dat maakt een wilde veroveringstocht zoals die die Oekraïne eind vorige zomer de provincie Charkiv opleverde praktisch onmogelijk. En het garandeert hoge Oekraïense verliezen.

Oekraïense soldaten moeten zich langs deze opeenvolgende linies vechten voor ze bij de hoofdlinie aankomen, terwijl ze daar voor de winter vaak direct tegenover lagen. Alle berichten van het front wijzen erop dat het Oekraïense offensief nog steeds in deze fase is. Al wekenlang melden media zo nu en dan de verovering van dorpen door Oekraïne onderweg naar die hoofdlinie, maar dat zegt dus vrij weinig. Dat Oekraïne er nog niet is, is ook niet verwonderlijk, hoewel sommige analisten de trage voortgang wel degelijk aan tegenvallende Oekraïense prestaties wijten. De Duitse militair adviseur Franz-Stefan Gady concludeerde bijvoorbeeld vorige week, na een toer langs het Oekraïense front, dat het Oekraïense leger nog steeds niet goed is in gesynchroniseerde aanvallen. ‘Ik verwacht dat dit een slijtageslag blijft, waar steeds meer reserves in zullen worden gevoerd in de komende weken en maanden’, voorspelde hij in de Frankfurter Allgemeine.

Wat in zo’n slijtageslag belangrijker is dan tijd en terrein is de prijs die het Oekraïense leger moet betalen om dat terrein te veroveren. Alle soldaten die Oekraïne nu verliest, zijn er straks niet om door de hoofdlinie te breken, of om na een doorbraak grondgebied te bevrijden. Hetzelfde geldt voor munitie, die Oekraïne in grote hoeveelheden moet gebruiken. Tijd is dus minder relevant: het is eerder zo dat Oekraïne in verbruikte munitie en manschappen achterloopt op het gehoopte schema. Daarin ligt volgens analisten ook de grootste waarde van de recente Amerikaanse beslissing om Oekraïne clustermunitie te leveren: niet omdat dit een wondermiddel is, maar omdat dit het Oekraïense offensief wellicht met cruciale weken verlengt – juist wanneer de vijand mogelijk uitgeput is.

‘Ik denk dat het moeilijk zal zijn om de politieke doelen te behalen die Zelensky belooft’

Rusland probeert juist de prijs van Oekraïne’s voortgang zo hoog mogelijk te maken. En daar bleek het Russische leger het afgelopen half jaar efficiënt in. ‘Als ze een positie innemen, beginnen ze meteen met graven, en twaalf uur later hebben ze er een versterkte positie van gemaakt’, zei een Oekraïense soldaat bij Bachmoet tegen The Kyiv Independent. Ook in het aanleggen van nieuwe linies achter een bedreigde plek blijkt het Russische leger goed. Daarom probeert Oekraïne waarschijnlijk zo veel mogelijk drukpunten te creëren: om Russische troepen vast te pinnen, om Rusland te dwingen zijn reserves in te zetten of om het voor lastige keuzes te stellen.

Daarin slaagt het huidige offensief wel, denken sommige analisten. ‘Het lijkt of vrijwel alle Russische troepen nu vastgeklonken zijn aan pogingen om Oekraïense doorbraken te voorkomen’, schreef militair historicus Lawrence Freedman op zijn blog. En Oekraïne probeert Russische troepen op andere plaatsen te binden met onverwachte aanvallen, zoals die bij het net door Rusland veroverde Bachmoet, in Zuid-Rusland (door Russische rebellen), en op de westelijke oever van de rivier Dnipro. Met andere onverwachte acties probeert Oekraïne Rusland uit balans te brengen, zoals vorige week met de aanval op de Krim-brug, of eerder met een droneaanval op Moskou.

Maar Rusland uit balans brengen is makkelijker gezegd dan gedaan. In de eerste maanden van de oorlog stonden de Oekraïners en westerse waarnemers soms versteld van amateurisme en inefficiëntie in wat bekend stond als de op één na sterkste krijgsmacht ter wereld. Rusland heeft op dat vlak historisch gezien een reputatie. Maar het Russische leger heeft óók een reputatie als een lerend leger, dat zich na rampzalige tegenslagen kan oprichten – in de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld. En dat lijkt ook in Oekraïne het geval.

Een rapport van de Britse defensiedenktank rusi concludeerde, op basis van interviews met mensen in alle lagen van de Oekraïense hiërarchie, dat het Russische invasieleger zich op belangrijke punten heeft verbeterd vergeleken met vorig jaar – van basistactiek in kleine eenheden en artillerie tot drones, elektronische oorlogvoering en luchtverdediging. Kafkaëske berichten van gemobiliseerde en aan hun lot overgelaten soldaten zijn er nauwelijks meer. ‘Het is onmogelijk om te zeggen dat de vijand niet weet hoe te vechten’, zegt een Oekraïense majoor-generaal in het rapport.

Dat alles maakt niet dat het Oekraïense offensief gedoemd is te mislukken. Maar het zet wel belangrijke kanttekeningen bij wat er redelijkerwijs van te verwachten valt – of wat überhaupt mogelijk is. Veel hangt daarbij af van wat Oekraïne, zijn bondgenoten en Rusland verstaan onder ‘mislukt’ en ‘geslaagd’, en van de strategische waarde van de vorderingen die Oekraïne maakt.

Het Oekraïense offensief heeft de meest voor de hand liggende richting gekregen, die waarin veel analisten het ook hadden voorspeld. Dat betekent: vanuit de provincie Zaporizja recht naar beneden, richting de bezette steden Tokmak en Melitopol, plus aanvallen verder oostelijk, in de provincie Donetsk.

Dat betekent ook: recht door het krachtigst versterkte stuk terrein ter wereld. Daarachter ligt, nog verder naar het zuiden, de heilige graal van dit offensief: de kust van de Zee van Azov, waarmee de Oekraïners het door Rusland veroverde gebied in tweeën zouden snijden. Dat zou ook de Krim binnen artilleriebereik van het Oekraïense leger brengen, en volgens anonieme Amerikaanse regeringsbronnen, geciteerd in The Washington Post, zou dit het strategische doel van dit offensief zijn: om vanuit deze positie vredesonderhandelingen te openen, ‘omdat Rusland alleen onderhandelt als het zich bedreigd voelt’.

Maar dat is zeker niet het verklaarde Oekraïense doel. President Zelensky heeft de herovering van ‘elke centimeter’ Oekraïne beloofd, net als zijn stafchef Valerij Zaloezjnyj. Het is onvermijdelijk dat ook dit offensief aan dat doel wordt afgemeten. En dat legt de lat torenhoog. ‘Gezien het aantal Oekraïense troepen, en hun training’, concludeerde de militair analist Marina Miron, ‘denk ik dat het heel moeilijk zal zijn om de politieke doelen te behalen die Zelensky belooft.’

Lees ook:





https://www.groene.nl/artikel/slijtageslag