Over een post-Russische staat – De Groene Amsterdammer


Ik herinner me nog levendig dat de wereld veranderde. Ik werd rond zes uur ’s ochtends wakker en keek op mijn telefoon. De avond ervoor was ik naar bed gegaan nadat ik naar Zelensky’s toespraak tot de Russen had geluisterd, waarin hij zei dat Oekraïne en het Oekraïense volk vrede wilden en hij probeerde de leugens van de Russische propaganda over een niet-bestaand Oekraïens offensief in de Donbas te ontkrachten. Toen ik naar die toespraak keek, voelde ik een brok in mijn keel: als Zelensky zich tot de Russen richtte, waarvan de absolute meerderheid het verwrongen wereldbeeld van Poetin steunt, moest het wel heel slecht gaan.

‘Heb je het gezien?’ sms’te ik naar een vriendin, een Russische dichteres, ‘het is onmogelijk om naar te kijken.’ Toen ik vier uur later haar antwoord zag, was het al ochtend. ‘Ja’, antwoordde ze, ‘absoluut.’ Maar dat bericht behoorde al tot een ander tijdperk, want drie uur eerder had Poetin het bevel gegeven tot een volledige invasie. Hij was op weg om Oekraïne te bezetten, de leiders van het land te vermoorden, een marionettenregering te installeren, Europa in duisternis te storten en een nieuwe wereldorde te vestigen, waar alleenheersers en dictators het naar hun zin zouden hebben.

Vandaag de dag is het algemeen bekend dat Poetin zich misrekende toen hij de oorlog begon. Wat we nog steeds vaak vergeten is dat deze misrekening niet het gevolg was van de slechte prestaties van de Russische inlichtingendienst, maar van de psychologische kracht van een zichzelf voedende propagandalus. Poetins marionettenpolitici in Oekraïne logen tegen hem over de pro-Russische gevoelens in het land, niet omdat ze het mis hadden, maar omdat ze bang waren om hem de waarheid te vertellen en ze zijn leugens onderling begonnen te reproduceren.

Hetzelfde lijkt te zijn gebeurd met de Russische inlichtingendienst. Jarenlang had Poetin geloofd dat Oekraïne doelbewust door het Westen was gebruikt om Rusland te ondermijnen – als autocraat kon hij het idee niet bevatten dat Maidan een binnenlandse politieke revolutie was, waarin het Oekraïense volk uiting had gegeven aan zijn wens om zich aan te sluiten bij Europa. Zoals bij elke samenzweringstheorie kon zijn overtuiging niet met feiten worden weerlegd, wat betekende dat iedereen die het niet eens was met Poetins denkwijze simpelweg vervangen werd, zodat ze zijn denkwijze niet konden beïnvloeden. Hij werd gedreven door irrationele overtuigingen en de wereld – behalve de Amerikaanse inlichtingendienst, die de invasie met angstaanjagende precisie voorspelde – begreep dit niet.

De volgende vergissing waar de wereld, of het Westen, tegenaan zou kunnen lopen is de overtuiging dat Rusland binnen zijn huidige grenzen hetzelfde land zal blijven nadat de oorlog is afgelopen. Natuurlijk zijn er verschillende manieren waarop de oorlog tot een einde kan komen, maar tenzij er kernwapens worden gebruikt (wat niet onmogelijk is, wetende dat Poetin zich nooit gewonnen geeft tenzij hij met pure kracht wordt geconfronteerd, maar alle speculaties hierover zullen ongegrond blijven), zal de oorlog eindigen met een nederlaag voor Rusland. Wat deze nederlaag precies zal inhouden, is een kwestie van gradatie.

Ondanks de chronische westerse traagheid en ontoereikendheid in de steun voor Oekraïne, zou het Oekraïense leger erin kunnen slagen om al zijn grondgebied van 1991 te bevrijden, of tenminste aanzienlijke delen ervan, en toegelaten te worden tot de Navo. Zelfs als we ons voorstellen dat Oekraïne niet in staat zal zijn om de huidige door Rusland bezette gebieden te bevrijden, dan is de actuele stand van zaken nog steeds een nederlaag voor Rusland. Poetins leger zal Oekraïne niet onderwerpen, de hoofdstad niet bezetten, de pro-Navo- en pro-Europese koers van het land niet doorkruisen en de beoogde ‘demilitarisering’ van het land niet verwezenlijken. Misschien zullen de Russische elites en het Russische volk dit niet meteen als een verlies zien, maar na verloop van tijd zal het besef indalen.

