Een bezopen onderneming lijkt het, om 1) een vrouw op zoek naar haar biologische vader, 2) een dertigjarige bokser die naar de Spelen wil, 3) een ecoloog die het oprukken van het plantje watercrassula op de Waddeneilanden wil tegenhouden, 4) een jongen die moet afkicken van coke, 5) een leerling-verpleegkundige met een belangrijk tentamen, 6) een hondentrainster die een kindbijtende pupil voor een definitief spuitje wil behoeden, 7) een vrouw die zwanger wil worden, 8) een jonge historica die de laatste walvisvaarders in haar podcast wil hebben, en 9) een man wiens broer al sinds 1974 vermist is – om die alle negen bij elkaar in een documentaire tv-reeks te stoppen. Toegegeven, ze wíllen allemaal iets, maar ja, iedereen wil wat. Dan kun je ons allemaal wel in een blender gooien. Het wordt begrijpelijker en dwingender als ze een gemeenschappelijke noemer blijken te hebben: de laatste kans. Meteen ook de titel van deze mozaïekserie van Jurjen Blick voor de VPRO. Ze willen dus niet alleen, ze moeten, want het is nu of nooit. De tijd dringt.
Het laatste, vijfde, deel was nog niet beschikbaar, en omdat alle verhalen dooreen zijn gemonteerd in chronologie, weet ik niet hoe ze aflopen. Als kijker krijg je onderweg wel vermoedens over ieders kansen (hoewel je je daar soms al voor het eind in vergist). Je leeft meer mee met de een dan met de ander, omdat dat ‘nooit’ voor de een veel rampzaliger is dan voor de ander. Maar zelfs als dat ‘nooit’ dreigt, bijvoorbeeld voor Ebru, een vrouw die vervroegd in de overgang gekomen is en alsnog een kind wil, dan krijg je zoveel twijfels over haar impulsieve gedrag, dat je niet weet wat beter is (voor het eventuele kind, haarzelf, haar partner): nu of nooit? Althans, daar betrapte ik me op, en misschien is dat wel schandelijk moralistisch. Menigeen in de rij van professionals onderweg naar haar doel, gaat duidelijk meer uit van haar zelfbeschikkingsrecht dan ik. Zouden daar soms ook commerciële belangen een rol bij spelen? Misschien is dat weer een schandelijk vermoeden.
Jurjen Blick is een uitgesproken maker. Niet alleen als regisseur (alleen al qua camerawerk stijgt het ver boven reportage en snelle documentaire uit), ook als auteur van grote hoeveelheden commentaartekst, die hij zelf inspreekt. Het is een ‘auteursproject’ in alle betekenissen. Het heeft een volstrekt eigen toon, letterlijk en figuurlijk. Wie ooit de prachtige reeks Stuk van hem en zijn team zag, over kapotte lichamen en revalidatie, zal dat beamen. In zijn teksten geeft hij als alwetende verteller achtergrondinformatie over het verleden van zijn personages, over motieven, ambities, wilskracht, dilemma’s, twijfels, angsten en de ‘wetten en praktische bezwaren’ die tussen droom en daad staan. Hij is researcher, psycholoog én gedachtenvertolker.
Dat levert een curieuze ervaring op: je kijkt naar vrouw, man, jongen in situaties die soms direct, soms zijdelings met hun grote doel te maken hebben. Intussen klinkt een stem die hen ‘expliceert’ als in de tijd van de stomme film, maar dan zonder pianist of strijkje in de bioscoopbak. Het geluid en de muziek zijn verfijnd, zonder dwingend sturen, terwijl er op goedgekozen momenten juist even bombast klinkt. Dat werkt in mijn oor en oog meestal goed. De protagonist, bijvoorbeeld de bokser rammend op een bal, is tegelijk een spierbundel en een man met geschiedenis en Umwelt. Toch zou die indringende, zij het altijd kalme, stemaanwezigheid ook irritatie kunnen oproepen: *show, don’t tell. *
© VPRO
Ik ben alleen al blij dat ik De laatste kans zag doordat ik mensen leerde kennen die me ontroerden in hun gedrevenheid en soms talent. Waarbij je veel drama en extra’s impliciet meekrijgt. Blij dat ik Delano leerde kennen. Zijn intellectuele familie heeft niets met boksen, maar respecteert begripvol zijn weg. Zijn lief is zelf bokser en zij begrijpt als geen ander zijn drive, de zwaarte van zijn Olympisch project, de offers die hij moet brengen, juist ook omdat hij omstandigheden en tijd tegen lijkt te hebben. (Tijd: niet voor niets vormt een zandloper het openingsbeeld van de afleveringen.) Zij beseft ook de prijs die zij zelf in de relatie moet betalen om hem zijn droom te kunnen laten najagen – en dat doet, in alle liefde, toch pijn. Maar er is meer bijvangst: Delano is heel goed, maar dus wel dertig. En Tony, ex-kickbokser, is ook heel goed, maar begin twintig. En degene die moet beslissen wie van hen uiteindelijk door mag, is Tony’s trainer, Syrische oud-bokser die in deze lastige situatie de integriteit zelve is. Dan gaat de Nederlandse ploeg naar een internationaal toernooi; Delano en Tony zijn beiden geselecteerd, en delen de hotelkamer.
