Wilde kool – De Groene Amsterdammer


Brassica oleracea subsp. oleracea, wilde kool

© FLORON Verspreidingsatlas Vaatplanten

Het uitsterven in Nederland gaat zo krankzinnig hard dat allerlei kunstgrepen nodig zijn. De meest extreme variant is kunstmatig opkweken en bijplaatsen. We zagen het in eerdere afleveringen bij dieren als de korhoen, maar ook bij een plant als de zwartblauwe rapunzel. De achteruitgang van wilde flora is zo schrikwekkend dat floristen het Levend Archief bedacht hebben, een genenbank waarin zaden worden bewaard om planten terug te kunnen brengen en de natuur ‘opnieuw op te starten’ als we in de toekomst een keer ophouden met grootschalige vervuiling.

Het heeft een redelijk hoog Ark van Noach-gehalte en ik weet niet zeker of het nu naïef is, of juist hoopvol. Een vriend van me noemde dat ooit een ‘tsja-erlebnis’. Misschien is naïef en hoopvol van hetzelfde laken een pak: natuurbescherming zit vol met paradoxen. Als we nu al niet in staat zijn om onze klokjesgentianen te beschermen tegen stikstof en verdroging, waarom zouden we dan in de nabije toekomst zorgen voor de vele soorten die we eerder al hebben laten verdwijnen? Kunnen we het geld dat we investeren in zadenbanken niet beter besteden aan het beschermen van soorten die we nu nog in het wild hebben? Misschien wel, misschien niet.

Een van de zaden die al daadwerkelijk het archief verlaten hebben om opnieuw tot leven gewekt te worden, is de wilde kool – de oermoeder van zowel de witte als de rode kool, de boerenkool en de savooiekool. Bij de herstelwerkzaamheden aan de Afsluitdijk is deze plant opnieuw uitgezet en groeit daar nu in het wild. Of dit nu natuur genoemd kan worden is een ingewikkelde kwestie die vooral veroorzaakt wordt door het kunstmatige onderscheid tussen mens en natuur. We zijn natuur. Onze darmen zijn het leefgebied van allerlei flora en fauna – en dat is maar goed ook, want die helpen ons bij het verteren van voedsel. Maar steeds als we natuur proberen te herstellen benaderen we het als een object, als iets externs.

Of die dijk waar de wilde kool nu groeit een natuurgebied is, is een al even lastige vraag – een dijk is bepaald geen natuur, zou je intuïtief denken. Het is in ieder geval niet het oorspronkelijk leefgebied van kool, maar eerder een kunstmatig landschapselement dat voor ons het water beheerst en dat, zo goed mogelijk, ‘vispasseerbaar’ is gemaakt. Wilde kool wordt ook wel ‘klippenkool’ genoemd, en rotsplanten of klippenplanten doen het prima op basaltblokken van dijken. Paradoxen kun je maar beter omarmen. In verhitte discussies over natuurbeleid zie je nogal eens het argument dat we in Nederland helemaal geen natuur hebben. Alleen is dat vaak geen argument, maar een excuus om alles kapot te mogen maken.

Brassica oleracea var. capitata, kool. Handgekleurde houtsnede van een botanische illustratie uit Adam Lonicer’s Krauterbuch, or Herbal, Frankfurt, 1557

©  Mary Evans Picture Library Ltd. / ANP

Bovendien is een kool een belangrijk voedselgewas. Het kan geen kwaad om de genetische oorsprong te behouden, voor het geval er iets misgaat met de opgekweekte rassen. Of we zoiets ook gaan doen voor de bijna verdwenen lange zonnedauw valt nog te bezien. Want dit soort overwegingen brengt ook de vraag naar voren wat ‘genetische oorsprong’ precies betekent. Soorten zijn voortdurend in interactie met hun omgeving en veranderen daardoor ook. Uiteindelijk is het soortbegrip kunstmatig: soorten evolueren; ze zijn nooit ‘af’. Bij sommige soorten gaat dat snel, zeker wanneer generaties elkaar snel opvolgen zoals bij muggen of fruitvliegjes. Bij groene kikkers en orchideeën zitten we midden in het proces van soortvorming waarbij je in het veld naast ‘uitontwikkelde soorten’ ook allerlei mengvormen ziet. Andere soorten zijn evolutionair zeer oud en veranderen nauwelijks nog, zoals libellen, slangen en sommige bomen.

Een veelheid aan soorten, relaties en interacties maakt een natuurlijk netwerk robuust, voor ons en ook voor de niet-mensen. Je weet nooit van tevoren welke soorten je kunt missen. In de natuur kun je van alles herstellen, maar uitsterven is definitief. Dus als het nodig is, kan ook een levend archief helpen om het definitieve uitsterven te voorkomen. Maar laten we dan zorgen dat ook het buitengebied daar bij gaat horen, want een zaadbank onder een systeemplafond blijft toch een beetje unheimisch als verblijfplaats voor onze wilde flora. We hebben er liever ook een zonnetje op en wat vlinders bij.

Lees ook:




https://www.groene.nl/artikel/wilde-kool