Niemand verliest graag, en zeker geen oorlog. Sommigen zullen misschien zeggen dat Russen nog minder graag oorlogen verliezen dan anderen en wijzen op momenten in de geschiedenis waarop militaire nederlagen tot maatschappelijke hervormingen in Rusland hebben geleid. Het verlies in de Krimoorlog van 1853-1856 werd gevolgd door de afschaffing van de lijfeigenschap in 1861, en het slechte verloop van de Russisch-Japanse oorlog van 1904-1905 leidde tot de revolutie van januari 1905, met de daaropvolgende oprichting van de Doema, het Russische parlement, in augustus. Iets soortgelijks kan gezegd worden over de nederlagen van Rusland in de Eerste Wereldoorlog en zelfs over het verlies van de Sovjet-Unie in de oorlog in Afghanistan (1979-1989).

Het verlies in de Russisch-Oekraïense oorlog zal leiden tot tektonische verschuivingen in Rusland, niet omdat de Russen heersers die oorlogen verliezen afstraffen, maar omdat gedurende ruim een halve eeuw, met een korte uitzondering aan het begin van de jaren negentig, de identiteit van Rusland was gecentreerd rond de overwinning van het land in de Tweede Wereldoorlog, of beter gezegd in wat de Russen de Grote Patriottische Oorlog noemen. Langzaam maar zeker zorgde de Russische regering ervoor dat de overwinning in 1945 uitgroeide tot het enige en belangrijkste fundament van de hedendaagse Russische identiteit. Zo’n tien jaar geleden zag je in de straten van Moskou al regelmatig auto’s met goedkope feestelijke graffiti met een tekst als ‘Op Berlijn!’ of ‘1941-1945, dit kunnen we herhalen’. De herhaling in Oekraïne, waar Rusland volgens zijn propaganda vecht tegen Oekraïense ‘nazi’s’, de Navo en alle kwaden van de moderne wereld, van homo’s tot Angelsaksen, verloopt echter niet zoals gepland.

Dit klinkt wellicht ongelooflijk, maar behalve de overwinning in de Tweede Wereldoorlog zijn er geen verhalen die alle burgers van Rusland samen kunnen brengen. De orthodoxe identiteit vindt geen weerklank bij de moslimbevolking van het land, de communistische utopie betekent weinig voor mensen onder de veertig die zijn opgegroeid onder een grotendeels ongereguleerd neoliberaal regime, en de theoretische vooruitzichten van Europese integratie (wat moeilijk voorstelbaar is na de genocidale misdaden die Rusland heeft begaan in Oekraïne) zijn irrelevant voor het Verre Oosten van het land, dat diep verbonden is met China.

De specifieke versies van de toekomst van Rusland zijn ook moeilijk voorstelbaar, niet omdat ze met elkaar in tegenspraak zijn en zelfs niet omdat Rusland de wreedste oorlog in Europa sinds 1945 voert, maar omdat het hedendaagse Rusland ten principale niet gewend is om naar de toekomst te kijken. Sinds het midden van de jaren negentig is de toekomst afwezig in de Russische geest en de Russische politiek – het is het zegerijke verleden dat telt, en af en toe, voor de rijke elites, ook het rijke heden. Als het zegerijke verleden eindigt met het verlies in deze oorlog, en als de verschrikkelijk bittere emotionele en politieke realiteit, waarin de Russen er voortdurend aan herinnerd zullen worden dat ze ofwel de oorlog in Oekraïne steunden, ofwel toekeken en het lieten gebeuren, zal bezinken, wat zullen Rusland en de Russen dan gaan doen?

Ze zouden wel eens kunnen proberen uit elkaar te gaan.

De belangrijkste drijfveer achter het uiteenvallen van Rusland, althans in het Europese deel van het land, zou een poging kunnen zijn om iemand te vinden om de schuld te kunnen geven, en het daaruit voortvloeiende verlangen om jezelf te onderscheiden van die schuldigen. Wie vermoordden de Oekraïners? Dat waren meestal soldaten uit de achtergestelde regio’s van Rusland. Wie gaf het bevel om die soldaten naar Oekraïne te sturen? Dat was Moskou. Wie heeft Poetin en zijn kring voortgebracht, die Moskou sinds 1999 hebben ‘bezet’? Dat was Sint Petersburg. Deze oefening van het toewijzen van schuld kan bizarre en onverwachte wendingen nemen en er zal geen logica achter zitten.

