Verdwaald in de golven – De Groene Amsterdammer


Pieter Omtzigt (NSC) en minister-president Dick Schoof tijdens een debat in de Tweede Kamer over de Europese top van 20 en 21 maart 2025.

©  Robin van Lonkhuijsen / ANP

Pieter Omtzigt was onontkoombaar, domineerde jarenlang de Haagse politiek, maar waar hij moest eindigen bleef altijd ongewis. Al toen hij zich in stapjes losscheurde van het CDA, kon je bij die partij horen dat hij onherroepelijk zou vastlopen. Een bekend gezegde daar is inmiddels dat die fractie ooit bestond uit twee fracties: ‘de fractie–1 en Pieter Omtzigt minus de fractie’.

Die neiging tot verdeeldheid schuilt ook in Omtzigt zelf. Hij was een politicus vol tegenstrijdigheden: iemand die sprak in onwrikbare waarheden en tegelijkertijd eindeloos kon twijfelen. Iemand die vurig een grotere afstand bepleitte tussen de Tweede Kamer en het kabinet, maar zelfs zijn bewindspersonen constant op de nek zou zitten. Iemand die een levendige beweging wilde, maar zich met elk detail daarbinnen bemoeide.

Die karakteristieke neiging tot contrair zijn, tot de niche opzoeken, tot niet willen toegeven dreef hem uit de partij waar hij zolang had gezeten; waar ze hem zo vaak op een zijspoor hadden geprobeerd te manoeuvreren en waar hij zich meermaals op eigen kracht wist terug te vechten.

Tot zeer laat probeerde de ideologische hoeders van de christendemocratie, bijvoorbeeld bij het wetenschappelijk instituut van het CDA, hem aangehaakt te houden. En ja, er waren fluistercampagnes, maar ook oprechte frustratie over hoe je zo’n man kon handhaven.

Op 19 augustus 2023 leidde het tot een eigen beweging waarvan hij de Messias werd. Opnieuw zat daar een fascinerende tegenstrijdigheid in: als één van de langstzittende Kamerleden wierp hij zich op tot de anti-establishment-politicus van dat moment – de vleesgeworden anti-Rutte in een tijd dat mensen de toenmalige premier begonnen weg te wensen. Al ging die anti-establishment-houding gepaard met een karaktertrek die je zelden in zo’n beweging aantreft: op haast technocratische wijze bestreed de econometrist overheidsmodellen met in zijn hand doorgaans andere of alternatieve modellen.

De partijnaam werd ontleend aan zijn mooi gekozen boektitel – ‘Nieuw Sociaal Contract’ – maar de achilleshiel die hem en zijn beweging zou opbreken lag al besloten in de laatste pagina’s van dat boek, het ontbreken van een helder antwoord op de vraag: in welke samenleving wil je dan leven?

In het slotwoord van zijn boek sluit Omtzigt af met een prachtig citaat van Kierkegaard. ‘Wanneer een zeeman op volle zee is, wanneer alles om hem heen verandert, wanneer golven geboren worden en weer sterven, dan richt hij zijn blik niet omlaag naar die golven, want die veranderen. Hij kijkt omhoog naar de sterren. En waarom? Omdat die betrouwbaar zijn. Zoals ze er nu staan stonden ze er voor onze voorvaders en zo zullen ze er staan voor de komende geslachten. Waarmee overwint hij dus het veranderlijke? Met het eeuwige.’

Wat Kierkegaard daar aanraadt, schrijft Omtzigt in zijn boek, is ‘precies het tegenovergestelde van wat we doen in Den Haag: we kijken naar beneden, naar het grote gewoel en de heftige golven. We proberen de volgende golf te voorspellen, zodat we zó kunnen sturen dat de boot net geen water maakt. De boot blijft drijven, we houden ons hoofd boven water (en soms ook niet), maar ondertussen verliezen we onze bestemming uit het zicht’.

