Je ziet het beter dan de spelers zelf, hoe op de digitale klok de laatste seconden verstrijken waarin nog een zet gedaan moet worden om niet door tijdsoverschrijding te verliezen.
Afgelopen dinsdag, in de zevende partij van de WK-match in Singapore tussen Ding Liren en Gukesh, de partij die onderaan deze rubriek te zien is, had Ding het al snel moeilijk gekregen. Hij stond waarschijnlijk verloren, maar hij was er min of meer bovenop gekomen en op zijn 40ste zet moest hij een belangrijke beslissing nemen. Na die zet zou hij er weer een half uur bedenktijd bij krijgen, maar voor die 40ste had hij eerst een paar minuten, die verschrompelden tot seconden.
De match wordt op allerlei websites live gevolgd. Ik kijk het liefst op chess24, waar de Hongaar Peter Leko commentaar geeft, die zelf eens een match om het wereldkampioenschap heeft gespeeld. Soms is Judit Polgar daar, die ook erg goed is.
De commentatoren hebben afgesproken om niet naar computer-evaluaties te kijken, maar te denken met het eigen hoofd. Terecht. Tijdens de partij kan zelfs een menselijke fout van een topschaker als Leko instructiever zijn dan een juiste computer-evaluatie, omdat je van Leko beter kunt begrijpen wat de spelers zelf denken.
Toch breken ze die afspraak wel eens, en dan zeggen ze het er eerlijk bij. Tijdens die laatste minuten voor de 40ste zet van Ding, was het duidelijk dat er voor hem maar twee redelijke zetten in aanmerking kwamen. De ene zou hem een verloren stand opleveren en de andere een houdbare stand.
De minuten verstreken en toen de seconden. Ik bedacht dat ik een van de miljoenen schakers was die op dat moment naar die schaakklok keken. De meesten van die miljoenen zullen Indiërs zijn geweest, want in China is het nationale bordspel niet ons soort schaak, maar het Chinese schaak xiangqi, dat van dezelfde stam komt en misschien het populairste bordspel in de wereld is, want er zijn veel Chinezen.
© Maria Emelianova/Chess.com
Ik besefte dat behalve die miljoenen ook de families en de secondanten en de coaches van Ding en Gukesh net als ik naar die klok keken. Er stonden carrières op het spel.
‘Doe een zet, Ding!’ riep de Amerikaanse grootmeester Daniel Naroditsky, de assistent van Leko bij het commentaar. Ik moest denken aan een Franse toeschouwer die ik eens bij een lokale voetbalwedstrijd enthousiast ‘cassez lui les jambes!’ had horen roepen, breek hem de benen. Zo spannend was het nu ook.
Toen Ding zijn zet deed had hij nog zeven seconden over. Het was de verkeerde zet. Hij stond weer verloren. Na de 40ste zet kregen de spelers er een half uur bedenktijd bij, plus een halve minuut per zet. ‘Je doet je 40ste zet in je laatste seconden en dan krijg je een half uur om die te betreuren’, zei Naroditsky.
Het is niet over voor het over is, is een gevleugeld woord van de Amerikaanse honkbalspeler Yogi Berra. Ding stond verloren, maar hij wist miraculeus te ontsnappen. ‘Wat een partij, wat een gevecht!’ riep Leko.
Een dag later, in de achtste partij, ging het ook weer zo. ‘Negen levens Ding’, werd hij door Naroditsky genoemd, zoals de kat met de negen levens.
Eerder in de match was het net omgekeerd geweest, toen was Gukesh een paar keer op het nippertje ontsnapt. Na de achtste partij van woensdag stond het 4-4.
In ieder geval zijn de geruchten die aan het begin de ronde deden, dat wereldkampioen Ding Liren een soort zombie was geworden, een levende dode die door Gukesh moeiteloos geveld zou worden, inmiddels verstomd.
https://www.groene.nl/artikel/wat-een-partij-wat-een-gevecht