De schuld in kwestie kan ook verder terug in de geschiedenis worden gezocht en bijvoorbeeld betrekking hebben op de sovjetwreedheden die in Rusland onverwerkt zijn gebleven. Na 1991 was elk ander land dat deel uitmaakte van de USSR in staat om een verhaal te vinden waarin de sovjetperiode van zijn geschiedenis in wezen een periode was van geregeerd worden door Moskou. Rusland had die kans niet. Praten over de misdaden die men zichzelf heeft aangedaan is enorm moeilijk, en er is alle reden om aan te nemen dat de Russen hiertoe pas in staat zullen zijn als het land dat deze misdaden pleegde er niet meer is.

Een andere impuls voor de ontbinding van Rusland zou economisch van aard kunnen zijn. Decennialang functioneerde het machtssysteem op een eenvoudige feodale manier, waarbij het centrum de winsten uit de grondstofrijke provincies haalde, zonder veel over te laten voor de lokale elites. Deze modus operandi is niet uitgevonden door Poetin: het behouden van de controle over de intern gekoloniseerde gebieden van het imperium, eerst rijk aan bont, toen aan hout en nog weer later aan olie en gas, was de sleutel tot de macht voor elke Russische heerser sinds de zestiende eeuw. Maar Poetin verpletterde de autonomie van lokale overheden zoals weinigen voor hem hadden gedaan, door in de eerste vijf jaar van zijn heerschappij alle lokale verkiezingen te annuleren of onherkenbaar te veranderen.

In december 2022 voltooide hij deze feodale kruistocht, toen Tatarstan, een rijke regio met een moslimmeerderheid in het centrum van Europees Rusland, ermee instemde om zijn president om te dopen tot het hoofd van Tatarstan. In de jaren negentig was Tatarstan een van de regio’s die meer economische en politieke onafhankelijkheid van Moskou eisten en daar ook deels in slaagden. Als de Russisch-Oekraïense oorlog voorbij is, mogen we verwachten dat de lokale elites in Tatarstan en elders ernaar zullen streven om handel te drijven zonder de verstikkende controle van Moskou. Meer macht krijgen over de eigen regionale economie kan op zich al aantrekkelijk zijn, maar het sanctieregime biedt wellicht een extra stimulans: als Tatarstan of Kraj Primorje niet langer Rusland is, waarom zouden de sancties dan op hen van toepassing zijn?

Bovendien willen sommige regio’s zich misschien afscheiden van Rusland op etnische gronden, vooral in de Kaukasus. Het valt nog te bezien of deze modaliteit, die door externe waarnemers vaak wordt overschat, elders in het land terrein zal winnen.

Er is geen manier om te voorspellen hoe de toekomstige post-Russische staten precies zullen ontstaan en hoe ze eruit zullen zien. Sommige zullen dictaturen zijn en andere misschien democratieën; sommige zullen gas verkopen en andere zullen diensteneconomieën zijn; sommige zullen nauwe banden onderhouden met de buurlanden, terwijl andere zich misschien zullen afschermen met nationalisme en harde grenzen. Belangrijk is dat het er niet veel hoeven te zijn: elk van de vier of vijf erfgenamen van Rusland zou groot genoeg zijn om de proliferatie van lokaal geweld te vermijden, maar klein genoeg om zich te concentreren op de lokale economie en politiek.

Toch zijn er nu twee dingen duidelijk. Oekraïne, de voornaamste mogelijke begunstigde van het uiteenvallen van Rusland, zal dat verwelkomen en uitlokken omdat het zal betekenen dat geen enkel imperium ooit nog zal proberen Oekraïne – of Polen en de Baltische staten – vanuit het oosten te veroveren. Tegelijkertijd zullen de Europese Unie en de Verenigde Staten Rusland willen behouden zoals het is, misschien zelfs tegen de stroom van zijn interne desintegratieprocessen in, uit angst voor meer chaos en instabiliteit aan de oostflank van de Navo en om het machtsevenwicht ten opzichte van China te bewaren.

Dat zou een vergissing zijn en het Westen moet niet proberen om Rusland uit gemakzucht bij elkaar te houden, zeker niet nadat het zal worden opgezadeld met naoorlogse verplichtingen om de schade aan Oekraïne te compenseren. Ook al is Rusland in de loop der eeuwen geregeerd door verschillende ideologieën, het land is nooit opgehouden te pogen zijn buurlanden te onderwerpen. Dit zal pas veranderen als Rusland er zelf niet meer is. De vraag wat er moet gebeuren met het kernarsenaal van Rusland zal internationaal moeten worden opgelost en kan worden gebruikt als een stap in de richting van algehele nucleaire ontwapening.