Blij dat ik Brigitte leerde kennen, wijs, mooi mens. Kort na haar geboorte weggedaan door moeder, vader onbekend. Brigitte had haar moeder als begin-twintiger toch opgespoord: ‘Ik ben uw dochter’. ‘Ik heb geen dochter’. Dus zit er een gat in Brigittes ziel. Altijd het gevoel dat ze er niet mocht zijn, ondanks een goed pleeggezin en eigen huwelijk en gezin. Nu ze tegen de zestig loopt wil ze het toch weten. Leeft moeder nog? Is ze compos mentis? Zou ze eindelijk van enige erkenning blijk geven? En wie is haar vader? Ze lijkt immers een product van Niets. Brigitte leren we kennen in gesprekken met haar uitstekende advocaat, via Jurjens stem, in beelden bij haar Drentse huis met paarden, tijdens haar tocht langs plekken in het land die betekenis voor haar hadden. En (een methode die Blick vaker gebruikt) in telefoongesprekken die ze voert met een onbekende en waarin ze ons bekende informatie samenvat en nieuwe toevoegt. Het is een dramaturgisch hulpmiddel, lijkt me, om te voorkomen dat de vertellersstem nog meer moet doen. Langzaam wordt duidelijk dat Brigitte, hoe kwetsbaar ze ook is, ook de vastberadenheid bezit waarmee moeder haar heeft afgehouden.
© VPRO
Verbluffend is ook ecoloog Janneke. Kanjer in kennis, kunde en strijdbaarheid. Ze voert oorlog tegen een plantje dat de inheemse flora en fauna van Texel vernietigt. Het is nu of nooit, want als dat kreng wint is het alsof er een allesverstikkende groene asfaltlaag ontstaat. Niet alleen in de bedreigde slenk – over heel het eiland. Die strijd laat zien hoe ingewikkeld het is resultaat te behalen wanneer legio instanties en autoriteiten op een lijn moeten komen. Je ziet hier in een notendop hoe moeilijk het is een ernstig, maar relatief klein en overzichtelijk probleem aan te pakken. En je vraagt je dus af hoe we in godsnaam ooit een alomvattende klimaatramp moeten voorkomen, wereldwijd. Maar terug naar het individu, Janneke zelf. Ze is getrouwd maar wil geen kinderen. Tegenpool dus van Ebru. Janneke was slachtoffer van extreme ouderlijke verwaarlozing, werd ingeschat op het allerlaagste onderwijsniveau, en verkocht op haar twaalfde op een kleedje in de dorpssupermarkt de paar spullen die van haarzelf waren om luizenbestrijdingsmiddel voor broertje en haarzelf te kunnen kopen. We zitten hier in Dickens. En kijk: nu is ze niet alleen deskundig vrouw van de biologische praktijk, maar bloeit ook haar wetenschappelijke carrière. Als arbeiderskind dat mocht studeren ben ik er misschien extra gevoelig voor, maar ik was beschermd en jongen; Janneke onbeschermd en meisje. Brok in de keel. Als iemand met succes gevochten heeft, is zij het. Maar kan ze dat plantje aan?
Naast de verslaafde jongen (die pas in aflevering vier verschijnt) is Ebru het meest verwarrende personage. Kon zij weten van vervroegde overgang? Dan had ze wel wat eitjes laten invriezen. Ze is overwegend verontwaardigd, vertrouwt informatie nauwelijks of niet. Ze belichaamt in haar eentje een brede maatschappelijke onderstroom die al bovenstroom is geworden, zoals we electoraal merkte. Ze is volstrekt impulsief. Rookt als een ketter, net als haar geliefde Jeroen. Gedeelde activistische Feijenoordliefde ging over in liefde voor elkaar – hand in hand. Ze zoekt een ei, eieren om in haar lichaam te plaatsen. Dan moet ze van de deskundigen wel gezond eten en niet roken. Dat moet dan maar, maar Jeroen moet wel meedoen. Hij is bereid. Sterker, hij is de liefdevolle meegaandheid zelve. Maar als er dingen goed gaan, gaan er ook steeds dingen mis. Samen een huis kopen terwijl de stress over het biologisch proces al torenhoog is, werkt ook niet goed.
Wees gerust: ik loop ze niet alle acht in hun grote verscheidenheid na. Dat ik de vijfde aflevering graag wil zien lijkt me indicatie van de kwaliteit. Wel wat kanttekeningen: Blicks teksten zijn fraai – mij soms te fraai, te literair. De ene casus is veel indringender en urgenter dan de andere en hoewel ik alle begrip heb voor de weerzin tegen het killen van darlings, had het iets korter en minder herhalend gekund. Aan de andere kant: waar zie je zulke met talent en zorg gemaakte kunstzinnige documentairetelevisie?
Jurjen Blick (regie; teksten; montage; stem); Pim Hawinkels, Gregor Meerman (camera); Soraya Pol, Nikki Westendorp (research); Maarten Slagboom (eindredactie). De laatste kans, VPRO, vijf delen. Maandagavonden NPO 2 vanaf maandag 27 november, 22.15 uur. Deel 1 te zien op NPO Start.
Jurjen Blick en team: Stuk, VPRO vier delen.