Het was een prachtig pleidooi voor ideologisch gedreven politiek, voor een beweging die zich niet als speelbal van krachten – doorgaans opiniepeilingen – wild alle kanten op zou laten schudden, maar standvastig een koers voor Nederland zou voorstellen om die vervolgens aan te houden.

Het probleem? De sterren die als kompas hadden moeten dienen werden nooit geformuleerd. NSC werd gevuld met mensen die in de geest van Omtzigt precies wisten aan welke moertjes je moest draaien op het schip en wat je moest doen als het stuur brak – maar waar die boot op een dag aan moest komen wist niemand. ‘Je hoort hem zelden over wat Nederland is, hoe we met elkaar leven’, schreef essayist Joost de Vries vlak voor de verkiezingen van 2023 al in dit blad. ‘Hij spreekt alleen over herstel. Terugkeer. Status quo. Geen vergezichten’.

Op die manier door de mist varen deed hem belanden in de meest rechtse coalitie die dit land ooit gekend heeft. Zijn eigen boot bleek zo stuurloos dat het werd verzwolgen door de politieke wateren van het moment. Het enige dat hij kon was grijpen naar staatsrechtelijke waarborgen, rechtsstaatsverklaringen als reddingsboei. Omtzigt zelf werd er zieker van dan hij al was, hij brak uit in huilbuien – die in de media veel te belangrijk werden – en werd een speelbal.

Vlak voor de Kerst hield Omtzigt een toespraak tijdens een besloten diner met fractiegenoten. Hij vertelde er hoe ongemakkelijk hun positie was in dit kabinet. Dat ze klappen incasseerden uit alle hoeken en hoe vervelend het is om áltijd de rechtsstaat te verdedigen. Hij benadrukte: zelfs als die rol impopulair is en we er niet voor worden beloond, dan moeten we die wel blijven vervullen. ‘Je ziet wat dit met Pieter doet’, zei een NSC’er zeer dichtbij Omtzigt in die tijd. ‘Hij verinnerlijkt alles. Hij voelt alles heel hard en tegelijkertijd maakt hem dat strijdlustig’.

In die dagen vertelde zijn inmiddels definitieve opvolger Nicolien van Vroonhoven dat de partij opzoek moest naar een richting. ‘Je wordt voortdurend opgeslokt door het leven hier’, zei ze tegen dit weekblad. ‘Wij hebben grondbeginselen nodig. Wij hebben een kompas nodig, we gaan daar deze kerstvakantie mee aan de slag’.

Inmiddels omringd door trouwe fractiegenoten die in hem en de beweging geloofden hield hij het vol, tót de voorjaarsnota van afgelopen week. De reconstructies in dagbladen werden gevuld met gedetailleerde beschrijvingen van aan de ene kant zijn afwezigheid en aan de andere kant zijn aanwezigheid op afstand via Zoom – opnieuw met emotionele grillen. Het waren onderhandelingen waarin de partij zich opnieuw toelegde op belangrijke details en niet op vergezichten.

Zelfs in zijn afscheidsvideo van afgelopen vrijdag klonk dat door. Hij sprak over bescherming voor burgers die dat nodig hebben, de ‘meer dan vierhonderd keer’ dat hij voorstellen voor wetswijzigingen indiende. ‘Dat was mijn kerntaak.’ NSC had ‘gevochten’ voor bestaanszekerheid bij de voorjaarsnota, er waren ‘ontzettend veel middelen gereserveerd’.

Zelden klonk het afscheid van een politiek leider zo niche en zo gedetailleerd – en tegelijkertijd was het allemaal doordrongen van de noodzaak om het precies zo te doen. Het was Omtzigt ten voeten uit: zelfverzekerdheid over details, zo ongrijpbaar over waar hij dat schip nou ooit had willen afmeren.

Lees ook:






https://www.groene.nl/artikel/verdwaald-in-de-golven