De meeste Russen die niet tot een minderheid behoren en die ik het afgelopen jaar heb gesproken, reageerden met een pijnlijke gezichtsuitdrukking op het idee van een opsplitsing van hun land. Ze zeiden dat een échte federatie beter zou zijn. Ze raken beledigd als ze zich moeten voorstellen dat ze een grens over moeten als ze van Moskou naar de Kaukasus reizen. Dit is niet verwonderlijk, want bij het volwassen worden als Rus hoort óók dat je trots bent op de enorme omvang van je land, en de volwassenen die de noodzaak verdedigen om deze enorme staat, 1,7 maal groter dan China of de Verenigde Staten, in stand te houden, kunnen tot het uiterste gaan.

Onlangs kreeg ik te horen dat alleen een groot en machtig Rusland Oekraïne zal kunnen helpen om de oorlog te boven te komen, ook al was het in de eerste plaats Ruslands zucht naar meer macht en grondgebied die het land naar Oekraïne bracht. Het feit dat elk van de post-Russische staten, zelfs na het uiteenvallen van Rusland, waarschijnlijk behoorlijk groot zal zijn, ontging mijn tegenstanders, net als het inzicht dat de erfgenamen van Rusland ook zullen moeten bijdragen aan het herstel van het naoorlogse Oekraïne, ongeacht hun grootte, vorm of gedaante.

In mei 2023 zei Bruno Kahl, het hoofd van de Duitse inlichtingendienst (BND), dat zijn dienst geen tekenen van zwakheden in Poetins regeringsmachine ziet. Een maand later, op 24 juni, veroverde Jevgeni Prigozjin Rostov aan de Don en begon een mars naar Moskou, waarbij zijn troepen onderweg zes helikopters en een vliegtuig van het Russische leger neerhaalden. Prigozjin wilde Poetin niet ten val brengen, maar wilde meer onafhankelijkheid voor zijn privé-leger en als winnaar uit de strijd met het ministerie van Defensie komen. Het was zowel een geplande als een ongeplande opstand. Zoals het onafhankelijke Russische medium Proekt berichtte, verlieten topmanagers van Prigozjins bedrijven Sint-Petersburg op de dag voor de opstand en een journalist van een van zijn media was precies op tijd in Rostov om de intocht van de Wagner-soldaten in de stad te verslaan. Tegelijkertijd zou Prigozjin, die bekend staat om zijn neiging tot geweld, zijn acties hebben uitgelegd met een simpel ‘ik flipte’.

Prigozjins doel was niet om de macht van Poetin te verzwakken, maar om zijn eigen macht te vergroten. Twee maanden lang, tussen 24 juni en 23 augustus, was het resultaat het tegenovergestelde: grote delen van de Wagner-troepen waren ontwapend en het bewind van Poetin was nog nooit zo zwak geweest, zij het naar dictatoriale maatstaven. Nu Prigozjin dood is, valt nog te bezien of Poetin voldoende macht heeft behouden om de brede zuiveringen uit te voeren die hij wil organiseren, wat niet langer vanzelfsprekend is. Hoewel Prigozjin er niet meer is, zal 24 juni blijven bestaan: nadat Poetins geweldsmonopolie ter discussie is gesteld, zijn conflicten tussen verschillende gewapende staatsinstellingen – het leger, de militaire inlichtingendienst, de FSB, het ministerie van Binnenlandse Zaken – waarschijnlijker geworden.

Zulke conflicten zijn geen directe weg naar de desintegratie van Rusland, maar als geweld eenmaal aan de oppervlakte komt, kan het gemakkelijk onze meest onderdrukte gedachten aanwakkeren. Te oordelen naar de vijandige reacties die ik het afgelopen jaar heb waargenomen, is het idee van de ineenstorting van Rusland waarschijnlijk de meest gevreesde gedachte van de overgrote meerderheid van de Russen. En misschien ook wel de meest gewenste.

Lees verder:


Yegór Osipov-Gipsh is Russisch-Nederlands wetenschapper en journalist. Vertaling: Menno Grootveld



https://www.groene.nl/artikel/over-een-post-russische-staat